Mijn verhaal: Alfredo reanimeerde zijn buurjongetje
Alfredo (46): “Het gebeurde op 28 mei 2018. Ik zat thuis in de woonkamer toen ik opeens een doffe klap hoorde. Het was een geluid dat ik nog nooit had gehoord, dus ik wist niet wat ervan te denken. Hoe dan ook kwam het van de straatkant dus zo snel als ik kon, rende ik naar buiten. Wat ik daar zag, wil niemand ooit met eigen ogen zien. Mijn twee buurjongetjes van 6 en 5 lagen op de stoep. De oudste half bij bewustzijn, maar in shock, de jongste levenloos met een gezicht vol bloed.
De buren waren net een week voordien naast ons komen wonen en ik kende hen nog niet goed, maar de vrouw die bijna tegelijkertijd met mij naar buiten stormde, was de moeder van de jongens. Haar geschreeuw ging door merg en been. Ze riep dat haar zoontjes door het raam van de eerste verdieping waren gevallen. Waarschijnlijk zaten ze samen op de vensterbank te spelen en zijn ze al duwend en trekkend door het open venster getuimeld. Niemand zal ooit weten hoe het precies gebeurd is, maar ze hadden een smak van meer dan vier meter naar beneden gemaakt tot op de harde stenen. Het beeld van die mama met het ene kind naast haar en het andere op haar schoot, dicht tegen zich aangedrukt, dat vergeet ik nooit. Ze bleef maar herhalen dat haar kind dood was…
“Overal gingen deuren open en mensen stroomden toe. Iedereen verbijsterd, machteloos…”
Ooit in een ver verleden heb ik een cursus eerste hulp gevolgd en dat is ons geluk geweest. Ik heb mijn vingers op de hals van de jongen gelegd om zijn hartslag te vinden, maar er was niets te voelen. Ik riep dat de ziekenwagen moest gebeld worden en vroeg aan iemand om de mama op te vangen. Zonder er verder bij na te denken, ben ik met de reanimatie gestart. Die handelingen op dat kleine lijfje,… gelukkig ging het allemaal op automatische piloot. Pas achteraf is bij mij de shock gekomen.
Nog voor de ambulance aankwam, voelde ik al een zwakke pols. De opluchting was groot, maar ik was heel blij dat de hulpverleners het van mij konden overnemen. Zij gingen verder met professioneel reanimeren terwijl er ook een verpleegkundige zich om het oudste kind bekommerde. Hij was de hele tijd bij bewustzijn gebleven en er minder erg aan toe dan zijn kleine broer, maar uiteraard waren we allemaal ook wel bezorgd om hem. De ambulance bracht de oudste jongen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis en na een paar dagen observatie mocht hij al weer naar huis. De jongste moest naar de intensieve zorgen van het Erasmusziekenhuis in Brussel omdat zijn toestand nog helemaal niet stabiel was.
Toen de rust weer min of meer terugkeerde in onze straat en iedereen in de cocon van zijn eigen huis zat, kwam voor mij de shock. Pas toen drong tot mij door wat er allemaal was gebeurd. Ik zat onder het bloed en van de adrenaline trilde ik over heel mijn lichaam. En de dagen erna voelde ik mij vooral leeg. Ik kon alleen maar bidden en hopen dat het kind er bovenop zou komen. Ik belde elke dag naar het ziekenhuis om te informeren naar de toestand van de jongen. Door de val had hij niet alleen letsel aan zijn benen, maar zijn kaak was ook op verschillende plaatsen gebroken. Dat verklaarde al het bloed in zijn mond en aangezicht. Hij is twee weken in het ziekenhuis gebleven. Een kind herstelt nog snel. De opluchting toen ik hoorde dat hij van intensieve zorgen weg mocht en aan de beterhand was, dat valt niet te beschrijven.
Ik ben zelf vader van zes kinderen, drie grote en drie kleintjes. De jongsten wonen nog thuis en hebben de leeftijd van de kindjes van de buren. Zij waren er niet bij toen het ongeval gebeurde, maar ze hebben de verhalen wel gehoord. Ze weten nu beter dan wie ook dat ze ver weg moeten blijven van open ramen, ‘want dat papa anders boos wordt’. Want hoe je het ook draait of keert, zo’n ongeval blijft ook achteraf nog door je hoofd spoken… Met de buren hebben we intussen een speciale band. Het zijn eerder teruggetrokken mensen, dus we lopen elkaars deur niet plat, maar de grote glimlach die ik telkens krijg als ik de jongens zie, dat is het allermooiste geschenk. Ze groeien als kool en zitten zo vol leven. Nog regelmatig denk ik hoe anders het had kunnen zijn…
“In onze straat noemen ze mij ‘de reddende engel’. En hoewel ik best trots ben, had ik het emotioneel ook heel zwaar. Want hoe zou ik me gevoeld hebben als het níét was gelukt?”
Vandaag noemen ze mij in onze straat ‘de reddende engel’, want ik heb nog een andere buurman gereanimeerd toen hij een hartstilstand kreeg. Zijn vrouw stond bij mij voor de deur, compleet in paniek, maar ook toen is het mij gelukt om de man er weer door te krijgen. Dat geeft natuurlijk een geweldig gevoel en hoewel ik best trots ben, had ik het in beide gevallen emotioneel ook heel zwaar. Je hebt een mensenleven in je handen en alles hangt af van wat jij doet. Ik mag er niet aan denken hoe ik mij zou voelen als het níet was gelukt. Ik kan alleen maar hopen dat het vanaf nu goed gaat met iedereen in onze straat en dat er misschien door mijn verhaal, nog meer mensen leren reanimeren.”
Uit: Libelle 09/2020 – Tekst: Ann Marain
Ook zij doen hun verhaal:
- Mijn verhaal: Carla verloor haar dochter van twaalf door spoorlopen
- Mijn verhaal: Nele verloor haar onderbenen en vingers door een vleesetende bacterie
- Mijn verhaal: Hilde vergaf de doodrijder van haar mama
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!