mijn verhaal
Getty Images

“Het heeft niet meer dan een half jaar geduurd na Gerda’s dood vooraleer Fleur en ik een koppel werden”

Toen Fleur over de vloer kwam als thuisverpleegster voor haar vrouw Gerda, had Benedicte nooit gedacht dat ze ooit verliefd op haar zou worden. Maar het leven loopt soms onverwacht.

Benedicte (52): “Gerda was de liefde van mijn leven. Smoorverliefd was ik op haar, en zij op mij. We baatten samen een café uit en hadden het echt heel goed met ons twee. Tot Gerda lymfeklierkanker kreeg. Ook al beseften we dat dat geen goed nieuws was, toch zijn we altijd blijven hopen, blijven vechten en geloven dat alles goed kwam.

De zes jaren die volgden, bestonden vooral uit mooie momenten, maar het laatste jaar werd Gerda zieker. Ik denk dat er niemand blijer was met de coronasluiting van de horeca dan ik. Omdat ik niet naar het café hoefde, kon ik er de hele dag voor haar zijn. Ik ben zo dankbaar dat ik die periode zo intens met haar kon beleven. Als Gerda niet in het ziekenhuis lag, verzorgde ik haar zoveel mogelijk zelf: ik waste haar, legde haar pilletjes klaar… Met heel veel liefde.

“Van bij het begin voelde ik aan dat Fleur zo goed voor haar zorgde als ik”

We hadden wel eens thuisverzorging geprobeerd, maar dat liep nooit echt goed. Tot Gerda plots zelf contact zocht met Fleur. Fleur was thuisverpleegster en we kenden haar van in ons café. We hadden veel gemeenschappelijke vrienden en Fleur kwam geregeld iets drinken. Zonder dat ik het wist, had Gerda geregeld dat zij voor haar kwam zorgen. Eigenlijk deed ze het voor mij, om me wat rust te gunnen.

Van bij het begin voelde ik aan dat Fleur zo goed voor haar zorgde als ik. Dat gaf mij ook meer ademruimte: ik kon een stukje uit handen geven. Vanaf de eerste dag dat Fleur voor Gerda kwam zorgen, tot helemaal op het laatste – zelfs toen ze al op palliatieve lag – was ze er voor ons. Haar nabijheid voelde fijn. Vertrouwd ook.

Toen Gerda uiteindelijk overleed, viel het contact in eerste instantie stil. Het viel me zelfs niet op dat ik die eerste dagen niets van Fleur hoorde. Er was zoveel te regelen en ik was overmand door verdriet. Maar een paar weken later kreeg ik onverwacht een berichtje van haar om te vragen hoe het met me ging. Ik was aangenaam verrast. Haar bezorgdheid deed zoveel deugd.

Ik had het gevoel dat Fleur mijn gemis als geen ander kon begrijpen. Ook zij miste Gerda, natuurlijk. Daar had ik niet bij stilgestaan. Ze had haar op korte tijd heel intens leren kennen, ze wist dat het een fantastische vrouw was. We hielden contact en ik merkte dat die berichtjes van Fleur me blij maakten. Waarom juist en wat ze met me deden, dat kon ik niet goed plaatsen.

“Stapje voor stapje kwamen we dichter naar mekaar. Soms onzeker, soms angstig. Maar ook wel heel puur en oprecht”

Tot Fleur me vroeg of ze eens mocht langskomen. Uren hebben we gepraat over Gerda, over mijn verdriet, over mijn gemis… Maar ook over hoe zij Gerda had gekend, wat haar dood voor haar betekende. We hebben niet alleen samen geweend, maar ook gelachen. Om Gerda, om dingen die Gerda haar verteld had. Ik weet nog dat ik toen iets voelde dat anders was en dat dat me tegelijk ook een beetje afschrikte. Ik wou graag dat Fleur bij me was. Was ik verliefd? Had ik nood aan een schouder? Ik was in de war.

Ik heb dat toen ook eerlijk gezegd tegen Fleur. Wat ik voelde, hoe het voelde en waar ik bang voor was. Stapje voor stapje kwamen we dichter naar mekaar. Soms onzeker, soms angstig. Maar ook wel heel puur en oprecht. Tot we op een dag durfden voelen, durfden toegeven dat er meer was dan zomaar vriendschap.

Het is vreemd hoe het leven soms kan lopen… Zolang Gerda leefde, zolang zij mijn vrouw was, heb ik nooit gedacht aan een relatie met iemand anders dan haar. Ook niet met Fleur. Ik zag haar als de verpleegster van Gerda, niet meer en niet minder. En toch heeft het niet meer dan een half jaar geduurd na Gerda’s dood vooraleer Fleur en ik een koppel werden. Is dat te snel? Misschien oordelen anderen zo, maar zelf denk ik er anders over. Gevoelens kun je niet parkeren of tegenhouden, die zijn er en daar moet je iets mee.

Ik voel dat de klik die Fleur en ik hebben, uniek is. En daarin heeft Gerda onmiskenbaar een grote rol gespeeld. Toen ze ziek was, heeft ze me weleens gevraagd om Fleur te blijven zien. Achteraf hoorde ik ook dat ze tegen gemeenschappelijk vrienden had gezegd dat ze hoopte dat wij twee samen zouden zijn. Misschien zorgt dat er ook voor dat ik me nooit schuldig heb gevoeld. Ik weet dat wij de zegen van Gerda hebben, ze zou niet liever gewild hebben.

“Dat Fleur zo dicht bij ons stond in die moeilijke periode, versterkt onze band”

En ja, tussen Fleur en mij gaat het goed. We hebben onze draai gevonden. Zo lang zijn we nog niet samen, maar soms voelt het alsof we elkaar al veel langer kennen. Misschien omdat Fleur een stukje uit mijn ‘verleden’ kent. Een heel belangrijk stuk. Want Gerda, die is altijd heel dicht bij ons. Soms vertelt Fleur een anekdote die ik nog niet wist, of kan ik iets van lang geleden vertellen…

Gerda leeft verder in onze verhalen, in onze herinneringen, in alles wat we doen. Dat Fleur zo dicht bij ons stond in die moeilijke periode, versterkt onze band. Missen en liefhebben kunnen hand in hand gaan.

Meer openhartige verhalen:

“Ik dronk niet dagelijks en er zat geen patroon in. Toch was ik verslaafd. Het glas werd een fles”
Mijn verhaal: Katrien stopte met drinken nadat ze op de spoeddienst was beland
“Ik zwaaide de voordeur open en werd bruut opzij geduwd. In de gang stond een man met een bivakmuts en een pistool in zijn hand…”
Mijn verhaal: Liselotte stond oog in oog met een overvaller

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."