“Ik besefte dat mijn ex-vriend me door zijn overspel moest besmet hebben. De grond zakte onder mijn voeten weg. Ik heb gehuild en geroepen”
Stephanie had tien jaar lang een vaste relatie, tot haar vriend opbiechtte dat hij haar had bedrogen. Toen Stephanie na een ongelukje op het werk een hiv-test moest doen, kwam ze erachter dat ze seropositief was. Lees hier haar verhaal:
Stephanie (30): “Mijn ex-vriend en ik hadden tien jaar lang een vaste relatie. Ik dacht dat het om een stabiele en monogame relatie ging, maar blijkbaar dacht mijn vriend daar anders over. Er kwamen spanningen tussen ons en op een dag, toen we weer eens ruzie hadden, biechtte hij op dat hij me bedrogen had. Voor mij betekende dat het einde van onze relatie. Gelukkig waren er nog geen kinderen en konden we vrij makkelijk uit elkaar gaan. Hij pakte zijn boeltje, verhuisde en we zagen elkaar nooit meer terug.
Ik werkte gewoon verder als zorgkundige in een woonzorgcentrum, maar na een prikaccident moest ik een hiv-test laten doen. Dat is de normale gang van zaken, ik had me immers geprikt aan een insulinenaald van een andere patiënt. Ik maakte me er verder geen zorgen over. Tot plots de huisarts voor mijn deur stond. Hij vertelde me dat ik seropositief was. Ik geloofde eerst niet wat hij zei. Hiv was toch onmogelijk, ik had toch helemaal geen wisselende seksuele contacten gehad?
De grond zakte onder mijn voeten weg. Ik heb gehuild en geroepen.
Tot ik besefte dat mijn ex-vriend me door zijn overspel moest besmet hebben. De grond zakte onder mijn voeten weg. Ik heb gehuild en geroepen, ik dacht echt dat mijn wereld ineenstortte. Gelukkig wist mijn huisarts me goed op te vangen en besloot hij samen met mijn ouders mee te gaan haar het hiv referentiecentrum in Brugge. Daar kreeg ik meteen een hoop informatie en zorgden ze ervoor dat ik met medicatie kon starten.
Ik had nooit verwacht dat ik als geschoolde, blanke, westerse vrouw hiv zou kunnen krijgen. Dat klinkt natuurlijk naïef, maar zo was het wel. Je hoeft er helemaal geen wilde levensstijl op na te houden om besmet te geraken. Eén keer onbeschermd seks hebben met iemand die seropositief is, is genoeg. Ik werd ook begeleid in mijn contact met mijn omgeving en mijn ex-vriend. Je bent niet verplicht om je seropositiviteit mee te delen, maar mijn geweten wilde dit natuurlijk wel doen.
Een normaal gesprek tussen mijn ex-vriend en mij was al lang niet meer mogelijk, dus hem rechtstreeks contacteren om een gesprek over hiv te beginnen, zag ik niet zitten. Gelukkig stuurt het hiv referentiecentrum in zo’n geval een anonieme brief naar de betrokkene om hem op de hoogte te stellen. Zo wist hij wat er gaande was en hoefde ik de confrontatie met hem niet aan te gaan. Ik was natuurlijk heel erg boos op hem, maar tegelijk wilde ik ook wel heel graag geloven dat hij het niet bewust doorgegeven had.
Plots wilden mijn collega’s niet meer naast mij komen zitten, dat was zo pijnlijk.
Tijdens de periode die daarop volgde, ging ik door de hel. Ik kon maar niet aanvaarden wat mij overkomen was en op het werk liep het helemaal mis. Omdat ik niet met een geheim wilde rondlopen, had ik mijn directie en de arbeidsgeneesheer ingelicht. Ik wijs niemand met de vinger, maar de muren hebben oren en dus wisten niet veel later ook de collega’s dat ik seropositief was getest. Plots wilden mijn collega’s niet meer met mij aan tafel zitten en wilden ze niet meer van hetzelfde toilet gebruikmaken als ik. Dat je hiv niet oploopt door naar het toilet te gaan, ontging hen precies volledig. Als ik binnenkwam, gingen mijn collega’s plots twee meter verder staan, dat was echt heel erg pijnlijk. Ze gedroegen zich zo onwetend!
Ik had het verschrikkelijk moeilijk met hun gedrag, want als je in de zorg werkt, wil je toch juist anderen helpen zonder een oordeel te vellen over hun ziektebeeld? Mijn directie handelde correct, maar met al die stoute praatjes van mijn collega’s, kon ik echt niet om. Uiteindelijk veranderde ik van werk. Tijdens mijn sollicitatie speelde ik meteen open kaart. Mijn nieuwe collega’s reageerden gelukkig wel normaal en volwassen. Zij zien mij gewoon als Stephanie, en niet als Stephanie met hiv.
Sinds ik de diagnose hiv kreeg, nu drie jaar geleden, moet ik heel stipt en trouw mijn medicatie nemen om mijn bloedwaarden onder controle te houden. Een alarm in mijn gsm herinnert me er dagelijks aan. Sommige lotgenoten vinden dat erg confronterend en dat begrijp ik best, maar ikzelf voel me vooral dankbaar dat dat dagelijks pilletje het virus kan afremmen.
Dankzij die medicatie is mijn hiv niet meer overdraagbaar en dat vind ik het belangrijkste. Ik heb sinds een jaar weer een vaste vriend en zou op termijn een gezond kind zonder hiv op de wereld kunnen zetten. Dat geeft me vertrouwen in de toekomst en zorgt ervoor dat ik de impact van hiv op mijn leven zo veel mogelijk probeer te relativeren. Meestal gaat dat goed, zeker ook dankzij de ondersteuning van Sensoa Positief.
Dat is een organisatie die mensen met hiv steunt, maar ook hun omgeving en professionals die met hiv in contact komen. Ik heb er lotgenoten leren kennen en doe er ook vrijwilligerswerk. We organiseren bijeenkomsten en gaan samen op weekend. De mannen en vrouwen die ik via Sensoa Positief heb leren kennen zijn zo’n prachtige mensen, ze staan stuk voor stuk met een open vizier en zonder vooroordelen in het leven. We zorgen goed voor elkaar, ik zou hen niet meer kunnen missen.”
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!