Mijn verhaal: Anneleen kreeg haar eerste kind toen haar vader op sterven lag
Wat voor Anneleen een prachtige zwangerschap had moeten worden, werd een periode vol tegenstrijdige gevoelens. Haar papa bleek ongeneeslijk ziek te zijn.
Anneleen (37): “Kerst 2018 vierden we met z’n allen bij mijn ouders thuis: papa, mama, mijn zus met haar gezin, mijn man en ik. We genoten van het kerstmaal, warmden ons aan elkaars gezelschap en speelden spelletjes met de dochtertjes van mijn zus. Toen de cadeautjes werden uitgedeeld, gaf ik aan papa en mama een speciale verrassing: een ingelijste foto, met de echo van hun nieuwe kleinkind.
We vlogen elkaar om de hals en huilden van blijdschap: eindelijk was er bij Vincent en mij een kindje op komst. Iedereen in de familie wist hoelang we al bezig waren met zwanger worden, hoeveel ivf-pogingen we achter de rug hadden. Ons geluk kon niet op.
Niet veel later, 21 januari 2019, zaten we verslagen rond dezelfde tafel bij mijn ouders thuis. Mijn vader had net te horen gekregen dat hij longkanker had, met uitzaaiingen in zijn botten. Hij voelde zich al een tijdje niet goed, was na de feestdagen naar de huisarts gegaan en werd meteen doorverwezen voor een resem onderzoeken. We hadden ons zorgen gemaakt, uiteraard, maar niemand van ons had verwacht dat het zo ernstig zou zijn, zo fataal.
“Het waren zulke tegenstrijdige maanden: ik was euforisch omdat ik zwanger was, maar mijn vader werd zieker en zieker”
De dokters hadden hem weinig hoop gegeven. Papa zou nog chemotherapie en bestralingen krijgen, voor zijn comfort en om hem zo lang mogelijk bij ons te houden. Maar hij zou niet meer genezen. De maanden daarna waren de meest tegenstrijdige uit mijn leven. Ik was euforisch omdat ik zwanger was en kon haast niet wachten tot het zomer was en ik mijn baby kon ontmoeten. Tegelijk wilde ik dat de tijd bleef stilstaan, omdat mijn vader bij elke tik van de klok zieker en zieker werd.
In mijn lichaam groeide nieuw leven, in dat van hem woekerden de kankercellen. We zaten allebei in de medische mallemolen, maar zo helemaal anders. Ik keek reikhalzend uit naar mijn controles en echo’s in het ziekenhuis en kwam juichend weer buiten omdat alles naar wens verliep. Als mijn vader thuiskwam van de chemo, was hij een wrak en lag hij dagenlang uitgeteld op de zetel.
In het begin waren er gelukkig ook nog veel goede dagen. Nadat we van de eerste schok bekomen waren, volgde er zelfs nog een periode waarin papa’s ziekte een beetje naar de achtergrond verdween. Misschien ook omdat hij nooit klaagde en het op zich wel goed leek te gaan met hem. De behandeling sloeg aan, de dokters waren voorzichtig positief. Toen het lente werd in de tuin, fleurde papa mee op. Hij trok naar buiten om gras te zaaien, bloemen te planten en het tuinhuis op te ruimen.
En op een dag kondigde hij aan dat hij bij ons de babykamer in orde wilde komen brengen. Ik moest alleen maar laminaat kiezen en een kleurtje voor de muren, hij zorgde voor de rest. Ik stribbelde tegen, bang dat dit een te zware inspanning voor hem zou zijn. Maar mama drong aan: het was belangrijk dat hij dit nog kon doen voor zijn kleinkind. Zijn eerste kleinzoon bovendien. De eerste jongen in de familie, na twee dochters en twee kleindochters.
Toen ik aan papa vertelde dat ik een zoon verwachtte, moesten we allebei huilen, wetende dat hij zijn kleinzoon niet zou zien opgroeien. Mijn kind zal nooit samen met hem lange wandelingen maken en naar vogels kijken, zoals ik vroeger altijd met papa deed. Of samen het mooiste zandkasteel van het strand bouwen. Terwijl mijn buik almaar dikker werd, kwamen steeds meer herinneringen boven aan de tijd dat ik papa’s kleine meid was. Hoe veilig ik me op zijn schoot voelde als het onweerde, hoe trots hij naar me keek als ik met de balletklas op het podium stond, hoe diep hij kon zuchten als ik als tiener een grote mond opzette.
“Ik vond het erg dat ik er niet altijd voor mijn vader kon zijn, zeker niet toen ik de laatste weken van mijn zwangerschap moest rusten”
Ik was eindelijk zwanger, maar kon er onmogelijk voluit van genieten nu ik tegelijk afscheid moest nemen van mijn vader, die altijd zo belangrijk voor me was geweest. Ik huilde de ogen uit mijn hoofd en worstelde met schuldgevoelens. Naar mijn ongeboren kind toe, omdat ik me soms zo leeg en intens verdrietig voelde. Naar Vincent toe, omdat ik zo in mezelf gekeerd was dat hij zich af en toe buitengesloten voelde. Naar mijn vader toe, omdat ik hem zo meedogenloos confronteerde met het feit dat het leven gewoon doorging. Ik vond het ook erg dat ik er niet altijd voor hem kon zijn, zeker niet toen ik de laatste weken van mijn zwangerschap moest rusten terwijl zijn toestand pijlsnel achteruitging.
Op 18 augustus 2019 werd mijn zoon geboren, in hetzelfde ziekenhuis waar ook papa op dat moment verbleef. Een verpleegster bracht me na de bevalling naar zijn afdeling, met mijn pasgeboren baby in mijn armen. We noemden hem Mauro, naar zijn opa Maurice. Kleine Mauro huilde hartverscheurend, grote Maurice huilde mee. Vincent schonk een glaasje champagne in waar mijn papa niet van dronk.
Mama nam foto’s toen we Mauro voorzichtig in papa’s armen legden; hij streelde zacht zijn wang en drukte zijn lippen op zijn hoofdje. Die foto hangt nu uitvergroot boven het bedje van Mauro, tegen de muur die zijn opa met veel liefde appelblauwzeegroen heeft geschilderd. Papa is overleden toen Mauro amper vier weken oud was. Ik mis hem enorm. Maar het is voor mij een grote troost dat ze elkaar tenminste nog even hebben kunnen zien.”
Tekst: Carine Stevens
Meer openhartige verhalen:
- Mijn verhaal: Delphine woont met haar gezin deels in België, deels in Noorwegen
- Mijn verhaal: Alice ging opnieuw studeren en schopte het van poetsvrouw tot eremagistraat
- Mijn verhaal: na jaren van ‘moeten’, kiest Ann voor een leven dat beter bij haar past
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!