Mijn verhaal
“De pijn was hels. Ik dacht eerst aan een miskraam, maar waarom was er dan geen bloed?”
Door Goele Tielens

Mijn Verhaal: Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap werd Ilse bijna fataal

Ilse werd zwanger via ivf. Ze was blij, maar toch knaagde er iets: ze vóélde zich niet zwanger. Toen ze niet veel later met helse buikpijn naar het ziekenhuis moest, werd duidelijk waarom: het hartje van het vruchtje klopte wel, maar in de eileider, niet in de baarmoeder.

Ilse (33): “Mijn eerste zwangerschap was een droom. Hoewel de weg ernaartoe lastig was – ik werd zwanger via ivf – verliep alles wat erna kwam goed, en werd na negen zalige maanden Otis geboren.

Hij was anderhalf toen we een broertje of zusje voor hem wilden. We hadden nog twee embryo’s over van de vorige ivf, dus ik hoopte dat het vlot zou gaan. De eerste terugplaatsing was geen succes. Ik was biochemisch zwanger: er werden wel zwangerschapshormonen gemeten in mijn bloed, maar niet genoeg. Een zware dobber, maar met het andere embryo zou het zeker lukken, zo prentte ik mezelf in.

Na de tweede terugplaatsing wachtte ik zenuwachtig op het telefoontje van het ziekenhuis. De teleurstelling was enorm toen de dokter vertelde dat het opnieuw een biochemische zwangerschap was. Maar enkele dagen later volgde dan toch goed nieuws: er zat wél zwangerschapshormoon in mijn bloed. Was ik dan toch zwanger? Het werd een wekenlange emotionele rollercoaster.

Ik wilde blij zijn, maar er knaagde iets: ik vóélde me niet zwanger. Ik was niet misselijk en leek erg opgeblazen: als ik in de spiegel keek, zag ik een vrouw die er al zeven maanden zwanger uitzag. Maar ik besloot de dokters te geloven en schoof mijn gevoelens opzij, zij zouden het wel weten, toch?

Moedergevoel

Tijdens een feestje op het werk ging het mis. Ik kreeg opeens hevige pijnscheuten in mijn buik en rende naar het toilet. Ik dacht meteen aan een miskraam, maar waarom was er dan geen bloed? Niemand wist op dat moment al van mijn zwangerschap, maar toen ik voelde dat ik ging flauwvallen, nam ik toch een collega in vertrouwen. Zij schoot meteen in actie.

Ze legde me buiten op het balkon met mijn benen in de lucht. Daar lag ik te kermen van de pijn, met al mijn collega’s rond me tot de ambulance er was. In het ziekenhuis moest ik een paar minuten wachten tot iemand mij kon helpen. Die vijf minuten leken wel uren te duren, ik had immens veel pijn. Tijdens een echo werd duidelijk wat er scheelde: het hartje van het vruchtje klopte wel, maar het zat niet in mijn baarmoeder, wel in mijn eileider.

Al die tijd had mijn moedergevoel juist gezeten: er was wel degelijk iets mis. De buitenbaarmoederlijke zwangerschap zorgde voor bloedingen, dat verklaarde de helse pijn. Bovendien was het levensgevaarlijk: als ik niet met spoed geopereerd werd, zou het mij fataal worden. Er was dus geen tijd te verliezen.

De operatie was een succes en mijn eileider kon gered worden. Ik zou me beter moeten voelen, maar dat deed ik allesbehalve

De operatie was gelukkig een succes: het vruchtje was niet levensvatbaar, maar mijn eileider kon gered worden. Ik zou me beter moeten voelen, maar dat deed ik allesbehalve. De pijn bleef weken aanhouden en ik had regelmatig het gevoel dat ik ging flauwvallen: ik was duizelig en hapte vaak naar adem. Volgens de arts hoorde het bij mijn herstel, maar tijdens een vervolgonderzoek zag hij wat ik al vermoedde: er was zwangerschapsweefsel achtergebleven in mijn eileider.

Ik kreeg Methotrexaat toegediend, een soort chemo die moest zorgen dat het zwangerschapsweefsel zou afbreken. Op de dienst oncologie kreeg ik mijn injectie: ik zat er tussen patiënten die vochten voor hun leven. Ik had zo’n dubbel gevoel: enerzijds was ik verdrietig. Ik had zo’n weg afgelegd om zwanger te worden, maar het mocht niet zijn. Anderzijds voelde ik me schuldig dat het ‘maar’ dat was.

Bang om te sterven

Ik hoopte dat ik het nu eindelijk achter me kon laten, maar niet veel later ging het nóg eens mis. Ik was onderweg naar een vriendin toen ik mezelf voelde wegdraaien. Deze keer wist ik al wat er aan de hand was: mijn buik vulde zich opnieuw met bloed. Ik raakte nog met mijn auto op de pechstrook, maar daar ging ik buiten westen. Toen ik bijkwam, belde ik de ambulance.

De rit naar het ziekenhuis was hels, de pijn was ondraaglijk. De hele weg heb ik geschreeuwd: ‘Ik ga sterven’, zo erg was het. Ik vreesde dat ik mijn zoontje nooit meer zou terugzien. Bij aankomst werd ik meteen geopereerd, mijn eileider werd weggenomen. Gelukkig heb je die niet nodig voor een zwangerschap via ivf, dus voor mij was de impact niet zo groot.

Eindelijk voelde ik me weer mezelf. Meer nog: ik werd zwanger en dit keer voelde het wél meteen juist

Na de operatie was ik opgelucht. Deze keer voelde het wél juist. Ik moest rusten en mocht zes weken lang mijn zoontje niet tillen, maar het herstel verliep vlot. Ik voelde me eindelijk weer mezelf. Meer zelfs: niet lang erna startte ik opnieuw een ivf-traject. Eerst met een bang hart, maar eens ik zwanger was, verdween mijn angst. Dat zwangere gevoel was er nu wél weer meteen.

Amélie is ondertussen vier maanden en ons gezin is compleet. Pas nu alles in zijn plooi valt, besef ik wat ik heb meegemaakt: mijn leven heeft aan een zijden draadje gehangen. De angst, het verdriet… al die emoties kan ik nu een plaatsje beginnen te geven. Ik ben dankbaar dat ik er nog ben, maar ik heb wel een belangrijke les geleerd: vanaf nu luister ik altijd naar mijn buikgevoel, ook als anderen dat tegenspreken.”

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."