Koen
“Los Angeles is toch de eerste, en enige, plek tijdens onze vakantie waarvan ik bedenk dat ik er zelfs gratis niet zou willen wonen”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
Over de verrassende sfeer in Los Angeles
Tijdens élke vakantie gebeuren er onvoorziene dingen, en dus ook tijdens onze tocht door de VS. Bij het plannen dachten we dat we best met de drukste stad zouden beginnen, om dan op het einde, als we al redelijk moe zouden zijn, te eindigen in een rustigere stad. Logisch dat we bij druk en hectisch aan New York dachten, en bij ‘mediterraan-rustig’ aan Los Angeles. Zaten we daar even mis!
We rijden met onze huurauto door de laatste bergkloven van onze vakantie, van de Grand Canyon richting L.A. Het is stil in de auto – alle drie nemen we afscheid van het natuurschoon waarin we de laatste weken verdronken – maar tegelijk kijken we ook uit naar de drie dagen in Los Angeles. Ilse leest voor uit de reisbrochure. Daarin wordt gewaarschuwd voor het feit dat de mensen uit ‘the City of Angels’ er een avontuurlijke rijstijl op nahouden. Zodra we dichter bij onze bestemming komen, wisselen de auto’s veel vaker van rijvak dan dat dat de voorbije weken, in het landelijke Amerika, het geval was. Maar veel verschil met een doordeweekse dag op de Brusselse of Antwerpse ring valt er niet te merken.
Anders wordt het bij aankomst in het hotel. Voor het eerst deze vakantie worden we niet met een glimlach begroet, maar met een afgemeten ‘uw hotelkamer is nog niet klaar, ga daar maar even wachten’. Het lijkt wel of er hier alleen vriendelijk gelachen wordt als er een fooi mee gepaard gaat.
Zodra we ingecheckt zijn, duiken we de metro in, wat we ook in de andere steden deden. Maar dit is anders, merkt Ilse meteen op. Zowat iedereen in de wagon ziet er bedreigend uit, met gezichten en armen vol tattoos en een blik in de ogen die je liever niet kruist. Ik probeer Ilse gerust te stellen. Elke stad is nu eenmaal anders, en de mensen die in deze wagon zitten, zijn gewoon een ‘ongelukkig toeval’.
Dat relativeren kan ik volhouden tot we bij onze terugkeer, tegen een uur of tien ’s avonds, in een metrostation moeten overstappen en haast meteen aangesproken worden door twee metro-agenten. Een van hen vraagt wat we in hemelsnaam in deze buurt komen zoeken. Zelfs op klaarlichte dag zou hij zijn kinderen hier niet willen zien.
Er zijn technische problemen, waardoor de volgende metro een halfuur op zich laat wachten, maar de agenten wijken al die tijd geen meter van onze zijde. Wanneer het treinstel eindelijk binnenrijdt, begeleiden ze ons naar de eerste wagon, daar waar ook de bestuurder achter kogelvrij glas zit, en laten hem via hun walkietalkie weten dat we net achter hem zitten, ‘voor het geval dat’. Dat laatste halfuur in de metro lijkt één lange scène uit een film over straatbendes.
Iedereen in de wagon ziet er bedreigend uit. de rit in de metro lijkt één lange scène uit een film over straatbendes
De volgende ochtend worden we om vijf uur wakker door geschreeuw en getrommel op straat. Er is een grote staking van het hotelpersoneel, dat ondermaats betaald wordt en geen werkzekerheid krijgt. De spreekkoren zijn vooral in het Spaans, niet toevallig de taal die heel wat hotelwerkers spreken. Dit ritueel herhaalt zich elke ochtend van de drie dagen die we hier logeren.
Wanneer we ’s avonds teruggaan naar het hotel, dat zich nochtans in het financiële centrum van de stad bevindt, zijn de straten steevast bezaaid met daklozen en verslaafden, die je redelijk agressief om geld vragen. Het voelt raar om als ‘bevoorrechte’ toerist tussen die ellende naar je mooie hotel te stappen.
Ook wat herrie betreft, haalt Los Angeles het makkelijk van New York. De auto’s razen er over de highways en zowat elke auto heeft een opgefokte motor. In de toeristische wijken word je op elke straathoek gewaarschuwd voor pickpockets en overvallers, maar oké, dat gebeurt in Europese steden ook.
We doen natuurlijk ook een resem fijne dingen: het strand van Santa Monica, de Warner Bros. Studios bezoeken en ‘live’ rondlopen op de sets van Friends of Batman, maar L.A. is toch de eerste, en enige, plek tijdens onze vakantie waarvan ik bedenk dat ik er zelfs gratis niet zou willen wonen. En kijk, de positieve kant daaraan is dat dit het einde van de vakantie en de terugkeer naar ons land net dat tikje makkelijker maakt.
Meer van onze columnisten:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!