Mijn verhaal: Greet had een psychische stoornis waardoor ze van zichzelf vervreemdde
Jarenlang voelde Greet zich als een vervreemde versie van zichzelf.Β Dit is haar verhaal over depersonalisatie en hoe ze het overwon.
Greet (53): βIn 2016 kreeg ik de diagnose spierreuma. Ik had zoveel pijn en mijn spieren waren zo verkrampt dat ik op handen en voeten de trap op moest kruipen. Zelfs mijn haar kammen, lukte niet meer. Een zware cortisonekuur werd opgestart, maar ik reageerde er slecht op en voelde me zwak en apathisch. Op een middag lag ik te rusten, toen ik opeens drie schokken in mijn achterhoofd voelde. Je kunt het vergelijken met statische elektriciteit, zoals bij het vastnemen van een deurklink in de winter. Knets. Ik ging rechtop zitten en stelde tot mijn verbazing vast dat mijn zicht helemaal anders was. De omgeving was helder en duidelijk, maar toch zat er een waas voor, zoals warmtenevels boven een asfaltweg in de zomer. Het leek alsof ik vanonder een stolp naar de wereld keek.
βIn de spiegel zag ik een vrouw, maar ik herkende haar niet als mezelf. Ik dacht dat ik gek werdβ
Toen mijn man thuiskwam, begon ik te praten en schrok. Mijn stem klonk raar en leek van heel ver te komen. Hoewel ik perfect wist dat ik iets aan het zeggen was en wΓ‘t ik vertelde, herkende ik mijn eigen stemgeluid niet. Even later viel mijn blik op een spiegel. Ik zag iemand staan, maar herkende de vrouw niet als mezelf. In de hoop dat het enkel vermoeidheid was, kroop ik in mijn bed. Maar het vreemde gevoel bleef. Zo begon een tweede medische zoektocht die me van dokter tot dokter bracht.
Mijn homeopaat sprak als eerste over depersonalisatie en derealisatie (DP/DR). Het is een dissociatieve stoornis die je het best kunt omschrijven als zelfvervreemding. Bij mij was het een neveneffect van de zware depressie die ik kreeg door de reuma. De depressie had me afgesloten van alle emoties en gevoelens. Alsof ik een ongeΓ―nteresseerde zombie was: ik kon niet lachen of huilen, voelde geen honger of moeheid. Voeg daarbij nog de DP/DR en je kunt geloven dat ik het gevoel had gek te worden.
Soms stond ik met mijn neus tegen de spiegel en vroeg ik me af: waar ben ik? Ik kon me niet vereenzelvigen met mijn spiegelbeeld en mijn stem. Als ik onder de douche stond, waste ik me in een razend tempo, omdat mijn naakte lichaam niet als het mijne aanvoelde. Ik wilde snel kleren aandoen om mijn vreemde lichaam te verstoppen. Keer op keer vroeg ik aan mijn man: hoe zie ik eruit? Hij antwoordde steevast: je ziet eruit zoals je er altijd uitziet. En dan werd ik boos en riep: maar nee, zie je het dan niet, ik ben Greet niet!
Omdat ik mezelf niet herkende als Greet, leek het in mijn hoofd onmogelijk om een goeie vriendin te zijn. In die periode onderhield mijn man de relaties met de buitenwereld. Om niet van mijn kinderen te vervreemden, verplichtte ik mezelf om traditionele feestjes zoals Kerstmis toch te laten doorgaan. Maar reizen en activiteiten met vrienden werden drie jaar lang geschrapt. Ik volgde iedereen vanop afstand via Facebook, maar kreeg mezelf niet opgepept om mee te gaan naar feestjes. Ik voelde me onbehaaglijk en had geen fut. Als niet-Greet zijnde zou ik toch niet de gesprekken kunnen voeren die ik anders voerde, dus ik bleef liever thuis. En de weinige keren dat ik er uit noodzaak toch op uittrok met de auto, werd mijn akelige gevoel keer op keer bevestigd. Ik kon de wagen nog besturen, kende de verkeersregels en wist waar ik was, maar het voelde anders. Het leek alsof ik buiten de atmosfeer stond. Aquariumzicht, noemen de dokters dat.
De zoektocht naar het juiste antidepressivum bleek niet eenvoudig. Ik had last van allerlei vervelende bijwerkingen, en de situatie beterde niet. Mijn man bleef altijd heel begripvol. Het feit dat hij me geloofde, was van onschatbare waarde. Zelfs toen ik donkere gedachten kreeg, bleef hij kalm. Ik stond in de douche met mijn hoofd tegen de tegels te bonken in de hoop dat het vreemde gevoel zou verdwijnen. Op deze manier kon ik toch niet verder leven? Ik ging bovenaan de trap staan en wilde me laten vallen. Maar wat als ik dan niet dood, maar verlamd was? Mijn man reageerde meestal met een kwinkslag die me terug met beide voeten op de grond zette. Hij vroeg bijvoorbeeld of ik het familierecept van chocomousse aan onze dochter wilde geven voor op mijn koffietafel. Ik denk dat hij besefte dat ik eigenlijk niet echt dood wilde. Ik wilde gewoon mijn eigen hoofd terug.
Hoewel ik begin 2019 nog aan euthanasie dacht, beterde mijn situatie vanaf april. Ik kreeg een kat van mijn kinderen en de zorg voor Mila leek me echt te helpen. Samen met mijn homeopaat vond ik bovendien een oplossing in een combinatie van sint-janskruid en saffraan. De specifieke mix gaf me een boost, waardoor de depressie en DP/DR langzamerhand verdwenen. De nevel rondom mij loste op en ik herkende mezelf terug in de spiegel.
Onlangs heb ik een brief geschreven aan alle mensen die belangrijk voor me zijn. Ik wilde mijn afwezigheid verklaren en uitleggen hoe slecht ik me de afgelopen drie jaar gevoeld heb. Mijn man en kinderen zijn heel fier dat ik al die tijd ben blijven zoeken en vechten om mezelf terug beter te maken. Natuurlijk moet ik mijn energie nog doseren, want de reuma blijft in mijn lichaam zitten. Ik ben ook bezorgd dat de DP/DR kan terugkomen, aangezien er geen aantoonbare oorzaak gevonden werd. Maar het allerbelangrijkste is dat ik eindelijk weer zin heb in het leven.β
Uit: Libelle 10/2020 – Tekst: Tessa Vanherck
Ook deze lezeressen doen hun verhaal:
- Mijn verhaal: Myrthe overwon haar fobie met EMDR-therapie
- Mijn verhaal: Katia leeft met helse pijnen na een mislukte mesh-operatie
- Mijn verhaal: Annelies kreeg op haar vijftiende een zware depressie
Β Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!Β