“Daar zat ik, hoogzwanger in een kille cel. Ik huilde niet, maar jankte van angst”
Soms overtreft de realiteit de gruwelijkste fictie. Marjans verhaal is er een dat je met verstomming slaat. En tegelijk is het een ode aan de menselijke veerkracht.
Het was een zaak die onze noorderburen wekenlang in de ban zou houden: op 24 april 1996 verdwijnt de driejarige peuter Robin nadat ze pannenkoeken heeft gegeten bij overbuurvrouw Trudy. Heel Nederland zoekt mee. Twee weken later wordt op een vuilnisbelt in de buurt het schoentje met daarin deeltjes van Robins voetje gevonden.
Robin is vermoord, en het is Marjan Gorissen, de beste vriendin van Trudy, die gearresteerd wordt op basis van Trudy’s belastende verklaringen. Marjan is op dat moment eenentwintig jaar en hoogzwanger van haar eerste kind. Honderdendrie dagen lang zal ze onschuldig vastzitten, tot Trudy uiteindelijk bekent dat zij Robin heeft gedood en in een afvalcontainer heeft gedropt. Zevenentwintig jaar na de feiten spreek ik Marjan, inmiddels zesenveertig en mama van twee kinderen.
Ik was zwanger toen de dader, mijn beste vriendin, haar kindje verloor. Ze had mij beschuldigd uit afgunst en jaloezie
Ze schreef intussen een bijzonder pakkend boek over de verdwijning van Robin en de gerechtelijke dwaling die daarop volgde. Het zijn niet alleen die afschuwelijke dagen en nachten in een kille cel die me met verstomming slaan, maar ook de maanden en jaren na haar vrijlating. Maar eerst terug naar 5 mei 1996, de dag waarop Marjan gearresteerd wordt. Ze had net met haar man Jean-Paul de babykamer behangen.
Marjan: “Ik weet nog dat ik dacht: ik zit in een slechte film of zo. Het drong niet door. Tot op de dag van vandaag kan ik me bijvoorbeeld nog altijd niet herinneren of die mannen die me kwamen arresteren in uniform waren of in burger. Dat is gewoon wég uit mijn geheugen. Ik hoorde hen iets zeggen over moord en doodslag en dat ze mij verdachten. Mijn maag draaide om. Wat er daarna gezegd werd, is verdwenen.”
Op basis waarvan namen ze je dan mee?
“Robin verdween nadat ze bij Trudy was langs geweest. We waren goeie vriendinnen, zij was de vriendin van mijn oom. Het was louter op basis van haar verklaring dat ik verdacht werd, net als mijn man en nog enkele mensen uit haar entourage. Ik had er niks mee te maken, ik begreep het niet.”
Marjan, ik heb nog nooit een echte cel gezien, maar bij de beschrijving in je boek viel me op hoe spartaans ze was.
“Ik zat in een kale politiecel met een bed met plastic matras en een toilet zonder deur. Ik werd behandeld alsof ik de dader was. Het was niet huilen dat ik deed, maar janken, van de angst. Na twee weken werd mijn aanhouding verlengd en werd ik overgebracht naar de gevangenis van Maastricht. Daar zag ik voor het eerst een arts.
Ik was drie kilo afgevallen en sindsdien mocht ik wel op controle naar het ziekenhuis. Het welzijn van mijn ongeboren kind was mijn grootste zorg – ik moest voortdurend overgeven en had diarree van de stress – maar ik kreeg de doemscenario’s maar niet uit mijn hoofd: ik zou veroordeeld worden voor een misdaad die ik niet gepleegd had. De angst die ik voelde, is met geen woorden te beschrijven.”
Het zal altijd blijven steken dat niemand zei: ‘Sorry, we waren verkeerd, we zullen je helpen je leven weer op de rails te krijgen’
Hield er dan niemand rekening met het feit dat je zwanger was?
“Nee. De laatste weken van mijn zwangerschap moest ik geregeld op controle. Ik werd geboeid langs de hoofdingang van het ziekenhuis binnengebracht. Twee mannen liepen met mij door al die gangen, alsof ze wilden laten zien: kijk eens wat voor een belangrijke job wij hebben!
Er was maar één oude gevangenisbewaakster die aardig was voor me. Zo’n Vrouwtje Theelepel-figuur, kennen jullie haar in Vlaanderen? Zij was zó lief. Als zij met mij op controle ging, stapten we binnen langs de achteringang uit het zicht van iedereen en liepen we arm in arm alsof we op een gezellig uitje gingen.”
En dan moet je uiteindelijk bevallen in de gevangenis. Hoe was dat voor je?
(zwijgt heel lang) “Met dat stuk heb ik nog altijd moeite. Ik heb wel mijn vrijheid teruggekregen, maar die bevalling niet. Ik had het me zo anders voorgesteld: ik wilde mijn moeder erbij om me te steunen en te zeggen dat het goed kwam. In plaats daarvan ben ik bevallen met een rechercheur naast mijn bed.
Na de geboorte werd ik meteen in een rolstoel het ziekenhuis uit gereden, weer mijn cel in. Voedingen maken, verschonen, rondwandelen… alles moest gebeuren op twee vierkante meter. ’s Nachts sliep ik op mijn rug, zodat ik Jesse met zijn buikje op mijn buik kon leggen. Moederziel alleen lagen we daar, want ik mocht met niemand contact hebben.”
Iedereen kende mijn verhaal, ik was altijd de ex-gevangene. Ik schaamde me. Mensen denken: waar rook is, is vuur
Ik had het totaal niet zien aankomen, en jij wellicht ook niet: tijdens een confrontatie tussen jou en Trudy bekent ze plots dat zíj Robin vermoordde.
“Trudy had al verschillende verklaringen afgelegd. De rechercheurs brachten ons samen voor een confrontatieverhoor. Ze vroegen Trudy of ze haar verhaal nogmaals wilde herhalen, maar dat deed ze niet. Ze zei: ‘Sorry dat ik je beschuldigd heb, Marjan. Jij hebt er niks mee te maken, ik was het.’ Ik begon te beven. Ik kon het niet bevatten, ik dacht dat ik loskwam van mezelf. Natuurlijk had ik wel een vermoeden dat zij het was, waarom zou ze mij anders beschuldigen?
Elk woord dat ze uitsprak, was het begin van een nieuwe horrorfilm. Robin was pannenkoeken bij haar komen eten en had wat vragen gesteld over het kindje van Trudy dat enkele maanden daarvoor gestorven was. Trudy kon er niet meer tegen en heeft Robin vermoord, in een vuilniszak gestopt en nadien gedumpt in de container.
Toen ik haar vroeg waarom ze mij beschuldigd had, zei ze: ‘Jij was zwanger toen ik mijn kindje verloor.’ Mijn beste vriendin had me in deze situatie gebracht, door afgunst en jaloezie. Ze vertelde het zonder een spoortje van spijt. Het was alsof de vloer onder me vandaan werd gezogen.”
Je werd meteen vrijgelaten, maar je mocht nog niet naar huis, toch?
“Nee. Mijn vaste ondervragers reden me naar een hotelkamer, waar ik voor het eerst sinds honderdendrie dagen Jean-Paul terugzag. En zoals je kon lezen, was het geen hartelijk weerzien. Hij had tijdens een van de verhoren aangegeven dat hij twijfelde aan mijn onschuld. Hij kreeg van de rechercheurs een verhaaltje voorgelegd in de hoop meer informatie los te krijgen. Op een bepaald moment ben je zó moe en doorgedraaid dat je gaat twijfelen: is mijn vrouw tot zoiets in staat?
Achteraf bekeken, begreep ik hem wel, maar toen ik hem terugzag… Het gevoel dat Jean-Paul de man van mijn leven was, was weg. Drie maanden ervoor waren we smoorverliefd het babykamertje van Jesse in orde aan het maken, nu voelde ik me compleet vervreemd van hem. Ik had voordien nooit getwijfeld aan ons huwelijk, nu twijfelde ik aan alles.
Ik heb nu een fijn leven en kijk naar wat ik wél kan doen. Anderen steunen en inspireren, geeft me zoveel energie
Nadien reden de rechercheurs ons naar een bungalowpark. We kregen een weekje vakantie om even op adem te komen. Ik… (zwijgt) ik kan het je niet eens uitleggen hoe dat was. Ik wil het wel, want ik weet dat dit een interview is, maar… Zes weken geleden ben ik voor het eerst terug in dat vakantiepark geweest. Ik zag me daar weer lopen met mijn plastic zakken vol spullen, plompverloren tussen al die blije mensen met hun kinderen. Breng me terug naar mijn cel, was het enige wat ik kon denken. Terug naar de plek waar ik het ongelukkigst was. Maar ik was er tenminste alleen en voelde me er veiliger dan in dat park.”
Wat ik het frappantste vond aan je verhaal: de angst stopte niet na honderdendrie dagen cel. Je zwalpt de jaren nadien door het leven.
“Dat zeg je precies goed: ik zwalpte. Mijn huwelijk strandde, ik kon geen enkele job houden. Ik voelde me slecht en bang, ik verloor me in drugs en uitgaan. En ik snapte niet waarom. Dat heeft jaren geduurd. Na een zoveelste verhuis kwam ik bij een nieuwe huisarts terecht na een paniekaanval. Ik vertelde hem mijn verhaal en ik zie nog voor me hoe hij achteroverleunde en verbijsterd zei: ‘Hoe kan het dat jij dit moest overleven zonder hulp?’ Die man heeft me gered.
Ik was als een soldaat die terugkwam uit oorlogsgebied, ik leed aan posttraumatische stress. Pas toen besefte ik dat het helemaal niet zo raar was dat ik zo diep zat. Iedereen kende mijn verhaal, ik was altijd een ex-gevangene. Ik schaamde me. Mijn leven was een schande, ík was een schande. Als je geassocieerd bent met kindermoord, dan kleeft er een smetje aan je. Mensen denken: waar rook is, is vuur.”
Dankzij psychologische begeleiding kruip je uit het dal. Wat heb je gedaan met de woede om wat je is aangedaan?
“Ik denk eerlijk gezegd dat ik daar nog steeds mee bezig ben. Ik had twee vaste ondervragers, Joop en Sjaak. Later hebben zij contact met me gezocht. Zij voelden zich schuldig, ze vertelden me dat er van hogerhand druk werd gezet, hoewel ze zelf overtuigd waren dat ik er niks mee te maken had.
Daar zat ik, hoogzwanger in een kille cel. Ik huilde niet, maar jankte van de angst
In het begin dacht ik: ach, we zijn allemaal maar mensen, ik vergeef het jullie. Maar later kwam dat gevoel van: waarom moet ík jullie helpen om dit te verwerken? Bovenop alles wat ik meegemaakt heb? Ik kan er niks mee. Ik heb mijn leven een positieve wending gegeven – ik heb een mooie carrière, een fijn gezin – maar het zal altijd blijven steken dat er niemand zei: ‘Sorry, we waren verkeerd, we zullen je helpen je leven weer op de rails te krijgen’. ”
Intussen ben je bezig aan een nieuw boek en tour je het land rond met lezingen. ‘Ik kwam uit mijn slachtofferrol, stopte met ex-verdachte te zijn, ik werd eindelijk mezelf’, schrijf je op het einde van je boek. Dat is een mooie samenvatting van je traject.
“Dat boek was mijn manier om alles te verwerken, om de puzzel te leggen. Ik kreeg zoveel warme reacties en ontmoet zoveel lieve mensen. Weet je, iedereen krijgt te maken met verdriet, verlies, rouw, wantrouwen. Mijn verhaal omvat zoveel thema’s die raken, dat merk ik iedere keer weer.
Het is voor veel mensen een steun, een duwtje in de rug: accepteer je verleden, dat kun je niet veranderen. Maar kijk naar wat je wél kunt doen. Hoe geef ik het leven weer een positieve draai? Het is nooit te laat.
Anderen inspireren, geeft me ontzettend veel energie. Ik heb keihard gevochten, kwam uit mijn slachtofferrol en sta weer sterk in mijn schoenen. Wat ik gedaan heb, dat gun ik iedereen.”
De verdwijning van Robin, door Marjan Gorissen. Uitg. Just Publishers, te koop via o.a. standaardboekhandel.be
Uit: Libelle 05/2023. Foto’s: Ann De Wulf
VERDER LEZEN:
- Mijn verhaal: Bjorn zijn jeugd werd overschaduwd door een angststoornis
- Mijn verhaal: na de moord op haar man is Nadja erin geslaagd om het leven weer te omarmen
- Dip of depressie? De verschillen op een rij
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!