Koen
“Voor een kraantje van vijftien euro moest mijn moeder direct vijfhonderd euro betalen. Schandalig!”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Over oplichterspraktijken bij kwetsbare mensen
Jaren geleden, vóór we naar Frankrijk verhuisden, kwam ik regelmatig bij iemand over de vloer die blind was. Voor een babbel en het regelen van banale dingen, die voor een blinde veel minder evident zijn. Post, of facturen die betaald moesten worden. Lagen alle sokken wel op de juiste kleur gerangschikt? Om de zoveel tijd moest ik ook eens in de kasten, de koelkast en de diepvriezer kijken, om alles wat over datum was eruit te halen. Dat soort dingen.
Ik herinner me nog hoe gechoqueerd ik was toen ik bij het checken van de drankvoorraad in de kelder vaststelde dat de drankenleverancier enkele dagen voordien twee bakken bier had geleverd waarvan de vervaldatum al overschreden was. Het kon toeval zijn, maar misschien ook niet. Toen ik de blinde man erover vertelde, haalde hij laconiek zijn schouders op. Dat verraste hem niet.
Niet zo lang geleden was hij naar de buurtwinkel gegaan, en de winkelier loog staalhard dat hij betaald had met een briefje van twintig euro, niet met een van vijftig. Hij was er ondertussen aan gewend geraakt, dat mensen misbruik maakten van zijn handicap, en hij had geleerd om het los te laten. Ik herinner me nog hoe mijn bloed kookte bij de gedachte aan dit soort onrecht.
De blinde man was er ondertussen aan gewend geraakt, dat mensen misbruik maakten van zijn handicap, en hij had geleerd om het los te laten
Deze week was dat onrecht er plots terug, en deze keer veel dichter bij huis. Mijn moeder, die tweeënnegentig is, maar nog kranig alleen thuis woont, ontdekte een lek aan de waterleiding. Gelukkig stond mijn broer paraat om het snel te repareren, maar enkele dagen later begon de leiding weer te lekken.
Als ik zeg dat mijn moeder ‘kranig’ is, betekent dat bijvoorbeeld dat zij met haar tablet perfect haar plan trekt op het internet, en om haar kinderen niet ‘nodeloos lastig te vallen’, besloot ze om via Google een beroep te doen op een loodgieter. Die kwam snel en repareerde een kraantje, in een kwartier tijd. Zo’n kraantje kost ongeveer vijftien euro in de doe-het-zelfzaak, maar de twee mannen van het loodgietersbedrijf haalden een draagbaar kaarttoestel boven en eisten dat mijn moeder hen meer dan vijfhonderd euro betaalde.
Tegenstribbelen en argumenteren dat dat toch absurd veel geld was, hielp niet. Als mijn moeder niet meteen zou betalen, zouden ze het kraantje zo uit de muur trekken en zou haar huis in een mum van tijd onder water staan. Wat doe je dan, als bejaarde dame, alleen in huis? Juist, je betaalt. Het hielp ook niet dat mijn moeder achteraf probeerde te bellen en mailen naar het telefoonnummer en mailadres op de factuur, want die waren allebei vals.
Toen ik haar ’s avonds aan de lijn had en ze mij vertelde wat haar overkomen was, had ik net hetzelfde gevoel als bij de blinde man. En raar maar waar reageerde zij even gelaten als hij: het kwaad was geschied, ze wilde zich er verder niet druk in maken.
Wat bezielt mensen om zonder de minste scrupules misbruik te maken van mensen die op de een of andere manier kwetsbaar zijn?
Ik wil niet naïef zijn, maar toch: wat bezielt mensen om zonder de minste scrupules misbruik te maken van mensen die op de een of andere manier kwetsbaar zijn? Hebben die mensen zelf geen vrienden of familie die minder weerbaar zijn? En hoe komt het dat zij vrolijk hun oplichtersjob kunnen verderzetten? Zou er nooit iemand klacht indienen? Is er nergens controle van de overheid?
Als je erover praat, kent iedereen wel gelijkaardige gevallen, en ik vermoed dat ook mensen die dit lezen wel slachtoffers kennen, of erger nog: zelf al slachtoffer zijn geweest. Toch duurt dit voort, vooral omdat de meesten van ons de schouders ophalen. Net zoals mijn moeder en ikzelf. Want het kwaad is geschied, de oplichters zijn zo moeilijk op te sporen, en als je hulp wilt inroepen van een consumentenorganisatie moet je eerst lid worden. Ondertussen doen die oplichtersbedrijfjes op het internet lustig verder.
En ik weet het, je mag nooit iemand iets slechts toewensen, maar ik beeld me in dat bij de schurken van dat loodgietersbedrijf, als ze ooit zélf oud en hulpeloos zullen zijn, alle waterleidingen in huis op hetzelfde ogenblik barsten, en ze net dan vergeten zijn waar hun zwembroek ligt. Bij die gedachte begin ik te lachen, en dat is goed.
Uit: Libelle 40/2023
Meer van onze columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!