Openhartig: Annelies raakte verlamd na een noodlottige val
Sinds ze drie jaar geleden van tien meter hoog naar beneden viel, zorgt Annelies (35) voor haar kindjes vanuit haar rolstoel. “De laatste jaren waren onmenselijk zwaar, maar ik ben er nog. En daar ben ik blij om.”
Annelies: “Wat er die 29ste maart 2017 precies gebeurd is, weet ik niet meer. Het enige wat ik met zekerheid weet, is dat ik van het balkon van mijn appartement naar beneden ben gevallen, tien meter omlaag.” Van de dag zelf herinnert ze zich niks. Meer zelfs, de twee à drie jaren die eraan voorafgingen, zijn volledig uit haar geheugen gewist. “Een paar maanden voor mijn val was de relatie met mijn toenmalige vriend na twee jaar op de klippen gelopen. De kinderen vertelden dat hij een fijne stiefvader was, ik heb foto’s en filmpjes van hem gezien. Maar hij zegt me niks. En toen ik de kinderen weer terugzag nadat ik acht maanden op intensieve zorg had gelegen, dacht ik: zo groot dat die geworden zijn! Om maar te zeggen: een paar jaren die uit je geheugen gewist zijn, dat is echt raar.”
Ja en nee knikken
Na het ongeval belandt Annelies in een diepe coma. De dokters twijfelen eraan of ze het zal halen. Intussen start de politie een onderzoek naar de omstandigheden van haar val. “Zelfmoord was het waarschijnlijk niet, want ik had mijn sokken uitgedaan om meer grip te krijgen. De meest logische verklaring is dat ik op het balkon van de living was gaan roken, mezelf had buitengesloten en heb geprobeerd om via het grote keukenraam dat openstond, weer naar binnen te klimmen. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan dat ik zoiets roekeloos gedaan zou hebben. Maar het klinkt wel aannemelijk, ik sloot mezelf geregeld buiten als ik ging roken. En ik was geen bange.”
“Ik kon niks meer zeggen, mijn stem en spraak waren volledig weg. ‘Ja’ en ‘nee’ knikken kon ik nog wel”
Na enkele weken ontwaakt Annelies tegen alle verwachtingen in uit haar coma. Ze is blijvend verlamd vanaf haar borst, en ook in haar handen en vingers heeft ze geen gevoel meer. “Ik kon niks meer zeggen, mijn stem en spraak waren volledig weg. ‘Ja’ en ‘nee’ knikken kon ik nog wel. Mijn mama had het alfabet afgedrukt op een blad. Als ik iets wilde zeggen, dan ging mijn mama letter voor letter af. ‘Is de eerste letter een A? Een B? Een C?’ En dan de tweede letter, en de volgende… Het eerste woord dat ik zo duidelijk kon maken, was dat ik honger had. Als je mij nu ziet zitten in mijn rolstoel, denk je misschien: die kan niet veel meer, maar ik kom van ver. Eten, slikken, spreken… alles heb ik opnieuw moeten leren. De dokters hebben me een paar keer gevraagd of ik ermee wilde doorgaan. Eén keer heb ik ‘nee’ geknikt. (stil) Maar ze herhalen die vraag gelukkig een paar keer, en nadien heb ik toch weer ‘ja’ geknikt.”
Na acht maanden op intensieve zorgen – waar ze zich vandaag nauwelijks nog iets van herinnert – gaat Annelies naar het revalidatiecentrum in Pellenberg. Daar zal ze nog eens anderhalf jaar blijven. “Mijn vader en moeder stonden elke dag trouw aan mijn bed, de kinderen kwamen één keer per week een paar uurtjes langs. Zij waren de enigen die ik zag. Ik had altijd gedacht dat ik veel vrienden had, maar uiteindelijk haakte iedereen af. Ik neem hen dat niet kwalijk. Mijn vriendinnen hadden een gezin, ze waren zwanger van hun eerste of tweede kind. En ze woonden in Turnhout, ik lag in Leuven. Dan is het niet evident om dat bezoek vol te houden. Maar als ik nu terugdenk aan die twee jaar in Pellenberg… de eenzaamheid was verschrikkelijk. Vier uur per dag mocht ik uit bed voor kine, doktersbezoeken en psychologische hulp. De overige twintig uur lag ik daar maar te liggen. Ik heb elk programma op Vitaya wel honderd keer gezien. Mijn handen waren verlamd, dus ik kon mijn gsm niet vasthouden om eens een berichtje te sturen, ik kon de tv niet stiller of luider zetten. Het verdriet om de kinderen, die vijf en zes waren toen het gebeurde, was immens. Ik dacht de hele tijd aan hen, en hoe het nu verder moest. Mijn ex ving hen op, maar ik heb meer dan twee jaar van hun leven gemist. Een gapend, trekkend gat rond mijn hart was het. Op den duur kon ik er zelfs niet meer om wenen, mijn tranen waren op. De kinderen probeerden sterk te zijn om mij te sparen. Als er dan iets vervelends was gebeurd op school en ik vroeg mijn zoontje waarom hij me dat niet verteld had, antwoordde hij: ‘Je was al zo verdrietig mama, omdat je benen niet meer werken.’ Als een jongen van zeven zoiets zegt… dat gaat heel diep. Ik heb die twee jaar overleefd op automatische piloot. Ik wilde gewoon bij de kinderen zijn. Als ik alleen was geweest, had het niet meer gehoefd.”
Met de kippen op stok
Als mindervalide alleenstaande mama met twee jonge kinderen kan Annelies na haar revalidatie niet meer terug naar haar appartement in Turnhout. Ze verblijft even in een rusthuis, tot er een aangepaste gezinswoning vrijkomt in Kapellen. Na meer dan twee jaar kan ze eindelijk naar haar nieuwe thuis mét haar kinderen. “We leven hier in een woonproject met hulp die ik dag en nacht kan bellen. Twee keer per nacht komen ze me omdraaien, elke ochtend om zes uur komt een verpleger mij wassen, verzorgen en aankleden. Ik ontbijt met de kinderen, daarna worden ze naar school gebracht en om 16 uur weer hier afgezet. En ik heb Malika, die mee boodschappen gaat doen en fantastisch lekker kookt. ’s Avonds maken we huiswerk, kijken we tv of spelen we een spelletje. Om negen uur ’s avonds word ik weer in bed gelegd. Dat is voorlopig het enige uur dat nog beschikbaar is, maar het is wel heel vroeg. Soms lig ik wakker in bed terwijl het buiten nog licht is en ik kinderen hoor spelen. Dan besef ik: ik ben een jonge vrouw, maar ik ben volledig van mijn vrijheid beroofd. De evidente dingen zoals gaan slapen als je moe bent of een snoepje nemen als je daar zin in hebt, die kan ik niet meer. Ik vergeet soms ook gewoonweg dat ik verlamd ben. Onlangs was het carnaval op school, en ik zei ’s morgens tegen Maxinne: ‘Ik zal je schminken’. Om dan meteen te beseffen dat ik dat niet meer kan.
“Soms vergeet ik dat ik verlamd ben. Met carnaval zei ik tegen Maxinne: ‘Ik zal je schminken’. Om dan te beseffen dat dat niet meer kan”
Ik wilde ook heel graag een kat en een hond in huis, ik dacht dat het fijn zou zijn om hen tegen mij te voelen. Ze zijn er, maar ik kan hen niet strelen, ik voel hun zachte vacht niet. Als mensen klagen omdat ze het druk hebben met hun huishouden, dan denk ik: ‘Je hebt twee handen en twee benen, je kunt gaan waar je wilt’. Die les probeer ik de kinderen ook mee te geven. Als je ervoor wilt gaan, dan kan alles. Voor mij kunnen zoveel dingen niet meer. Al betekent dat niet dat ik niet meer kan genieten. Mijn ouders hadden vroeger een boekenwinkel, ik las heel graag. Nu heb ik luisterboeken ontdekt. Als het mooi weer is, leg ik mijn rolstoel horizontaal en kan ik in de zon luisteren naar een boek. En ik geniet ook heel erg van de momenten met de kinderen. Ik probeer het zo gezellig mogelijk te maken in huis, een mooie tafel te dekken voor ons. Vorige week heb ik de binnendeuren van hun kamer laten automatiseren zodat ik met mijn rolstoel tot aan hun bed kan rijden om hen een slaapwelkus te geven, want dat misten ze heel erg. En ik heb speciaal een tweepersoonsbed laten bouwen zodat ze ’s nachts bij mij kunnen kruipen als ze ziek zijn of bang. We lachen ook veel samen. Ik heb een stoma, de kinderen weten dat. Wilson liet mij onlangs schrikken en ik zei: ‘Zeg, seffens doe ik nog in mijn broek’. En hij antwoordde: ‘Mama, dat kan niet, dat komt toch in dat zakje?’ En vorige week was hij druk aan het doen en zei de begeleidster hier: ‘Amai, jij hebt ook geen zittend gat’ en hij zei: ‘Nee, maar mama wel’.’’ (lacht) Ze zijn echt heel dapper, mijn kinderen. Ik ben onwaarschijnlijk trots op hen. Ze zijn van school moeten veranderen toen we naar hier verhuisden, maar dat hebben ze zonder morren gedaan. Ik probeer hen niet te beperken, ik wil dat ze zo veel mogelijk kind zijn. En dus gaan we naar de cinema en de speeltuin, organiseer ik hier thuis een verjaardagsfeestje voor vriendjes. Al vraagt dat wel al mijn energie. Ik leef eigenlijk op automatische moederpiloot, ik doe er alles aan om hen zo goed mogelijk te ondersteunen. Als ze wat groter zijn, dan hoop ik om iets meer terug ‘Annelies’ te worden in plaats van alleen maar mama te zijn.”
“Het enige waar ik het echt moeilijk mee heb, is mijn liefdesleven. Ik wéét: ik ben voor de rest van mijn leven alleen”
Oneerbare voorstellen
Annelies’ fysieke vrijheid is heel beperkt, maar in haar hoofd kan er nog heel veel. “Ik heb nog dromen, ja. Voor mijn ongeluk ging ik heel veel op reis. Dit jaar wilde ik voor het eerst weer opnieuw reizen met WeTravel2, een gespecialiseerde organisatie voor mindervaliden. Die reis is jammer genoeg in het water gevallen door de coronacrisis. Maar de plannen zijn er: naar Spanje met de kinderen, naar Disneyland Parijs, met de familie naar de Ardennen, een ballonvaart en mijn studie psychologie afmaken. Ik was opnieuw beginnen studeren net voor het ongeluk, ik moest nog één examen doen. Die opleiding wil ik afmaken, kinderpsychologie bijstuderen en dan gaan werken als ervaringsdeskundige in een revalidatiecentrum. Dat zou echt mijn droomjob zijn. Ik kan nog in de toekomst kijken. Het enige waar ik het écht moeilijk mee heb, is mijn liefdesleven. Vanaf nu ben ik voor de rest van mijn leven alleen, daar ben ik zeker van. Mensen zeggen soms: ‘Och, je vindt nog wel iemand’, maar ik weet dat dat niet gaat gebeuren. Er zijn wel mannen die ik beter wil leren kennen, maar dat gaat nooit iets worden. Als man ben je toch op zoek naar een totaalpakket bij een vrouw. Maar seksualiteit is uitgesloten, zelfs een knuffel is moeilijk. Ik neem die mannen dat niet kwalijk, ik weet niet of ik zelf in zo’n engagement zou stappen. En de mannen die wel op mij afkomen… Ik heb de laatste drie jaar nog nooit zoveel oneerbare voorstellen gekregen. Eerlijk, ik wist niet dat er mannen bestonden die kicken op een vrouw in een rolstoel. Onwaarschijnlijk wat ik allemaal te horen krijg. En er zijn ook heel wanhopige mannen, die denken: ‘Annelies zit in een rolstoel, die zal mij wel willen’. Maar op dat soort man kan ik niet vallen, en ik wil geen man nemen gewoon om niet alleen te zijn.
“Mijn lichaam kan niets meer, maar in hoofd kan nog véél. Ik kan nog dromen”
Ik probeer er niet te veel bij stil te staan, maar als ik een romantische film zie of een liedje hoor, dan doet dat echt pijn. Ik zou zo graag hebben dat iemand me nog eens graag ziet. Het is toch onwezenlijk dat ik dat nooit meer ga meemaken? Ik heb wel mijn familie, maar dat is een andere vorm van graag zien. Ik ga alleen oud worden, dat vind ik heel erg. Het frustreert me ook dat er zijn zoveel datingprogramma’s zijn op tv, waarom zie je daar nooit iemand in een rolstoel? Hetzelfde met make-over programma’s. Het is toch niet omdat wij in een rolstoel zitten dat wij niet eens een nieuw kapsel of een fotoshoot willen? Ik heb vaak het gevoel dat ik niet meer meetel. Daar zou ik heel graag een komische serie over schrijven, zoals Friends, maar dan met mindervaliden. En ja, dan kun je lachen met dingen die erg zijn, maar dat zou ook het taboe doorbreken. Met de drie verplegers die me elke morgen komen verzorgen, jonge gasten nog, kan ik ook goed lachen. Ja, wij maken geregeld mopjes over die rolstoel.” (lacht)
“Een paar keer hebben de dokters me gevraagd of ik wilde blijven leven. Eén keer heb ik ‘nee’ geknikt”
Iets betekenen
“Als ik kijk naar vriendinnen die een gezin hebben en gelukkig zijn, doet dat soms pijn. Dan kan ik niet geloven dat door één seconde van onoplettendheid mijn leven zo veranderd is. Maar ik ben nog altijd blij dat ik ‘ja’ gezegd heb toen de dokters vroegen of ik wilde blijven leven. Mijn plek is híér, om voor mijn kinderen te zorgen. En ja, het verlies van de liefde valt me zwaar, maar aan het einde van de dag ben ik blij dat ik mijn kinderen kan zien oproeien tot twee volwassen mensen. En ik wil graag nog iets betekenen voor anderen, voor lotgenoten. Ik zit in enkele lotgenotengroepen en hou een blog bij. Ik merk dat zij écht iets hebben aan wat ik schrijf, dat doet deugd. De voorbije drie jaar waren onmenselijk zwaar, maar ik bén er nog. En ik wil dat mijn kinderen een moeder hebben waar ze later trots op kunnen zijn.”
Wil je meer lezen over Annelies? Je vindt haar blog op opnieuw-geboren.be
Uit: Libelle 26/2020 -Tekst: Annelies Dyck
Meer openhartig verhalen:
- Mijn verhaal: de man van Jeanne bedroog haar met haar zus
- Mijn verhaal: Nathalie heeft de milieuziekte en is allergisch aan allerlei chemicaliën
- Openhartig: Femke adopteerde haar 21-jarige stiefdochter
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!