Lezeressen openhartig over het legenestsyndroom
Sommige ouders kijken ernaar uit, anderen willen er liever helemaal niet van weten. Maar het voelt sowieso altijd een beetje dubbel als je kinderen het nest verlaten, net zoals bij een aantal van onze lezeressen…
We kennen de term allemaal: legenestsyndroom, de onontkoombare fase voor ouders met volwassen kinderen. Het klinkt een beetje als een enge ziekte die je treft na je vijftigste, een soort van zwart gat waarin je tuimelt zodra je kinderen het huis verlaten. Een periode die je uit balans zou brengen en stuurloos zou maken. Maar klopt dat doembeeld?
“Vroeger was er een ritueel: het huwelijk. Anno 2021 komt dat uitvliegmoment vaak onverwacht. Dat kan het emotioneler maken”
Relatiecoach en gezinssociologe Karen Van den Broeck vindt de term ook wat ongelukkig en nuanceert: “Als je kinderen het ouderlijke nest verlaten, neem je afscheid van het gezinsleven zoals je het tot dan toe kende en beleefde. Je kunt het zeker zien als een rouwproces en dat gaat gepaard met emoties. Maar het is een onmisbare fase die hoort bij het leven, en dus zeker geen ‘syndroom’ of ziekte.
Ik vind het belangrijk dat je die fase ‘doorleeft’, dat je mag voelen wat je voelt en zo ook leert omgaan met dat lege nest. Vroeger was er een ritueel: het huwelijk. Met een groot feest werd gevierd dat een kind van de ene op de andere dag het nest verliet en een eigen leven begon. Dat maakte het duidelijk en zo’n moment waarop je allemaal samen danst, feest en viert, helpt. Dat is anno 2021 allemaal wat vager geworden, en ineens – vaak wat onverwacht – is dat uitvliegmoment er en zijn ze weg. Dat kan het emotioneler maken.”
“Ik hoefde geen was en plas meer te doen, en had meer tijd voor mezelf en mijn partner. Wat een luxe! En toch, dat lege, stille huis…”
Katty (56): “Ik weet nog dat ik moest huilen toen onze zoon zei dat hij het huis zou verlaten. Ik was er natuurlijk trots op dat hij op eigen benen zou gaan staan en besefte dat dat ook mijn verdienste was en die va mijn man. Maar toen ik de eerste twee weken niets van hem hoorde, stak dat. Toen ik het erover had met vriendinnen, zeiden ze me dat dat aantoonde dat hij het net goed deed, zonder onze hulp of zorg. Maar ik miste onze band. Ik besloot er met hem over te praten en stelde voor om elkaar toch iedere week even te horen. Via een appje. Al was het maar om te laten weten dat hij die week niet zou langskomen.”
Voor Els (50) is dit herkenbaar: “Het was lang dubbel. Ik hoefde geen was en plas meer te doen, hoefde minder rekening te houden met onze dochter en had meer tijd voor mezelf en mijn partner. Wat een luxe! En toch, dat lege, stille huis na een werkdag, dat was wennen, zeker in het begin.”
Niet langer zorgen voor
Karen Van den Broeck: “Het is je rol als ouder om je kind wortels te geven, zodat het later zijn of haar eigen leven kan leiden zonder dat het jou daarbij nodig heeft. Het blijft natuurlijk een switch om die zorg los te laten. Sommige ouders zijn daar erg blij om, want dan hebben ze eindelijk tijd voor zichzelf. Anderen moeten kort wennen, maar vinden vrij snel hun draai.”
Zoals Els (50): “We zagen het aankomen dat onze dochter zou gaan samenwonen. Het was geen verrassing, maar het voelde wel raar. Ze was in goede handen, ze had een nieuwe thuis, ik zag echte liefde, en toch wrong het een beetje om haar los te laten. De verhuizing verliep goed en we werden snel uitgenodigd bij hen thuis. En ik zag dat alles goed verliep. Dat scheelt.”
Peter (58) mist zijn enige dochter die net het nest heeft verlaten, maar relativeert: “Het is zeker een pak rustiger nu in huis. Onze spraakwaterval deelt haar ervaringen nu grotendeels via de telefoon of sociale media. Ik mis onze lange avondgesprekken over boeken, vakanties of het gewoon samen wat filosoferen… Maar het went snel. Ik besef dat dit opnieuw een kleine mijlpaal is in ons leven en dat mijn vrouw en ik met deze stap tot een andere generatie zijn gaan behoren.”
Karen Van den Broeck: “Wanneer je kinderen het huis uitgaan, is het sleutelwoord ‘herverbinden’, de band die je tot dan toe met elkaar had, wordt opnieuw gedefinieerd. Tussen ouder en kind, en tussen kind en ouder. De relatie tussen jullie verandert en wordt gelijkwaardiger.
Dat bevestigt Vera (60): “De band is anders sinds onze dochters het huis uit zijn. Hij werd volwassener, gelijkwaardiger. Toen ze nog thuis woonden, was het meer een ouder- kindrelatie. Ook al waren het al twintigers.”
Ook Els (50) neemt een iets andere houding aan: “Ook al wonen we vlak bij elkaar, ik loop hun deur zeker niet plat. Maar als mijn dochter me nodig heeft, dan ben ik er meteen.”
Eens per week even bellen
Karen Van den Broeck: “De vertrouwde zorgende rol die je tot dan opnam, ga je anders (moeten) invullen. Je blijft instinctief zorgen, maar doet dat nu door bijvoorbeeld mee dat huis te gaan bekijken dat ze willen huren of kopen, of hen in drukke tijden te helpen met homemade spaghettisaus of soep… Als kind is het belangrijk om die hulp te kunnen aanvaarden, om mild te zijn en niet te veroordelen. En als ouder is het belangrijk om te aanvaarden dat je kinderen het misschien wat anders aanpakken dan jij. Ik herinner me mijn moeder die me – toen ik ging trouwen – een hele lijst gedetailleerde adviezen had bezorgd, want dat specifieke wasgoed mocht ik enkel met Ariel wassen. (lacht) Een onschuldig voorbeeld, want ik deed uiteindelijk mijn zin.
“Mijn moeder bezorgde me toen ik ging trouwen een lijst met adviezen. zo mocht ik Ariel alleen gebruiken voor dat specifieke wasgoed” (lacht)
Maar dring je goede raad niet op. Of ook: misschien komen je kinderen aanvankelijk gewoon thuis eten omdat dat goedkoper is, maar weet dat ze na een tijdje vooral de gezellige sfeer en het samenzijn weer zullen gaan waarderen. Let dus op met te snel oordelen en veroordelen. Erover praten helpt uiteraard altijd. Als je dochter zich een tijdlang niet laat horen, bel dan gerust zelf eens. Of spreek met haar af om eens per week contact op te nemen. Tracht niet te veeleisend te zijn, want dat kan voor je kinderen verstikkend werken, maar maak wel duidelijk waar je nood aan hebt.”
“Onze dochter belt of appt nog vaak. Op die manier voelt dat lege nest nu ook weer niet meer zo leeg! Het went best snel”
Soms verloopt het contact meer vanzelf. Annelies (55): “Onze dochter belt of appt ons nog heel vaak voor goede raad of gewoon een babbel. We zien elkaar misschien minder, maar horen elkaar nog wel vaak genoeg. Op die manier voelt dat lege nest nu ook weer niet meer zo leeg! Het went best snel.”
Een nieuwe fase, ook voor je relatie
Er zijn natuurlijk ouders die meer worstelen met de legenestfase. Net omdat dit een kantelmoment is, dringen levensvragen zich op. In het beste geval heb je nog twintig, dertig jaar te leven en die tijd wil je zinvol besteden. Nu die belangrijke zorgende rol van ouder wegvalt, ga je op zoek naar een nieuw doel, een nieuw project… En word je ook geconfronteerd met je partner. Wat hebben jullie gemeen, wat doen jullie nog graag samen en/of apart? Hoe verbonden voelen jullie je nog met elkaar?
Karen Van den Broeck beaamt: “Je relatie komt in deze episode wat meer bloot te liggen en zet je aan het denken. Was je relatie niet honderd procent in evenwicht, dan kan het zijn dat je in deze periode de rekening gepresenteerd krijgt. Veel mensen scheiden in deze legenestfase, er is vaak ook sprake van overspel… Daarom is het belangrijk om hier al veel vroeger bewust van te zijn: maak als dertiger, en zeker als veertiger, voldoende tijd vrij om samen dingen te doen. Zonder de kinderen. Laat je kinderen beetje bij beetje los, en maak van die momenten gebruik om dingen apart, maar zeker ook samen met je partner te doen. Op die manier verlies je elkaar als koppel niet uit het oog, en installeer je relatievriendelijke gewoontes waardoor je ook later, bij het aangaan van nog onbekende uitdagingen, samen steviger zult staan.
Die legenestfase is een pittige periode die je als koppel kunt beleven. Vaak valt hij ook samen met andere zorgen: je ouders die hulp nodig hebben, de meno- en andropauze, lichamelijke ongemakken of ziekte, zorg voor de kleinkinderen, met wat pech een ontslag…”
Als je twintig jaar of langer hebt gezorgd, dan voelt het natuurlijk lastig om je kroost los te laten. Het is ook erg dubbel: je bent blij en trots, maar je voelt je misschien ook verdrietig en eenzaam. Karen Van den Broeck: “Het is sowieso gezond en perfect normaal dat je van alles voelt. Laat die emoties gerust even sudderen. Probeer ze niet weg te duwen. Deze fase hoort bij het leven, en wat je voelt, is logisch. We zijn geneigd hiervan weg te vluchten, er geforceerd – soms met hulp van medicatie – doorheen te geraken, maar het kan ook een interessant proces zijn dat je nieuwe inzichten oplevert.
Wat ook kan helpen in deze legenestperiode is dat je als vijftigplusser doorgaans makkelijker kunt relativeren. Je maakt je niet meer zo druk. En je leert te genieten van wat er zich op dat moment aandient.
Vera (60): “Sinds de kinderen het huis uit zijn, genieten we meer van uitstappen samen zonder de grote verhuis van een heel gezin. Wat er wordt gekookt, is altijd goed en we hebben weer een eigen plek in de zetel. Het is rustiger in huis en daar genieten we van, maar we genieten dubbel als iedereen er is.”
Het voordeel van een scheiding
Ben je gescheiden en heb je een co-ouderschapsregeling, dan weet je al hoe het voelt om je kinderen niet altijd bij jou te hebben. Je moest hen verplicht versneld loslaten. Misschien ben je die kinderloze dagen anders gaan invullen, misschien heb je intussen een nieuwe partner. Dat maakt het moment waarop je kinderen écht het huis verlaten minder abrupt. Het lege nest komt dan minder als een schok.
Leen (55): “De kinderen waren vijf en zeven toen ik van hun vader scheidde. Ik heb die kinderloze weken altijd flink volgepland. Tegen dat mijn dochters het huis écht verlieten, had mijn nieuwe partner al kleinkinderen die we ook opvingen. Het is hier dus nooit echt een leeg nest geweest. Die periodes vloeiden in elkaar over. Dat maakt het wel makkelijker.”
5x dit kun je doen
- Geef je verschillende rollen (die van moeder/ vader, dochter/zoon, vriendin/vriend, zus/broer…) altijd genoeg aandacht. Soms kan een bepaalde rol in je leven gaan overheersen, maar verlies je andere rollen nooit uit het oog. Ze houden elkaar namelijk in evenwicht. Want haal je voldoening uit je relatie, dan kun je bijvoorbeeld ook meer geven als ouder.
- Plan tijd in voor je relatie – bijna gestructureerd – en wacht hiermee niet tot de kinderen het huis uit zijn. Doe al iets samen als de kinderen naar de jeugdbeweging zijn, op kamp gaan… Of plan een babysit voor een avondje uit. Breng hier regelmaat in – die gewoontes neem je mee en maken de overgang naar een ‘leeg nest’ minder abrupt.
- Wees mild voor jezelf, je partner en je kinderen. Trap niet in de val van oordelen en veroordelen. Iedereen zoekt zijn weg in de nieuwe bezetting, en daar horen misverstanden bij. Rustig en eerlijk blijven communiceren met elkaar brengt altijd duidelijkheid.
- Neem afscheid van je thuiswonende kinderen met een ritueel. Vroeger was dat het huwelijk, nu is die overgang vager. Daarom zorgt een housewarming, samen met je vertrekkende kind iets lekkers gaan eten… voor een positieve switch.
- Valt die legenestfase je zwaarder, panikeer niet meteen. Die emoties zijn normaal en vragen tijd. Erken wat je voelt en probeer te relativeren en ook te genieten van het moment. Het is een fase waaraan je uiteindelijk ook gewend raakt.
Karen Van den Broeck schreef een boek over het onderwerp: ‘Het lege nest – De relatiecoach biedt inzichten en kansen’. Uitgeverij Garant, € 15,50.
Uit: Libelle 38/2021 – Tekst: Els De Ridder, met medewerking van relatiecoach en gezinssociologe Karen Van den Broeck (karenvandenbroeck.be).
VERDER LEZEN:
- Zo verwend en zo alleen: (foute) vooroordelen over enige kinderen
- De kracht van familie: “Hoe diep hij ook viel, ik zag nooit alleen die drugsverslaafde, maar altijd ook mijn kind”
- Van jeans naar habijt: Nadines dochter van 24 besloot om non te worden
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!