“Ik zag dat de omzet begon te dalen, dat klanten wegbleven, maar de baas bleef volhouden dat er geen vuiltje aan de lucht was”
Stress op het werk, we kennen het allemaal. Maar wat als je niet weet of je volgende week wel nog naar kantoor mag komen? Noura (41) voelde het faillissement van haar werkgever al van mijlenver aankomen.
Een tikje argwanend
Noura: βAcht jaar geleden begon ik als poetsvrouw in een horecazaak te werken. Ik maakte blijkbaar een goede indruk, want na een tijdje vroeg de eigenares mij of ik extra uren wilde werken als medewerker in de keuken. Langzaam maar zeker kreeg ik meer verantwoordelijkheid en een paar jaar later stond ik zowel in de keuken als achter de bar en in de zaal. Ik hield van het horecaleven, en jarenlang ging ik met plezier naar mijn werk. Ik kende al de vaste klanten bij naam, en ik kreeg waardering voor mijn inzet. Ik was er zeker van dat ik een toekomst had in de zaak.
Drie jaar geleden besliste de eigenares om de taverne te verkopen. Ze drukte ons op het hart dat we niet bang moesten zijn, want ze had een geschikte overnemer gevonden, die niets aan de zaak zou veranderen. Ook al het personeel mocht op post blijven, en ik kreeg zelfs een job als gerante aangeboden, die ik met veel plezier aanvaardde. Het eerste gesprek met de nieuwe eigenaar gaf mij vertrouwen. Wat ik toen al wel verdacht vond, was dat hijzelf nog een andere job had en de taverne had overgenomen als een soort hobbyproject. Als er iets is dat ik geleerd heb tijdens mijn jaren in de horeca, is het dat een goede zaak enkel draait als de eigenaar zich mee inzet op de werkvloer. Ik was dus van bij het begin een tikje argwanend, maar ik gaf mijn nieuwe baas het voordeel van de twijfel en zette mij zoals altijd voor de volle honderd procent in voor de zaak.
Ik zag dat de omzet begon te dalen, dat klanten wegbleven…
Ondanks zijn goede bedoelingen voelde ik al snel aan dat de nieuwe eigenaar het helemaal verkeerd aanpakte. Het was duidelijk dat hij niks van horeca afwist, en dat hij geen idee had van de taakverdeling van het personeel en de wensen van de klanten. Ik probeerde hem daar tijdens onze wekelijkse vergaderingen op te wijzen, maar hij wuifde mijn opmerkingen steeds weg. Ik denk dat hij te hard vertrouwde op de goede reputatie van de zaak, zonder te beseffen dat je daar elke dag aan moet blijven werken. Ik probeerde zoveel mogelijk op te vangen als gerante, maar ik was natuurlijk niet non-stop aanwezig in de zaak.
Klanten begonnen tegen mij te klagen, en ook de andere personeelsleden werden onrustig. Ik kreeg boze telefoontjes van leveranciers wiens facturen niet betaald waren, en ik moest continu brandjes blussen op de werkvloer. Mijn arbeidsvreugde verdween met de dag. Het frustrerende aan de situatie was dat ik de situatie alleen niet kon oplossen. Ik zag dat de omzet begon te dalen, dat klanten wegbleven, dat het personeel op zijn tandvlees zat, maar de baas bleef volhouden dat er geen vuiltje aan de lucht was.
Liefde voor de zaak
Op een bepaald moment was het voor mij duidelijk dat de zaak op deze manier niet zou overleven. Ik zat in een onmogelijke positie. Want als de taverne failliet zou gaan, zou ik mijn job kwijt zijn. Maar als ik in opstand kwam tegen mijn baas, zou hij mij waarschijnlijk ook op straat zetten. Uit liefde voor de zaak, de klanten en mijn collegaβs probeerde ik maandenlang de boel draaiende te houden door stiekem mijn eigen koers te varen, maar begin vorig jaar werd ik op het matje geroepen. Mijn baas zei dat hij mij niet langer vertrouwde. Hij vond mij eigenwijs en koppig en gaf aan dat hij mij in de gaten zou houden. Hij dreigde niet letterlijk met ontslag, maar ik voelde aan alles dat hij niet veel geduld meer had. Zijn woorden deden pijn. Ik wilde hem helemaal niet bewust ondermijnen, ik wilde net alles doen om zijn zaak te redden.
Ook al moest ik er mij voor forceren, ik probeerde de visie van mijn baas te verdedigen bij mijn collegaβs. Ik schoof mijn trots opzij en ik deed wat er van mij verwacht werd. Maar net toen nam onze baas een nieuwe barman in dienst, toevallig één van zijn beste vrienden. Door zijn aanwezigheid voelde ik mij nog meer geviseerd. Ik had het gevoel dat hij enkel aangenomen was om mij in de gaten te houden en informatie over mij te gaan doorbriefen. Ik werd voor de kleinste dingen op de vingers getikt en moest mijzelf constant verdedigen.
Na mijn vertrek is de situatie van kwaad naar erger gegaan
Ik raakte daar heel erg door gestresseerd en kon mij op de duur ook thuis niet meer ontspannen. Mijn relatie begon eronder te lijden. Ik had geen energie meer over om in mijn vriend te investeren waardoor hij zich verwaarloosd begon te voelen. Hij snapte ook niet waarom mijn werk voor ging op hem, als ik er toch niet meer gelukkig van werd. We kregen ook heel wat financiΓ«le stress door die ontslagdreiging op mijn werk. We wilden dolgraag een nieuw appartement kopen, maar daar was het niet het moment voor. Ook dat lokte thuis veel discussies uit.
Uiteindelijk heb ik de eer aan mezelf gehouden en enkele maanden geleden mijn ontslag gegeven. Ik vertrok met spijt in het hart, want ik heb jarenlang met liefde in de taverne gewerkt. Via een ex-collega heb ik ondertussen vernomen dat de situatie na mijn vertrek van kwaad naar erger gegaan is, en dat het faillissement niet lang meer kan uitblijven. Ik heb ondertussen een nieuwe job gevonden, maar toch blijf ik het jammer vinden dat het zo is moeten lopen.β
Tekst: Ans Vroom
Meer openhartige verhalen
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!