Mijn verhaal: Mireille werd verliefd op een ander toen haar man zwaar ziek was
Je kiest voor elkaar, in goede en slechte tijden, in ziekte en gezondheid. Maar voor Mireille (46) en Hans liep het anders…
Mireille (46): “Hans en ik hadden een goed huwelijk. We konden samen praten, we konden samen lachen, we konden samen huilen. Hij was mijn maatje. We waren trouwens eerst vrienden, en zijn pas daarna verliefd geworden. En terwijl ik in de loop der jaren de koppels om ons heen zag sneuvelen, bleef het tussen ons goed gaan. Als vanzelf bijna, we hebben eigenlijk nooit heel heftige periodes meegemaakt. Natuurlijk maakten we weleens ruzie, en toen we in amper twee jaar tijd onze twee kinderen kregen, was het ook niet altijd even makkelijk. Maar het lukte altijd zonder al te veel grote problemen. We voelden elkaar aan, vulden elkaar aan. Ik was er dan ook van overtuigd dat we samen oud zouden worden. Niets zou tussen ons in kunnen komen. Toen de kinderen zeventien en zestien waren, had ik het gevoel dat het aan ‘ons’ was: we kregen steeds meer tijd om samen iets te doen. De meisjes konden weleens een weekendje alleen blijven terwijl wij op citytrip gingen. Ik voelde me gelukkig met het leven dat ik leidde. Er was ruimte gekomen om echt te gaan genieten van elkaar en het leven. Vriendinnen noemden Hans en mij altijd het ‘droomkoppel’, we waren rolmodel voor veel vrienden die ‘ooit zoals wij wilden zijn’ en veel van hen kwamen raad vragen bij hun relatie-issues. Het gekke is dat ik er toen eigenlijk nooit bij stilstond hoe mooi het was wat Hans en ik hadden. Het was vanzelfsprekend. Maar toen veranderde alles.
Een verontrustend telefoontje
Hans had een jaarlijkse check-up, en plots vond de dokter iets wat hij ‘verder wilde onderzoeken’. Hans kwam een beetje van slag thuis, hij had het niet verwacht, zei hij. Dat begreep ik, maar ik was totaal niet ongerust. Natuurlijk was er niets aan de hand. Hans was kerngezond, hij sportte twee keer per week, reed met de fiets naar het werk, at heel gezond, dronk amper alcohol en rookte al niet meer van toen ik zwanger was. Ik maakte me geen seconde zorgen! Ik ging dus gewoon werken toen Hans voor verder onderzoek moest langsgaan in het ziekenhuis. Pas toen hij me van daar belde met nieuws dat ze iets verontrustends hadden gevonden, drong het tot me door dat er écht iets mis kon zijn. Ik heb op het werk alles laten vallen en ben naar het ziekenhuis gereden. Ik wist opeens niets meer, het enige wat ik nog wist, was dat ik hem wilde zien, hem wilde vasthouden.
Ik zie hem daar nog zitten in de lange gang met de lelijke plastic stoeltjes tegen de zijkant. Allemaal op een rijtje, allemaal leeg, buiten het ene waar Hans op zat. Er was verder niemand meer in de wachtruimte, het spreekuur was voorbij. En heel even leek het of ook mijn leven voorbij was. Terwijl ik naar hem toe liep, flitsten beelden van de voorbije jaren door mijn hoofd. Onze eerste kus. De eerste keer vrijen. Onze eerste ruzie. Samen op vakantie. Zwanger, de bevallingen. Hans die lachte, voluit. En nu zat hij daar. Zijn ellebogen steunden op zijn knieën, zijn hoofd naar beneden. Ik voelde de paniek, instant. Wat moest er nu gebeuren? Hoe moest het nu verder? Ik was niet sterk genoeg om dit te dragen. Ik kwam bij Hans aan, pakte hem vast. Ik weet niet wie meer nood had aan de knuffel, hij of ik.
Op automatische piloot
Vanaf de volgende dag kwamen we in een gigantische medische molen terecht, die aan de ene kant troostte en beschermde – je wordt van héél nabij opgevolgd – maar aan de andere kant ook zo onwerkelijk aanvoelde. Na alle extra testen kregen we het verdict en de prognose: Hans had non-Hodgkin lymfoom, en zou eerst bijna een halfjaar chemo krijgen, om daarna te kijken of hij nog bestralingen nodig zou hebben. De grond zakte weg onder mijn voeten. Hoe verschrikkelijk hard het nieuws ook was binnengekomen, ik had ergens nog gehoopt dat we er snel bij waren geweest, en dat alles nog goed in de hand te houden was. Hans bleek de agressieve variant te hebben, en ook al werd het niet uitgesproken, ik voelde de dood in de lucht hangen. Tegenover Hans liet ik niks merken, maar wekenlang liep ik rond met het gevoel dat mijn keel werd dichtgeknepen, alsof ik amper nog kon ademen. Op automatische piloot zorgde ik voor het huishouden, reed ik met Hans op en af naar het ziekenhuis, verzorgde ik hem zo goed als ik kon. Ik hielp hem zijn haar te scheren toen het in plukken begon uit te vallen, ik zat naast hem met een koel washandje wanneer hij moest overgeven. Ik deed het allemaal, en vanbinnen bouwde de paniek meer en meer op. Wat als hij het niet zou halen? Wat als ik deze man zou kwijtraken? Al die tijd praatte ik er niet over met hem. Ik wilde hem niet belasten, hij had het al zwaar genoeg… Achteraf bekeken denk ik dat we elkaar daar zijn kwijtgeraakt. Heel onze relatie lang hadden we gepraat, over de moeilijkste onderwerpen. Het was onze kracht geweest, maar de kanker had ze weggemaaid. Hans vertelde mij amper nog iets, ik zweeg tegen hem. Allebei zo bang voor de toekomst dat we liever deden alsof die er niet was.
Chatten zonder schuldgevoel
Op een avond zat ik op Facebook, en zag ik dat ik een vriendschapsverzoek had van Frederik. Hij was de jongen op wie ik verliefd was geweest voor ik samen was met Hans. We begonnen berichtjes te sturen via Messenger. Eerst gewoon een update van elkaars leven. Frederik vertelde dat hij intussen gescheiden was en alleenstaande papa van een zoon en een dochter. De relatie met de vrouw voor wie hij me ooit had laten staan, was op de klippen gelopen. Stiekem kon ik een glimlach niet tegenhouden: ik wist dat zij niet de ware voor hem was! Van in het begin heb ik met vuur gespeeld, besef ik nu. Door met hem te ‘praten’, door te veel te voelen bij wat hij vertelde. De verliefdheid van ooit had ik nooit een plaats gegeven, bleek toen. Ik was nog veel te gevoelig voor zijn complimentjes, keek te veel uit naar zijn volgende bericht. Elke avond zaten we minstens een uur te chatten. Ik kon het ongestoord doen, Hans zat midden in zijn behandeling en ofwel was hij in het ziekenhuis, ofwel lag hij uitgeteld in bed. Ik voelde me niet schuldig, ik deed toch niets verkeerd? Toegegeven, Frederik gaf wel véél complimentjes, maar had ik dat niet verdiend, na die maanden van stress en zorgen voor Hans? Het deed zo’n deugd om even weer gewoon een aantrekkelijke vrouw te zijn, en niet alleen maar de verpleegster van een doodzieke man.
“Toen Frederik, een oude vlam, vroeg om een koffie te gaan drinken, heb ik de boot eerst afgehouden. Ik voelde aan alles dat ik over een grens zou gaan”
Toen Frederik vroeg om eens een koffie te gaan drinken, heb ik de boot een tijd afgehouden. Ik wist wel dat het gevaarlijk was, ik voelde aan alles dat ik over een grens zou gaan met een ‘live’ afspraak – dat deed ik eigenlijk al door al dat gechat – maar ik suste mezelf de hele tijd. Het was alleen vriendschappelijk, Frederik had een vriendin nodig, ik een vriend. Zo overtuigde ik mezelf dat ‘één koffie’ moest kunnen. Maar toch vertelde ik niets aan Hans over onze afspraak.
Ik was zo zenuwachtig de ochtend van mijn afspraakje met Frederik, toen had ik op de rem moeten gaan staan. Ik was er té veel op uit, ik wilde het allemaal té hard. En toch ging ik. Frederik en ik gedroegen ons als twee verlegen, verliefde pubers, en op het einde liep hij mee naar mijn wagen en kuste me.
Met vlinders én bakstenen in mijn maag ben ik weer naar huis gereden. Wat was het zalig om die ‘verloren liefde’ terug te vinden. Wat was het fijn om te kussen, onbezonnen en vrij. Maar tegelijk kwam ook het schuldgevoel… Gek, dat je twee zulke tegenstrijdige gevoelens tegelijk kunt hebben.
Tussen euforie en schuld
Ik heb niets gezegd tegen Hans die dag. Ook niet toen ik de volgende keer met Frederik afsprak, ook niet de keer erna. De hele tijd zwalpte ik tussen verliefde euforie en diepe schuldgevoelens. Ik probeerde voor mezelf de hele tijd excuses te verzinnen. Dat het onschuldig was, dat Hans uiteindelijk niets doorhad, dus hoeveel gaf hij eigenlijk om mij – terwijl hij gewoon doodziek was van de chemo… Het was een heel verwarrende, vermoeiende, pijnlijke tijd.
Uiteindelijk besefte ik dat het zo niet verder kon. De eerste roes van de verliefdheid was inmiddels verdwenen, en het was alsof de helderheid weer terugkeerde in mijn hoofd. Alsof ik dan pas besefte waar ik mee bezig was. Ik zei aan Frederik dat het voorbij was tussen ons, dat ik hem niet meer wilde zien én dat ik het aan Hans zou vertellen. Ik wist niet hoe hij zou reageren, maar ik wilde het wél al uitmaken met Frederik voor ik met Hans praatte. Zo eerlijk wilde ik in al mijn oneerlijkheid dan toch nog zijn…
Het moeilijkste gesprek ooit
“Ik heb alles opgebiecht aan Hans. En heb hem ook verteld dat ik nu nog meer besefte dat hij de man van mijn leven was. Maar hoe kon hij me nog geloven?”
Het werd het moeilijkste gesprek dat ik ooit voerde. Heel stil heb ik Hans verteld wat er was gebeurd, hoe ik Frederik had ontmoet, dat we hadden afgesproken, gekust, gevreeën. Het was zo’n bevreemdend gesprek, want hoe meer ik praatte, hoe meer ik besefte dat Hans de man van mijn leven was, en dat niemand ooit aan hem zou kunnen tippen. Dat heb ik hem ook gezegd, toen, maar zijn blik zei alles: hoe kon hij me nog geloven na de leugens waarin ik weken had geleefd?
Hij moest de volgende dag naar het ziekenhuis, wilde niet dat ik hem bracht. Hij regelde dat hij naar zijn ouders kon om te recupereren na zijn chemo, hij wilde niet thuis zijn, zei hij. En dat was eigenlijk alles wat hij zei. Hij werd niet boos of verdrietig, hij schold of riep niet. Wat had ik gewild dat hij me had uitgefoeterd, dan konden we tenminste iets doen. Nu leek het of ik niet meer bestond. Ik mocht niet eens meer voor hem zorgen… Natuurlijk begreep ik dat, ik besefte heel goed dat ik geen enkel recht had hem nu dingen te vragen of te verwachten.
Toen hij de volgende morgen naar het ziekenhuis vertrok, wilde ik hem een knuffel geven, maar hij weerde me zachtjes af. ‘Ik weet niet wat ik hiermee moet’, zei hij. ‘Maar ik heb hier nu ook geen energie voor, het spijt me. Ik moet me nu focussen op genezen.’ Toen hij weg was, kwamen de tranen. Wat was ik een verachtelijk mens. Hoe had ik zo met mezelf kunnen bezig zijn op het moment dat hij zo aan het knokken was?
Een week lang hadden we geen contact. Dat was nog nooit gebeurd sinds we samen waren. Een week lang dacht ik na, was ik boos op mezelf en was ik verdrietig omdat ik de man die ik zo graag zag pijn had gedaan. De kinderen begrepen het allemaal niet, maar Hans had hen verteld dat hij even heel veel moest rusten. Zelfs op zo’n moment beschermde hij me nog…
Niet vergeten, wel vergeven
Na die week belde hij me op, of we konden praten. Met mijn hart in mijn schoenen ben ik naar zijn ouders gereden, hij zat me op te wachten in de tuin. Kaal, gezwollen gezicht, zo overduidelijk ziek en gepijnigd. Ik voelde me nog slechter. Maar Hans begon te praten. Dat hij er veel over had nagedacht de voorbije week, en dat hij het ergens wel begreep. Niet dat hij het goedkeurde, maar het was een heel heftige tijd geweest, en alle energie was naar hem gegaan. We hadden niet meer gepraat samen, en ergens kon hij begrijpen dat ik me zó verloren had gevoeld dat ik vatbaar was voor aandacht van een ander. Ik wist niet wat ik hoorde. Mijn respect en bewondering voor mijn man groeiden nog meer. Dat hij dit kon zeggen, nadat ik hem zo had verraden.
Hans wilde niet vergeten, maar wel vergeven, zei hij. We zijn beginnen te praten. Alles wat we voor elkaar verzwegen hadden om elkaar te beschermen, hebben we verteld. Dat was hard, niet makkelijk. Maar het deed me zo’n deugd. Ik besefte na ons gesprek dat we hard zouden moeten werken aan onze relatie. Maar voor het eerst had ik er weer vertrouwen in.
Hans is terug naar huis gekomen, ik liet hem het tempo bepalen. Ik probeerde alleen maar om het goed te maken, cijferde mezelf helemaal weg. Als hij wilde praten, praatten we. Had hij er geen behoefte aan, dan zweeg ik. Tot hij me erop aansprak: ik deed hetzelfde als altijd, zei hij. Ik zette mezelf op de tweede plaats, kropte alles op. ‘Zo word je ongelukkig, en dan gebeuren er dingen die je niet wilt’, zei hij.
Als een boze droom
Het is een eyeopener geweest voor mij. Voor het eerst in mijn leven ben ik gaan nadenken over mezelf. Over wie ik was, wat ik wilde, hoe ik in het leven stond. En ik besefte dat Hans gelijk had. Mijn hele leven al was ik bezig met het gelukkig maken van anderen, want daar werd ik gelukkig van, dacht ik. Ik begon te beseffen dat het zo niet werkt, dat het oké is om af en toe iets voor jezelf te willen, en dat ik het niet altijd eens hoefde te zijn met mensen die ik graag zie. Ik ben veel beginnen te lezen over het onderwerp, ben aan mezelf beginnen werken. Ik ben er nog niet – nog lang niet – maar ik ben nu wél bewust bezig met mijn leven en de mensen om me heen. Voor het eerst.
Hans en ik zijn nog altijd samen, hij is voorlopig kankervrij, we zijn hoopvol dat hij de ziekte heeft verslagen. We hebben ons leven weer opgepikt, mijn slippertje lijkt soms meer een boze droom dan realiteit. De vrouw die dat deed, ben ik niet meer. Ik ben gegroeid, volwassen geworden. En ja, dat betekent ook dat het tussen Hans en mij nu meer botst dan vroeger, omdat ik vaker zeg waar ik nood aan heb. Maar het is goed zo, dat beseffen we allebei.
Ik ben nog elke dag blij met mijn wijze man. Hij heeft veel meer gedaan dan me vergeven. Hij heeft me de kans gegeven om te groeien. Zeg nooit nooit, maar nu weet ik het écht zeker: we zijn een koppel voor het leven.”
Dit zegt relatietherapeut en seksuologe Marie Van Hove
Je relatie mag nooit vanzelfsprekend worden
“Het eerste wat me opvalt in Mireilles verhaal, is dat ze hun relatie als vanzelfsprekend ging zien. Ik hoor het vaker in mijn praktijk, en voor mij is dat een belangrijk alarmsignaal. Je relatie – of die nu een maand of twintig jaar oud is – mag nooit vanzelfsprekend worden. We moeten altijd attent blijven voor onszelf en onze partner, en appreciatie blijven tonen voor wat de ander doet. ‘Ik kan toch niet voor alles dankjewel zeggen?’ hoor ik dan bij koppels die me opzoeken. Dat hoeft ook niet, er zijn nu eenmaal dingen die bij een relatie of gezin horen. Maar af en toe een oprecht bedankje doet zoveel. Het is voeding voor elkaar, om je te blijven inzetten voor elkaar én jullie relatie. Het cliché ‘liefde is een werkwoord’ klopt écht.”
Probeer elkaar niet te veel te ontzien
“Mireille, die vertelde dat praten hun grote wapen was geweest al die jaren, zegt nu dat ze stopten met praten, om elkaar te ontzien. Heel begrijpelijk, maar o zo nefast voor een goede relatie. Het is héél belangrijk om samen te gaan kijken wat de impact van een nieuwe gebeurtenis is op jezelf, de ander en jullie relatie. Je hebt allerlei rollen die je vervult in je leven: die van werknemer, van vrouw of man, van vriend of vriendin. Als jij of je partner ziek wordt, komt er een nieuwe rol bij: die van patiënt of verzorgende. Het is essentieel om samen te kijken en te zoeken hoe die nieuwe rol in jullie relatie past, want elke rol moet een plaats krijgen: dat is wat voor een mooi evenwicht zorgt. Door dat niet te doen, maakten ze van Hans’ ziekte iets wat tussen hen in kwam te staan.”
Blijf je emoties met elkaar delen
“Algemeen kun je zeggen dat elke nieuwe gebeurtenis in je leven een emotie met zich meebrengt: een huwelijk, een kindje, een verlies,… en die emotie wil je delen: door je verhaal te doen, door foto’s,… Doordat ze het niet kon delen met Hans, stond Mireille – onbewust – open voor iemand anders die een luisterend oor wilde zijn, en dat was Frederik.”
Probeer samen te zoeken naar een nieuw begin
“Het mooie is dat Mireille door de affaire is gaan nadenken over haar rol, haar eigen grenzen. Ze is gaan afbakenen wat ze wil, wat ze nodig heeft voor een veilig gevoel binnen hun relatie. Samen met Hans kon ze op zoek naar een manier om het stukje geven en nemen weer in evenwicht te brengen en weer te praten samen. Dat hij daarvoor openstond, is heel mooi. Dit is volgens mij een koppel dat nog heel wat mooie jaren samen voor de boeg heeft.”
Beeld: Getty Images – Tekst: Frauke Joossen – Met dank aan Marie Van Hove, marievanhove.be.
Lees ook:
- Mijn verhaal: Mariekes man raakt haar al twaalf jaar niet meer aan
- Mijn verhaal: Liesbeth vond de liefde bij de man van haar overleden vriendin
- Mijn verhaal: Marianne werd opnieuw gelukkig dankzij ‘Het Eenzame Hartenbureau’ op Radio 2
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!