“De verplichtingen van het ‘grotemensenleven’ verstikken Wim. Het leven leiden is bij hem eerder lijden…”
Wanneer je man mentaal worstelt, dan heeft dat een impact op je relatie en je gezin. Freya’s man vindt het leven te zwaar, maar hij wil geen hulp zoeken. Freya vertelt openhartig hoe ze daarmee omgaat.
Melancholische aard
Freya (41): “Een zonnetje in huis is Wim nooit geweest. We zijn meer dan twintig jaar samen en zijn melancholische aard is mij intussen bekend. Zelf ben ik heel positief ingesteld, wat onze relatie altijd netjes in evenwicht hield. Tot bij hem het licht uitging en mijn vrolijkheid en liefde niet meer bleken te volstaan om hem op te beuren.
We leerden elkaar kennen in onze tienerjaren, toen Wim een verdienstelijk snowboarder was. Velen keken naar hem op en hij genoot van de aandacht en appreciatie die hij kreeg via de sport. Onze levensvisie was naïef maar mooi. We zouden elkaar graag zien en zo vrij mogelijk door het leven gaan: werken om te leven en te genieten en ons zo weinig mogelijk verplichtingen laten opleggen. We waren een perfect team. Behoefte aan kinderen hadden we niet en samen reisden we de wereld rond.
Het ‘grotemensenleven’ verstikte Wim, hij vond het allemaal maar niks
Maar ooit eindigt de speeltijd en dient het volwassen leven zich aan. We vonden een vaste job en kochten een huis. De verplichtingen van het ‘grotemensenleven’ verstikten Wim. Het leven leiden was bij hem eerder lijden. Elke dag op een vast uur opstaan en jezelf naar een saaie job slepen, binnen achter een pc zitten terwijl buiten de zon schijnt, vastzitten aan een maandelijkse afbetaling… hij vond het allemaal maar niks.
Bovendien verschoof het snowboarden een beetje naar de achtergrond. Enerzijds wegens tijdsgebrek, maar anderzijds door rugklachten die hem ervan weerhielden nog gekke toeren uit te halen. Hij kon de jonge garde niet meer volgen en merkte dat hun adoratie stilaan verdween. Wim voelde zich versleten en baalde van het stramien waarin hij als werkende mens terechtgekomen was. Het leek me allemaal wat overdreven voor een man van vijfentwintig en ik lachte zijn besognes liefdevol weg. We hadden niks te klagen, toch?
Neerwaartse spiraal…
Toen zijn vader overleed aan kanker, kwam hij in een neerwaartse spiraal terecht. Hij piekerde continu en wisselde apathische periodes af met woedebuien van frustratie, waarbij ik dan de volle laag kreeg. Hoe ik ook mijn best deed om hem te steunen, het hielp niets. De emmer liep volledig over toen twee jaar geleden ook zijn moeder overleed. Wim werd panisch voor ziekte, aftakeling en het idee beperkt door het leven te moeten gaan. Hij besliste dat hij niet oud wilde worden. ‘Het werk is een gevangenis, de wereld is corrupt en het leven is oneerlijk, dus je kunt er maar beter zelf tijdig mee stoppen’, oordeelde hij.
En sindsdien heb ik hem niet meer op andere gedachten kunnen brengen. Aan alles voel ik dat Wim depressief is en dat hij professionele hulp moet zoeken, maar dat weigert hij. Zijn probleem – de ondraaglijkheid van het bestaan – is immers onoplosbaar. Ook de huisdokter dringt niet tot hem door. We praten tegen een muur. Het is vreselijk om hem zo lusteloos te zien, maar ik zit met een dubbel gevoel. Enerzijds hoop ik met hem oud te mogen worden, maar anderzijds ben ik zijn verhaal over de miseriemaatschappij beu. Ik haal wél voldoening uit mijn werk, mijn hobby’s en vriendschappen en ik weiger mee te gaan in zijn doemdenken.
Hij ziet zichzelf nog een jaar of vijf leven…
Zijn gepieker bezorgt hem allerlei lichamelijke stressklachten, die voor hem dan weer het bewijs zijn dat hij aftakelt. Zorgeloze dagen kennen we allang niet meer. Zijn angst voor de toekomst maakt ons huidige leven donker. Zo flapte hij er onlangs nog uit dat hij zichzelf nog een jaar of vijf ziet leven. In die tijd wil hij zijn geld opdoen om er dan zelf uit te stappen.
Uit onmacht suggereerde ik dat ik hem zou verlaten als hij geen hulp zoekt. Hij haalde gelaten zijn schouders op en zei dat hij het zou begrijpen als ik wegga. Ik wil echter blijven geloven dat er nog voldoende liefde is tussen ons, maar dat we elkaar op dit moment gewoon niet zo goed begrijpen. Natuurlijk, hoe ouder we worden, hoe groter de kans dat Wims vrees werkelijkheid wordt en dat we inderdaad te maken krijgen met lichamelijke klachten. Dat idee maakt me bang.
Momenteel houdt Wim het bij woorden, maar zal hij dan tot daden willen overgaan? En wat is dan de ultieme leeftijd waarop het volgens hem alleen maar bergaf zal gaan? Ik probeer het los te laten, wat heel moeilijk is. Om elkaar te ontzien, leiden we nu min of meer ons eigen leven, ook al wonen we in hetzelfde huis. Wim geeft me veel vrijheid omdat hij beseft dat ik het anders niet blijf trekken. Zo ga ik binnenkort met een vriendin op vakantie.
Wat overheerst, is een gevoel van onmacht. Wim is ziek en ik kan hem niet genezen. Zolang hij het probleem zelf niet erkent, trappelen we ter plaatse. Het initiatief moet van hem komen. Zijn enige suggestie om toch iets positiefs met het leven te doen, is zo vaak mogelijk naar het buitenland te gaan en er misschien zelfs te gaan wonen. Binnenkort gaan we op verkenning in Griekenland, maar ik vrees dat hij niet veel energie heeft om écht uit te zoeken of die piste haalbaar is. Ik zie het dus eerder als een vlucht, maar grijp me vast aan elke strohalm. Ik blijf hopen dat de zon ooit ook voor hem weer gaat schijnen en dat we elkaar tegen dan onderweg niet kwijtgeraakt zijn.”
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!