“Mijn broer gaat golfen, mijn zus trekt er vaak op uit. En de zorg voor mama? Die komt alleen op mij terecht”
Op haar vierenvijftigste zit Florence gesandwicht tussen de zorg voor haar gezin en die voor haar moeder die steeds hulpbehoevender wordt. Ze doet dat met heel haar hart, maar omdat ze ook nog werkt, begint het zwaar te worden.
Florence is mantelzorger, maar het weegt
Florence (54): “Mijn moeder is onlangs drieëntachtig geworden. Ze heeft veel last van reuma, waardoor ze al jaren minder mobiel is, maar mentaal is ze nog heel helder. Na de dood van papa is ze verhuisd naar een appartementje. Een goede beslissing, want op die manier kan ze nog behoorlijk zelfstandig leven. Met haar rollator door de flat schuifelen gaat haar nog prima af. En ze kan rekenen op poetshulp én thuishulp om haar ’s ochtends en ’s avonds te helpen met wassen en aan- en uitkleden.
Ik ga met haar naar de dokter en doe haar was en strijk, net als haar boodschappen. Op zondag komt ze bij ons eten. Heel af en toe, als ik een vrije dag of vakantie heb, haal ik haar op om gezellig samen naar de supermarkt of naar de markt te gaan en achteraf ergens een koffie te gaan drinken. Ik zie mama dan opleven en genieten, omdat ze eens buitenkomt en andere mensen ziet. Maar ik heb helaas te weinig tijd om dat vaker te doen.
Ik heb een viervijfde job, nog twee kinderen thuis, en ik zorg één dag voor mijn kleinkind… Toch spring ik elke avond even bij mama binnen
Ik werk vier dagen per week in een instelling voor volwassenen met een beperking, wat best een zware job is. Op maandag, mijn vrije dag, pas ik op mijn kleinkind van twee, het dochtertje van mijn oudste zoon. Mijn twee andere kinderen wonen nog thuis, dus ik heb mijn handen meer dan vol. Toch probeer ik elke avond even bij mama binnen te springen, en als ik niet kan, vraag ik aan mijn man of een van de kinderen om langs te gaan. Als we op vakantie gaan, stel ik zelfs een heel schema op, zodat ze dagelijks een kleinkind of buur over de vloer krijgt.
Liever hulp dan weekendje Parijs
Ik ben dus mama’s mantelzorger, met veel liefde en plezier. Ze klaagt nooit en is altijd blij als ze me ziet; we hebben een goede en warme band. Maar eerlijk is eerlijk: ik vind het best zwaar, vooral om de zorg voor haar grotendeels in mijn eentje te dragen. Ik heb nog een oudere broer en zus, maar op veel hulp kan ik helaas niet rekenen. De afstand speelt daarin zeker een rol. Ik woon in hetzelfde dorp als mama, zij allebei wat verder weg. Mijn broer belt elke zondag naar mama en bezoekt haar een keer of vijf per jaar, zoals op haar verjaardag, op Moederdag en rond de feestdagen.
Mama kijkt daar altijd enorm naar uit; ik moet dan haar haar doen en haar mooiste jurk klaarleggen. Mijn broer lijkt wel goed te beseffen wat ik allemaal voor mama doe en apprecieert dat duidelijk. Als hij bloemen meebrengt voor mama is er steevast een boeketje voor mij bij, om me te bedanken. Toen ik vijftig werd, kreeg ik zelfs een weekend Parijs van hem cadeau. Superlief, absoluut, maar klinkt het erg ondankbaar dat ik liever had dat hij het af en toe eens van me overnam in plaats van louter ‘op bezoek’ te komen?
Laatst had ik corona en riep ik de hulp in van mijn zus. Haar oplossing was om extra poetshulp in te schakelen
Mijn zus zien we wel iets vaker, maar toch ook vooral als het haar uitkomt. Objectief bekeken, heeft ze meer vrije tijd dan ik en zou ze best wat meer kunnen inspringen, want ze heeft een latrelatie en geen kinderen. Maar als ik haar iets vraag, past het nooit. Laatst was mama wat ziekjes en ik had corona, dus ik had mijn zus gevraagd om in het weekend te komen. Maar haar vriend en zij hadden tickets voor een voorstelling op zaterdag en een etentje met vrienden op zondag, dus oei, ik zou toch een andere oplossing moeten zoeken.
Nog zoiets: als ik haar vertel dat wat meer ondersteuning welkom zou zijn, begint ze meteen over extra professionele hulp. Misschien kan de poetsvrouw wat vaker komen, en heeft het ziekenfonds geen sociale dienst waar ik kan aankloppen? Ze heeft zelfs al eens lachend tegen me gezegd: ‘Vooral niet naar mij kijken, hè zus, ik ben nu eenmaal niet zo’n zorgend type, jij hebt dat meer in je vingers met je werk en je gezin’. Maar het is toch niet omdat ik in de zorgsector werk en kinderen heb dat ik me als enige om mama moet bekommeren?
Te veel ballen in de lucht
Ik ben af en toe doodmoe. Er zijn zoveel ballen die ik in de lucht moet houden, zoveel rollen die ik moet invullen: dochter, moeder, oma, echtgenote en werknemer. Voor hobby’s of vriendschappen heb ik nauwelijks tijd. Als ik hoor dat mijn broer elke zaterdag gaat golfen en dat mijn zus regelmatig met vriendinnen op weekend gaat, voel ik soms een steek van afgunst. Ik kan het dan ook niet laten om te denken: waarom brengen jullie niet wat meer tijd door met je moeder, nu ze er nog is?
‘Als het je te veel wordt, moet je het zeggen’, zei mijn broer. ‘Dan zoeken we een goed rusthuis voor mama’. Maar daar is ze nog niet aan toe
En ja, ik lig er soms wakker van dat mama alleen mij heeft om op te leunen. Stel dat ik ziek word, of dat mijn man gezondheidsproblemen krijgt, of dat zij nog hulpbehoevender wordt? ‘Als het je te veel wordt, moet je het echt zeggen’, zei mijn broer me onlangs. ‘Dan zoeken we een goed rusthuis voor mama.’ Maar daar wil ik nog niet aan denken. Mama is daar nog niet aan toe, en ik ook niet. Ik wil er graag voor zorgen dat ze in haar flatje kan blijven wonen zolang ze dat zelf wil. Met wat meer hulp en ondersteuning moet dat nog jaren mogelijk zijn.”
Meer pakkende verhalen lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!