“Ik kon niet stoppen met huilen en beefde over mijn hele lichaam. Het verdict was snel duidelijk: ik had een zware burn-out”
Mentale gezondheid is belangrijker dan ooit. Dat weet ook Geike, die na drie jaar nog steeds herstelt van een zware burn-out. “De eerste stap was: mezelf graag leren zien, ongeacht wat anderen van me dachten. En mijn grenzen leren afbakenen.”
Burn-out
Geike (45): “Ik heb me nooit echt depressief gevoeld, zelfs niet tijdens de donkerste periode van mijn burn-out. Als de zon scheen, wilde ik naar buiten in plaats van binnen te zitten treuren. Het probleem was dat ik daar gewoon veel te uitgeput voor was…
Het begon allemaal een paar jaar geleden, toen ik plots last kreeg van pijn in mijn schouder. Ik was niet echt ongerust, maar besloot toch maar eens langs te gaan bij mijn huisarts. Die had zijn diagnose snel klaar: de pijn in mijn schouder was het gevolg van stress, geen twijfel mogelijk. Ik snapte er niets van. Ik voelde me toch helemaal niet gestresseerd? Trouwens, als mama van drie werkte ik maar halftijds, hoe kon ik dan in godsnaam last hebben van stress?
Maar stilaan staken er meer kwaaltjes de kop op: ik voelde me futloos, begon elke dag met steeds minder energie. En in het ziekenhuis, waar ik werkte als verpleegkundige, reageerde ik kortaf en kregelig. Voor het minste zette ik mijn stekels op. Als een collega kritiek had op mijn werk, nam ik dat meteen persoonlijk op. Ook in het contact met de patiënten kon ik steeds moeilijker mijn grenzen bewaken. Ik verloor me in hun problemen en klachten, en probeerde die in mijn eentje op te lossen. En als me dat niet lukte, groeide mijn frustratie nog meer… Als ik na zo’n uitputtende dag weer thuiskwam, bleef ik piekeren over wat er allemaal gebeurd was op het werk.
Ik bleef mijn problemen koppig voor me uit duwen…
Toen ik weer eens bij de huisdokter langsging, gaf die voorzichtig aan dat mijn perfectionistische houding stilaan gevaarlijk werd. Ik wuifde zijn bezorgdheid weg en weigerde koppig om in ziekteverlof te gaan. Nochtans schreeuwde mijn hele lichaam ondertussen dat het genoeg was. ’s Nachts deed ik geen oog meer dicht, omdat mijn gedachten maar bleven malen: ‘Was mijn werk wel zinvol? En waarom voelde ik me, ondanks mijn prachtige gezinnetje, toch niet echt gelukkig?’ Omdat ik nauwelijks nog sliep, liep ik er overdag als een zombie bij. Zelfs het gefluit van de vogels kon ik niet meer verdragen. Na een tijd kon ik het niet eens meer opbrengen om mijn propere was, die al twee weken in de mand stond te wachten, in de kast te leggen.
Intussen namen mijn gedachten ook steeds meer een loopje met mij. Als ik op een brug reed, moest ik het beeld wegduwen van mijn auto die in het water stortte. Op een verlaten weg zag ik het beeld van mijn auto die in de vangrail crashte en van mezelf terwijl ik in slow motion door de lucht vloog. Niet normaal, natuurlijk, maar toch bleef ik mijn problemen koppig voor me uit duwen.
Dagenlang stress
Een paar weken later is het licht dan toch uitgegaan. Mijn man en ik hadden die dag vrienden uitgenodigd bij ons thuis voor een etentje. Op voorhand liep ik al dagenlang te stressen: de tafelschikking, de bloemstukken, de kaarsen … Alles moest zoals gewoonlijk perfect zijn. Toen iedereen weer naar huis was, ben ik helemaal gecrasht. Zo hard had ik geprobeerd om er de perfecte avond van te maken. Ik kon niet stoppen met huilen en beefde over mijn hele lichaam. Omdat mijn man zag dat het ernstig was, is hij meteen met mij naar de spoedafdeling gereden. Daar was het verdict duidelijk: ik had een zware burn-out en moest zo snel mogelijk opgenomen worden.
Nog geen week later stond ik met mijn koffertje op de drempel van de afdeling ‘Angststoornissen’. Daar ben ik uiteindelijk meer dan twee maanden gebleven. Een heel confronterende periode, zeker omdat ik al die tijd niet thuis kon zijn bij mijn man en mijn drie zoontjes. Maar ik wist ook: als ik er voor mijn jongens wil zijn, dan moet ik nu doorzetten. Tijdens de vele therapiesessies ben ik op een paar onverwerkte trauma’s uit mijn verleden gestoten. Die trauma’s zorgden ervoor dat ik heel weinig zelfvertrouwen had en voortdurend de perfectie nastreefde, om niemand teleur te stellen.
Een burn-out kun je in 1-2-3 afsluiten. Ik kan nog steeds niet zonder mijn medicatie…
De eerste stap naar beterschap was dan ook: mezelf graag leren zien, ongeacht wat anderen van me dachten. Ik moest ook mijn grenzen leren afbakenen. Voordien sprong ik altijd voor iedereen in het rond, zelfs als ik eigenlijk geen tijd had. ‘Nee’ zeggen, dat had ik gewoon nooit geleerd. Die paar maanden in opname hebben me sterker gemaakt, maar toch merk ik dat je een burn-out niet in één-twee-drie kan afsluiten. Ik kan nog steeds niet zonder mijn medicatie, en véél slaap. Ik dacht al een paar keer dat ik helemaal genezen was, maar dan belandde ik toch weer in een dip. Het zal dus nog wel even duren eer die burn-out echt uit mijn systeem is.
Vooral mijn perfectionisme en controledrang steken soms nog de kop op. Ik kan er bijvoorbeeld nog altijd niet goed tegen als plannen op het laatste moment gewijzigd worden. En als mijn kinderen met hun Lego hebben gespeeld, moet ik mezelf ’s avonds echt inhouden om niet alles op te ruimen. Ik heb dus nog een lange weg af te leggen, maar bij elke stapje vooruit geef ik mezelf voortaan een schouderklopje. Zo heb ik onlangs ontslag genomen, omdat ik tijdens mijn ziekteverlof besefte dat mijn werk me al jarenlang niet meer gelukkig maakte. Binnenkort ga ik aan de slag als coach, om anderen met soortgelijke problemen te helpen. Op die manier kan mijn burn-out misschien nog een positief staartje krijgen…”
Lees ook deze openhartige verhalen
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!