“Ik verdiepte me in ‘lucide dromen’. Nu kan ik mijn dromen sturen en zie ik mijn overleden broer terug. Dat maakt het verdriet draaglijker”
De tweelingbroer van Ilse stapte een aantal jaar geleden uit het leven. Ilse bleef verweesd en oeverloos verdrietig achter. Op een nacht droomde ze van hem en dat gaf zoveel troost dat ze zich begon te verdiepen in boeken om te lΓ©ren dromen over een geliefde.
Ilse leerde gericht dromen over haar overleden broer
Ilse (48): “Twee jaar geleden stapte mijn tweelingbroer uit het leven. Ons hele leven was het hij en ik, samen. We beleefden dezelfde warme jeugd, zaten samen in de klas, deden samen competitiezwemmen. Zorgen voor elkaar, dat was vanzelfsprekend. Want we deelden niet alleen een leven, maar ook een angst. Alleen zijn: dΓ‘t was voor ons moeilijk. We hadden als kind dan ook een βtweelingpactβ gesloten: we zouden elkaar nooit achterlaten. Die angst voor eenzaamheid zouden we samen bestrijden.
Pas rond onze studententijd namen we wat meer afstand. Ik ging in Gent studeren en Yannic in Brussel. Ook van op afstand hield ons tweelingpact stand: zolang alles goed ging, konden we elkaar loslaten. Maar rond zijn veertigste geraakte Yannic in een diepe depressie. Hij zonderde zich vaker af en onze grootste vijand β vereenzaming – kreeg hem te pakken. Twee jaar geleden zag hij geen uitweg meer en bleef ik alleen achter. Ik, zijn tweelingzus die hem had beloofd er altijd te zijn, had hem niet kunnen helpen. Ik werd overspoeld door verdriet en schuldgevoel. Het voelde verkeerd dat ik leefde en hij dood was. Ik gunde mezelf geen geluk meer en huilde elke dag. Ik kon hem gewoon niet loslaten, want wie was ik zonder hem? Ondanks de steun van mijn gezin, moet ik bekennen dat ook ik donkere gedachten had.
Voor het eerst weer even gelukkig
Tot ik op een nacht, ongeveer een maand na zijn dood, een droom had waarin hij voorkwam. Ik besefte dat hij dood was en dat het dus niet anders dan een droom kon zijn, maar toch werd ik niet wakker. Ik kon hem vastpakken, ik kon hem vragen stellen, ik kon hem voelen en ruiken. Toen ik wakker werd, was ik voor het eerst sinds zijn dood weer heel even gelukkig. Ik had het gevoel dat ik afscheid had kunnen nemen, dat hij heel eventjes terug was. Natuurlijk kwam daarna de klap en het besef dat het βniet echtβ was geweest, maar ik was vastberaden.
Overdag moet ik intens bezig zijn met mijn broer. Fotoβs bekijken, herinneringen ophalen, heel veel aan hem denken
Als het mij één keer was gelukt om van hem te dromen, dan zou het me nog eens lukken. Ik begon me te verdiepen in lucide dromen, de term die gebruikt wordt als je bewust bent in je droom, maar wel verder slaapt. Het bleek een neurologisch fenomeen te zijn waar best al veel onderzoek naar gedaan was. En, wat mij het meest interesseerde: er waren manieren om het meer te kunnen doen. Ik las tientallen boeken, bestudeerde theorieën en oefende nacht na nacht. Heel langzaam merkte ik wat er voor mij werkte. Ik schreef voor mezelf een leidraad uit met zaken die mijn kans op een lucide droom vergrootten.
Om βs avonds over hem te kunnen dromen, moet ik overdag intensief bezig zijn met Yannic. Fotoβs kijken, herinneringen ophalen, heel veel aan hem denken. Het lukte me steeds beter om mijn eigen dromen te sturen en dus te kiezen waar ik over droomde. De gedachte dat ik hem kon terugzien wanneer ik wilde, troostte me en maakte het verdriet draaglijker. Vandaag heb ik ongeveer twee Γ drie keer per maand lucide dromen over mijn broer. Soms gaan we in mijn dromen schaatsen, zoals we vroeger deden, of zitten we weer in het zwembad. Ondanks elf jaar competitiezwemmen met Yannic kon ik me niets meer herinneren van die periode. De rouw zat in de weg. Tot ik tijdens een droom met hem het opwarmingsspel speelde waarmee we de training altijd begonnen; plots lukte het wel.
Het Γs niet echt, maar de beleving wΓ©l
Hoe heerlijk dat mijn onderbewustzijn me die herinnering opnieuw cadeau heeft gedaan. Als ik vertel over mijn lucide dromen, reageren mensen heel verschillend. Sommigen kijken me vreemd aan en zeggen dat ik hem misschien toch beter zou loslaten. Anderen denken me te troosten door te zeggen dat het echt Yannic is die vanuit het hiernamaals met me praat. Maar voor mij is het simpeler dan dat. Ik wéét dat ik niet met Yannic praat in mijn droom. Ik wéét dat de antwoorden die hij me geeft, antwoorden zijn die ik zelf formuleer. Ik wéét dat het βniet echtβ is. Maar voor mij doet dat er niet toe, want de beleving is echt.
Al honderd keer heb ik β uit de mond van mijn broer β een antwoord geformuleerd in mijn hoofd, op de vraag: waarom?
Ik kan hem vertellen wat er die dag gebeurd is, ik kan herinneringen ophalen en zelfs nieuwe avonturen met hem beleven. De dromen hebben me ook geholpen bij de verwerking. Al honderd keer heb ik hem gevraagd: waarom. En al honderd keer heb ik β uit de mond van mijn broer β zelf een antwoord geformuleerd in mijn hoofd. Die lucide dromen hebben mij zoveel gebracht dat ik er zelfs een boek over heb geschreven, ik wil andere mensen leren diezelfde troost te ervaren.
“Na de dood moet je niet loslaten, maar anders leren vasthouden”, zegt rouwexpert Manu Keirse. En dat is exact wat ik met mijn lucide dromen doe. Het troost me dat ik Yannic toch af en toe nog eens kan terugzien. Dat hij niet helemaal weg is. Ik heb ons tweelingpact niet verbroken: ik heb mijn broer niet losgelaten. Hij blijft in mijn hart en hoofd verder bestaan. Ik hou hem vast, maar nu op een andere manier.”
Bij de Zelfmoordlijn 1813 staat er iemand voor je klaar. Elk gesprek is anoniem en gratis.
Meer lezen? βHoe dromen jou kunnen helpenβ, Ilse Demaret. Uitgeverij Borgerhoff&Lamberigts, β¬ 24,99.