33 levenslessen van (groot)moeders waar we nu nog iets van kunnen leren
Ze zijn ontroerend, relativerend of heel erg grappig, maar altijd recht in de roos. De levenslessen van je moeder of grootmoeder moet je koesteren, vinden deze lezeressen, én met zoveel mogelijk mensen delen. Bij deze, dus… Geniet ervan!
Mijn mama zei altijd…
Suzy (55): “Een slecht jaar is geen slechte eeuw”, klonk het bij mijn moeder vaak. Die zin is heel toepasselijk, ook voor het afgelopen jaar, maar ze zei dit voor het eerst toen ik in de lagere school een jaar niet goed presteerde.
Evy (39): Mijn mama zei altijd: “Hoevardain moet pain lain.” Dat is dialect voor ‘Wie mooi wil zijn, moet lijden’. Ze zei dit vroeger vooral als ze mijn haar kamde. Nu denk ik daaraan terug als ik voor permanente make-up ga of ik mijn wenkbrauwen laat harsen. Of ik zeg het tegen mijn dochter als ik haar haar invlecht.
Ann (59): “Als je het geluk thuis niet vindt, vind je het nergens”, dat zei ons moetje. Ze was een huismus en zo gelukkig in haar huis met bloementuin. Haar gezin was haar grootste goed en ze zei keer op keer dat ons diepste geluk lag in ons huis met ons gezin en niet op straat of waar dan ook. Een waarheid als een koe, blijkt na al die jaren.
Anke (37): Eentje van de bomma: “Er staat geschreven en geboekt, dat ge moet krabben waar het joekt.”
Lutgarde (63): Telkens als ik iets vergat, zei mijn moeder: “Wat de kop vergeet, moeten de benen uitzweten.” Ik kan haar geen ongelijk geven!
Ilka (41): Mijn grootmoeder was zwanger op haar zeventiende. Sinds het moment dat mijn nicht en ik begrepen waar het over ging, kregen we te pas en te onpas te horen: “Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten!”
Als ge ’t niet probeert, dan weet ge ’t niet
Sofie (38): Moeke zei altijd: “Kindjes mogen álles eten, maar niet alles weten…” Vroeger vond ik dat vreselijk, maar nu ik zelf mama ben, zeg ik het soms ook.
Dollie (40): Als kind vond ik elke stap te veel en als ik dan met tegenzin meeging naar de bakker, drie straten verderop, zei ons mama: “Allez hup, ’t is drie kere vallen en ge zijt er!”
Veerle (53): “Té is echt nooit goed,” zei ons moeke, “behalve in tevreden en te paard.”
Anna (31): “Als ge ’t niet probeert, dan weet ge ’t niet”, zei mijn mama altijd tegen mij als ik twijfelde of ik iets moest doen. Het is dankzij die uitspraak dat ik nu mijn job als stewardess heb en ik vind het fantastisch!
Christa (53): “Ik heb liever haar hielen dan haar tenen”, zei mijn mémé als ze iemand niet graag had!
Christel (54): “ ’s Avonds de grote knecht en ’s morgens de kop nie recht.” Een uitspraak van ons moeder zaliger als we waren uitgegaan en op zondag of maandag moeilijk uit ons bed konden…
Elise (25): Als mijn moeder zich in de nesten had gewerkt, maar deed alsof ze er niks vanaf wist, zei ze: “Mijn naam is haas!” Daar moet ik altijd aan denken als ik dat beest ergens zie.
Wie niks doet, kan niks verkeerd doen
Patsy (41): “Een kromme lijn is ook een lijn”, zei mijn moeke altijd. Al weet ik niet zeker of ze daarmee haar eigen lijn of die van mij bedoelde.
Carina (35): Telkens als ik vroeger zei: “Mama, ik kan dat niet!” kreeg ik als antwoord: “Kanneke late staan en leerke pakke!” Natuurlijk had ze gelijk. Ik zeg het nu ook tegen mijn zoon als hij iets niet kan. “Wat zei bobonne altijd?” begin ik dan, “Kanneke laten staan…” “En leerke pakken!” roept hij dan luid. En zo blijven haar wijze woorden voor altijd bestaan.
Joke (43): “Wie niks doet, kan niks verkeerd doen”, zei mijn moeder steeds als iets wat ik probeerde, de mist in ging. Lui zijn, was geen optie voor haar.
Kristin (48): Mijn moemoe zei altijd: “Aan elke donkere wolk zit een gouden randje.” Ze focuste altijd op de positieve kant van de zaak. Maar als ik uitging, moest ik zeker voor middernacht weer thuis zijn. Dan zei ze: “Alles wat na twaalf uur gebeurt, is slecht.” Volgens mij dacht ze dat elke prins dan weer in een kikker verandert!
Josee (64): Als we tegen ons mam zeiden: “Amai, da’s ne rare”, dan was haar antwoord: “Onze Lieve Heer heeft van elk zijn getal.”
Els (58): Mijn grootmoeder zei altijd: “Op vakantie krijg je het weer dat je verdient!” Ik denk daar nog weleens aan als het aan zee dagen achter elkaar regent…
Tim (45): “Je kunt je misschien niet altijd inleven in de gedachten of gevoelens van een ander,” klonk het bij mijn moeder, “maar je moet wél proberen om er respect en begrip voor op te brengen.” Een boodschap die vandaag nog even toepasselijk is als vroeger. Ik hoor haar ook nog altijd ‘na regen komt zonneschijn’ zeggen, met dat heerlijke Antwerpse accent van haar.
Van proberen kun je leren!
Annemie (68): “Liever is een haas en die kan neig lopen”, verkondigde mijn moeder wanneer ik liever iets anders op mijn bord kreeg dan wat zij had klaargemaakt. Haar ajuinsaus, bijvoorbeeld, die lustte ik écht niet.
Clara (43): Als we ziek waren en een medicijn met een slechte smaak moesten slikken, klonk het bij mijn moeder altijd: “Bitter in de mond maakt het hart gezond.” Dat had ze van mijn grootmoeder en ik hoor mij vandaag hetzelfde tegen mijn kinderen zeggen.
Ella (32): Mijn mama had een eigen kledingwinkel en werkte veel en hard. Maar onder het motto ‘de boog kan niet altijd gespannen staan’ wist ze ook heel erg van het leven te genieten. Bij mij klinkt het: “Work hard, play hard”, maar de boodschap is dezelfde. Zo moeder, zo dochter!
Mimi (71): Telkens als we een opmerking maakten over iemand die iets raars deed, was de reactie van ons mama: “Er moeten er van alle soorten zijn, en dan liefst nog twee van elk!”
Ann (43): ‘Ik kan het, ik durf het, ik doe het’ liet oma in een armband graveren voor onze dochter met een angststoornis. Ze doet ’m nooit meer uit.
Heden ik en morgen gij
Karen (35): “Liefde is een werkwoord.” Dat drukte mijn moeder me echt jarenlang op het hart. Je mag er niet van uitgaan dat een relatie zomaar vanzelf gaat, hè.
Tine (29): Als ik zeurde omdat ik met mijn fiets door de regen moest, zei mijn mama altijd kordaat: “Je bent toch niet van suiker!”
Birgit (41): Ik had niet altijd veel zelfvertrouwen als kind en als ik boos was omdat ik iets niet kon, dan klonk het bij mijn moeder steevast: “Van proberen kun je leren!” Volgens mij krijgen de kleuters in haar klas nog steeds die wijze raad te horen. En geef haar eens ongelijk!
Patricia (59): “Wa zijde mé een schoon tafel als er niks oep komt?” Zo maakte mijn moeder duidelijk dat ze eten belangrijk vond en dat luxe niet het hoogste goed was. Ik betrap er mezelf op dat ik het bij gelegenheid ook zeg.
Els (59): Mijn oma zei altijd: “Heden ik en morgen gij…” Zo wilde ze me duidelijk maken dat niemand van verdriet gespaard blijft. Ik moet haar gelijk geven: iedereen komt wel iets tegen op zijn pad.
Nadia (62): “Als grote mensen praten, moeten kleine kinderen zwijgen”, zei mijn mama altijd. Voor mijn part geldt dat net zo goed andersom, maar ieder op zijn beurt!
Martine (62): Mijn grootmoeder zei vaak: “ ’t Is een spreuk voor rijk en arm. Hou je borst en voeten warm. Hou je achterpoort goed open en laat de dokter naar de duvel lopen.” En het heeft gewerkt, ze is 97 geworden!
Soetkin (35): “Je bent ten schepe en je moet varen”, klonk het bij mijn moeder als ik op moeilijke momenten overwoog om op te geven. Je moet vooruit en blijven voortdoen, dat was haar levensmotto.
Uit: Libelle 44/2021
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!