“Op haar versierde stoel zat ze de hele tijd te glunderen; de kracht om rond te lopen had mama toen al niet meer”
Toen de moeder van Sylvia terminaal bleek, wou ze zélf afscheid kunnen nemen. Ze organiseerde een groot, warm tuinfeest voor ze doodging.
Sylvia (47): “Mama voelde zich al een tijdje niet zo lekker. Ze had een prikkelhoest die maar niet wilde overgaan en voelde zich snel moe. Een onschuldige verkoudheid, dacht ze eerst nog. Maar de huisarts vermoedde dat er meer aan de hand was en verwees haar door voor allerlei onderzoeken. Hij kreeg helaas gelijk: mama had een agressieve vorm van longkanker. De prognose was vanaf het begin weinig rooskleurig. Er werd nog een behandeling opgestart, maar het was snel duidelijk dat ze niet meer zou genezen.
Mama had een vol leven en een uitgebreid sociaal netwerk. Spontaan bij mama binnenspringen was altijd een gok: zou ze thuis zijn of niet?
Mama was toen net zeventig jaar geworden. Ze woonde alleen, maar had een vol leven en een uitgebreid sociaal netwerk. Ze zat bij een wandel- en een tennisclub en ging graag naar het theater en naar tentoonstellingen. Spontaan bij mama binnenspringen was altijd een gok: zou ze thuis zijn of niet? Als mijn zus of ik met haar op stap wilden gaan, moesten we goed op tijd onze agenda’s erbij nemen. Ik was er altijd van uitgegaan dat mama oud zou worden, juist omdat ze zo bruiste van levenslust. Niet dus. Toen ik besefte dat ze er binnenkort niet meer zou zijn, ben ik heel boos en opstandig geworden. Mijn eerste man was verongelukt toen onze kinderen nog klein waren, het noodlot had me al eens midscheeps getroffen. Dat ik nu ook mijn moeder zou moeten afgeven, voelde aan als enorm oneerlijk.
Plannen met pretoogjes
Voor mama zelf was het ook een mokerslag, maar ze legde zich verbazend snel neer bij het onvermijdelijke. ‘Ik heb een mooi leven gehad en ik heb alles eruit gehaald wat erin zit’, zei ze meermaals. En: ‘Ik was liever nog wat langer gebleven, maar het is niet anders.’ Zelfs met de dood voor ogen bleef mama zoals we haar altijd gekend hadden: nuchter en praktisch.
Al na een maand begon ze over haar uitvaart te praten: wat ze wel en niet wilde, waar haar assen uitgestrooid moesten worden. Toen ze me op een dag een berichtje stuurde dat ze mij en mijn zus die avond verwachtte, dacht ik dat het over haar spullen of over de erfenis zou gaan, want ook dat was ze allemaal al aan het regelen. Maar nee, ze had het plan opgevat om een afscheidsfeest te geven. Er waren veel mensen die ze graag nog eens wilde zien, zei ze, dus waarom hen niet allemaal tegelijk uitnodigen? ‘Ze mogen me komen uitzwaaien nu ik nog leef, in plaats van straks naar mijn koffietafel te komen’, zei ze met pretoogjes. Ze had zelfs al een datum geprikt. En het feest moest plaatsvinden in haar eigen tuin.
‘Het moeilijkste was het afscheid: zowel mama als haar gasten wisten dat ze elkaar nooit meer zouden terugzien en vonden geen woorden. Maar ook dat was oké: alles was al gezegd.
Het is een onvergetelijke dag geworden. We hadden slingers en lampjes opgehangen, er was muziek die mama zelf had gekozen en op een scherm werden foto’s uit haar leven geprojecteerd. Net als bij een uitvaart, dat klopt, maar mama noemde het tuinfeest dan ook haar ‘koffietafel-bij-leven’. En koffie was er zeker, maar ook bubbels om op haar te klinken en aardbeientaart à volonté, want dat was haar lievelingstaart.
Er zijn die dag iets meer dan honderd mensen geweest. Familieleden, vriendinnen van de chiro en uit haar studententijd, buren, vroegere collega’s, de mensen van de wandelclub en de tennis. Mijn vader en zijn vriendin waren er ook. Mijn ouders zijn al jaren gescheiden, maar mama vond het heel belangrijk dat hij er was omdat hij zo’n groot deel van haar leven had uitgemaakt.
Wondermooie speeches
Mijn moeder had vooraf aangegeven dat het die dag geen al te treurige bedoening mocht worden, en dat is absoluut gelukt. Natuurlijk was er plaats voor verdriet en tranen, maar ook voor blijdschap, dankbaarheid en humor. En voor liefde, veel liefde. Nogal wat genodigden zijn ingegaan op ons verzoek om een woordje tot mama te richten en haar te vertellen wat zij voor hen betekend had. Het waren wondermooie speeches vol dierbare herinneringen, maar ook met grappige verhalen en anekdotes die ik soms nog nooit gehoord had. Mama’s vriendinnen hebben haar toegezongen.
De kleinkinderen hadden een toneeltje in elkaar gestoken waarin ze haar leven uitbeeldden op een manier die tegelijk ontroerend en hilarisch was. Mama zat op haar versierde stoel de hele tijd te glunderen; de kracht om rond te lopen had ze toen al niet meer. Maar ze heeft genoten van elke minuut. Het moeilijkste was het afscheid: zowel mama als haar gasten wisten dat ze elkaar nooit meer zouden terugzien en vonden geen woorden. Maar ook dat was oké: alles was al gezegd.
De brieven en kaartjes die ze die dag heeft gekregen, heeft mijn moeder nog vaak herlezen. En ze heeft mij en mijn zus uitgebreid bedankt voor het organiseren van een van de mooiste dagen van haar leven, zoals ze het zelf omschreef. Vijf weken later is ze gestorven. Na haar dood ben ik pas goed gaan beseffen dat haar afscheidsfeest niet alleen een fantastisch cadeau was voor haar, maar ook voor ons, de achterblijvers. Ik zal me haar altijd blijven herinneren zoals ze die dag was: lachend en stralend, dankbaar voor haar leven en omringd door zoveel mensen die haar graag hebben gezien.”