pesten

Mijn verhaal: Marjans dochter werd zwaar gepest

Door De Redactie

 

Van een vrolijke tiener veranderde Lisa in een bange, depressieve puber. Het was de hel, dat jaar dat ze gepest werd. Voor Lisa zelf, maar ook voor haar ouders.

Marjan (44): ‘Lisa was als kleuter al het buitenbeentje van de klas. Ik was er toen van overtuigd dat haar lui oog daar voor iets tussen zat. De pleister trok alle aandacht. Kindjes staarden haar aan. ‘Lisa is lelijk’, zeiden ze dan. Heel wat kindjes wilden niet eens naast haar zitten. Ik dacht dat het om een tijdelijk iets ging. Maar toen de pleister vervangen werd door een bril veranderde er helemaal niets. Zo mocht Lisa heel vaak niet meespelen. Ik ontdekte meermaals extra krassen op de mooie tekeningen die ze mee naar huis bracht. ‘Van Bram,’ zei ze dan bijna verontschuldigend. Of van Eva. Of van Jonathan. Of Margot. Zo goed als alle namen passeerden de revue. Lisa was niet geliefd, dat voelde ik aan alles.

Ik herinner me nog dat ze me vertelde dat ze tijdens de speeltijd in het klimrek op de speelplaats moest gaan staan. Alsof ze in een kooi zat. En daar mocht ze van de andere kinderen niet uit totdat de bel ging. Lisa zat toen in de derde kleuterklas en deed gedwee wat ze vroegen. Wekenlang. Toen ik met dit verhaal naar de kleuterjuf stapte, viel ze compleet uit de lucht. ‘Lisa heeft een rijke fantasie’, was haar reactie. ‘Sommige kinderen mag je niet op hun woord geloven.’ Met een krop in mijn keel fietste ik terug naar huis. Lisa loog nooit. Ik geloofde haar en voelde me zo machteloos. Ik trok me op aan de gedachte dat Lisa maanden later naar de basisschool zou gaan. En dat het pesten dan voorgoed voorbij zou zijn. En ook Lisa hield zich staande, hoe klein en fragiel ze ook was. Ik was trots op mijn kleine meisje. We verlangden samen zo ontzettend naar dat eerste leerjaar.

Roze brilletje

Ik zie haar nog staan op die nieuwe grote speelplaats. Met haar roze brilletje dat we samen zorgvuldig hadden uitgekozen. Een nieuwe schooltas op de rug. Maar vooral: met een brede glimlach. Klaar voor een nieuwe start in het eerste leerjaar. Ze had er zo’n zin in. Vol zelfvertrouwen liet ze mijn hand los toen de bel ging. Nog een snelle kus en dan naar haar klasje. Om nog diezelfde avond dolenthousiast terug thuis te komen. Het was alsof een last van duizend kilo van mijn schouders viel. De ellende was voorgoed voorbij, dacht ik nog. Lisa herleefde. Ze had twee vriendinnetjes met wie het klikte. Lisa voelde zich goed en ging graag naar school. Met prachtige resultaten als gevolg. Eindelijk kon ik haar met een gerust gemoed op de lagere school achterlaten. Mijn dochter was gelukkig, de rest was bijzaak. De volledige lagere schooltijd van Lisa verliep zorgeloos. Lisa hoorde al die jaren bij de klas, net als alle anderen kinderen. Ze bloeide volledig open. Dus begon ze met veel zin op de middelbare school. Lisa bleef om praktische redenen in onze buurt naar school gaan, de meeste meisjes van haar klas vertrokken naar de grote stad. Zo ook haar twee beste vriendinnen. Die eerste dag was bijgevolg dubbel zo spannend.

Ze vertrok met haar nieuwe fiets. Helemaal klaar voor het grote avontuur. En ook al hield ik mijn hart vast, toch had ik het gevoel dat die eerste weken op de middelbare school vlot verliepen. Lisa was iets stiller dan anders. Ze trok zich wat vaker op haar kamer terug. Maar dat lag ongetwijfeld aan het gemis van haar vriendinnen, dacht ik. We moesten haar gewoon wat tijd geven. En dan kwam alles goed. Pas toen ze met twee lekke banden thuiskwam en ze meteen naar haar kamer verdween, voelde ik een rilling over mijn rug. Hetzelfde gevoel van jaren geleden. Dit klopte niet. Maar Lisa zei dat ze op straat over glas had gereden. Meer was er echt niet aan de hand, benadrukte ze. Ook niet toen ze met een flinke scheur in haar jas thuiskwam. Of met haar schooltas die binnenin drijfnat was. ‘Mijn flesje water is uitgelopen’, zei ze. Om ook dan weer zo snel mogelijk naar haar kamer te verdwijnen. Lisa veranderde op een half jaar tijd van open en vrolijk naar stil en neerslachtig. ‘Als er iets is, Lisa, vertel het me dan’, zei ik haar vaak. ‘Laat me met rust, mama’, antwoordde ze steeds weer. Ze duwde me weg. Keihard. En ik voelde diezelfde machteloosheid van jaren geleden.

“Aan de manier waarop Lisa na school de voordeur dichtgooide, wist ik hoe erg haar dag was geweest”

‘Weg met Lisa’

Een groepje meisjes in de klas had het op Lisa gemunt. Eentje was de voortrekker, de anderen volgden haar uit angst om zelf gepest te worden. En Lisa begon in dat eerste jaar middelbaar steeds meer weg te kwijnen. Zo was de turnles telkens weer één grote kwelling. Er gebeurde altijd wel iets. Op een dag hebben ze de bandjes van haar eerste beha doorgeknipt. Lisa stond zich om te kleden en plots stonden ze met z’n vieren om haar heen. Niemand had iets gezien. En al zeker de turnjuf niet. En Lisa durfde niets te zeggen. Uit pure angst. Die avond brak ze echt. Maar ook toen ze een fles melk in haar schooltas hadden leeggegoten. Of haar fietszadel hadden verwijderd en verstopt. Of zo tegen haar nieuwe schooltas hadden geschopt dat alle mappen kapot waren. Of de kap van haar winterjas hadden afgeknipt. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ontsnappen aan haar pesters kon Lisa niet. Nooit. Want ook als ze thuis was, ging het pesten gewoon door op de sociale media. Klikte ze haar mailtjes open, dan zat er gegarandeerd een pestmail tussen.

“Ontsnappen aan haar pesters kon Lisa niet. Ook als ze thuis was, ging het pesten door op sociale media. Er was zelfs een whatsApp-groep met de naam ‘weg met Lisa’”

 

Er was zelfs een whatsApp-groep aangemaakt met de naam ‘weg met Lisa’. Lisa probeerde zich op den duur van alle sociale media af te sluiten. Maar dan verloor ze ook alle contact met haar vroegere vriendinnen. En net bij hen vond ze wel nog even steun.
Lisa was op den duur helemaal op. Ze had zelfs straatvrees. Ze durfde niet naar buiten, uit angst om haar pesters tegen het lijf te lopen. Ook als we samen in de auto zaten, zag ik haar soms wegduiken. Lisa was altijd bang. Alleen bij de vriendinnen van vroeger kon ze even op adem komen. Maar uiteindelijk verwaterde ook dat contact. Die meisjes leerden nieuwe vriendinnen op hun school kennen. En kwamen steeds minder vaak langs.
Ik ging meermaals bij de juf in kwestie langs. De school deed zijn best om een einde aan dat pesten te maken. Maar niets hielp. Op een dag werd een gesprek tussen Lisa en de twee hoofdpesters georganiseerd. Ze moesten elkaar een hand geven. Alsof alles daarmee opgelost zou zijn. Lisa werd ook steeds nauwlettender door de leerkrachten in de gaten gehouden. Maar ook dat hielden ze niet vol. Op den duur ging Lisa tijdens elke speeltijd op het toilet zitten totdat de bel weer ging. Zo werd ze toch even met rust gelaten. En natuurlijk gingen haar cijfers naar beneden. Lisa kon zich niet meer concentreren.

Behoorlijk studeren was er niet meer bij. Ik was zo radeloos. Mijn hele doen en laten draaide op de duur om Lisa. Ik stopte vroeger met werken om zeker thuis te zijn voordat zij thuiskwam. Om haar te kunnen opvangen. Aan de manier waarop Lisa na school de voordeur dichtgooide, wist ik hoe erg de dag was geweest. En dan hoopte ik dat ze wilde praten. Maar meestal was dit het geval niet.

Blauwe plekken

Omdat er op school weinig tot niets veranderde, besloot ik op een dag om zelf het heft in handen te nemen. Lisa kwam met blauwe plekken thuis. Haar blik verraadde meteen wat er was gebeurd. De volgende ochtend ben ik op de hoofdpester afgestormd. Ik was woest en stond helemaal te trillen. Ik bleef maar roepen. Maar het meisje liet alles over zich heen komen alsof het haar totaal niet raakte. Ze stond op en liep weg alsof er niets aan de hand was. Een dag later sprak de directrice mij aan op mijn gedrag. Hoe kon ik zoiets als moeder doen? Moeten we onze kinderen het voorbeeld niet geven? En meer van dat. Toen ik over de pesterijen begon, zei ze dat ze hiervan op de hoogte was en ze er alles aan deden om het pestgedrag te vermijden. Maar wat precies, daar kon ze niet op antwoorden. En ik reed voor de zoveelste keer met een krop in mijn keel naar huis.

Pesten is als kanker, hoorde ik iemand ooit vertellen. Het overkomt je. Het kiest iemand uit. Je wordt er ziek van. Je kunt ervan genezen. Maar je neemt het wel je hele leven mee. Mijn dochter werd uitgekozen. Heel duidelijk. Lisa voelde zich zo minderwaardig. Uitgesloten. Lelijk. Alleen. En ik stond erbij en keek ernaar. Zo voelde het echt. Lisa hield het dat eerste jaar op de middelbare school nog vol. Maar na de paasvakantie namen we een definitief besluit. Het tweede jaar zou ze niet op deze school beginnen. Lisa moest er weg. Een andere keuze hadden we niet. Eind juni trokken we voor het laatst de schoolpoort dicht. Met een grote zucht. En nog zoveel meer opgekropt verdriet.

“Een keer ben ik op de hoofdpester afgestormd. Ik was woest, bleef maar roepen. Maar het meisje stond op en liep weg alsof er niets aan de hand was”

De zomervakantie die volgde werd een hel. Lisa bleef dat angstige, kleine meisje. Ze besloot zelf om in therapie te gaan. ‘Dan hoef ik jou niet meer te vertellen wat ik echt voel, mama’, zei ze. Lisa wilde me sparen. Omdat ze zag dat het ook mij steeds vaker te veel en te moeilijk werd. Zo jong en zo wijs. Hoe konden ze dat prachtige meisje zoveel kwaad aandoen? De therapie deed Lisa goed. Driemaal per week had ze een afspraak. Lisa leefde daar echt naartoe. Het leek alsof ze zich na elke afspraak een beetje lichter voelde. De therapeute zette alles op alles om Lisa mentaal klaar te stomen voor de overstap naar haar nieuwe school in de stad. De school waar ook haar vroegere vriendinnen zaten. Ik zag Lisa tijdens die zomermaanden weer zichzelf worden. Heel langzaam. Stapje voor stapje. Om dan toch nog met een klein hartje op 1 september te vertrekken. ‘Kom je me vanavond halen, mama?’ vroeg ze me. Dit had ze me nog nooit gevraagd. Ik knikte en zag haar opgelucht ademhalen.

De hele dag was ik bloednerveus. Zo erg zelfs dat ik na de middag al naar huis ging. Ik wilde zo snel mogelijk bij Lisa zijn. Dus stond ik een half uur te vroeg al aan de schoolpoort. En toen hoorde ik de bel en kwamen de eerste kinderen naar buiten. Ik zag Lisa meteen. Ze zag er doodmoe uit. Bleekjes. Ik hield mijn hart vast. Pas toen ik een glimlach op haar lippen zag, wist ik dat alles goed was gegaan. De stress had ook haar duidelijk uitgeput. ‘Ik zit naast Marthe,’ was het eerste dat ze me zei. Haar vriendin van vroeger. Een beter begin van het schooljaar kon ik niet bedenken. We stapten allebei in de wagen. Lisa zat stilletjes naast me te huilen. Niet van verdriet. Wel van opluchting. En pure ontlading. Die nacht sliep ze voor het eerst weer door. Zonder nachtmerries. Zonder angstaanvallen.

Zo’n prachtkind

We zijn nu zo’n half jaar verder. Het gaat goed met Lisa. Heel goed zelfs. Nog steeds onzeker, dat wel. Maar ze vindt het weer fijn om naar school te gaan. Omwille van haar vriendinnen. En het feit dat de hele klas Lisa aanvaardt zoals ze is. Ze werd onmiddellijk als nieuwe leerlinge in de groep opgenomen. En dat heeft haar zo’n boost gegeven. De sprankel in haar blik is terug. Lisa loopt weer vrolijk door het huis. En wij genieten weer met volle teugen van onze dochter. Een prachtkind, al zeg ik het zelf. Een meisje met een gouden hart. De liefste dochter van de wereld. Wat die meisjes haar een jaar lang hebben aangedaan, zal haar ongetwijfeld blijvend tekenen. Maar straks staat ze sterker dan ooit in het leven, dat weet ik zo zeker. Omdat ze nu ook op school met de liefde wordt omringd die ze verdient. De liefde die elk kind verdient, trouwens. Pesten, het is zo’n gemeen beest. Hoog tijd dat scholen nog veel meer investeren in een degelijk pestbeleid. Om kinderen als Lisa de hel te besparen. Want dat was het echt.”

(Tekst: Barbara Claeys)

Week tegen Pesten: lees meer

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."