© Getty Images

“Er zijn jongeren die zo bang zijn dat ze geen woord durven uitbrengen. Onze asieldieren helpen hen en brengen rust”

Door Goele Tielens

Toen Riet nog als leerkracht werkte, merkte ze dat leerlingen die afhaakten, om welke reden ook, het wél goed deden in een andere omgeving. En dus kreeg ze het idee om een asiel te beginnen, en jongeren daar te laten leren én openbloeien. En dat bleek een schot in de roos.

Riet vangt jongeren op die niet naar school kunnen bij ‘Beestig Wijs’

Riet (55): “Dat het niet goed gaat met het mentale welzijn van onze jongeren, merk ik ook bij ‘Beestig Wijs’. Dat is mijn organisatie waarbij jongeren die tijdelijk niet naar school kunnen, voor honden uit het asiel zorgen. Het is ondertussen dertien jaar geleden dat ik dit initiatief nam, en het aantal aanvragen stijgt jaar na jaar. Het idee ontstond toen ik zelf vrijwilligerswerk deed in het asiel.

Ik was leerkracht en zag tijdens buitenschoolse activiteiten dat leerlingen die het niet goed deden in de klas vaak wél openbloeiden in een andere context. Tegelijkertijd merkte ik dat veel jongeren uitvielen op school, en dat er voor hen bijna nergens zinvolle activiteiten ter vervanging waren. Velen zaten hele dagen op hun kamer. Dat moest anders, en ik kwam op het idee om dieren en jongeren samen te brengen.

Quasi geen spijbelaars meer


Concreet wilde ik een asiel bouwen. Of beter gezegd: láten bouwen, door scholen te laten samenwerken om alles van a tot z in orde te brengen. ‘Levensecht leren’ noemde ik het: leerlingen die voorheen de kneepjes van elektriciteit moesten leren in een klein kastje in de klas, kregen nu de kans om een plan op te stellen en alles uit te werken voor een hele schuur. Andere leerlingen legden riolering of maakten reclame. Eens mijn plan uitgedokterd was, ging het snel: ik kocht een schuur, schreef een draaiboek en gaf mijn ontslag op school.

Subsidies kreeg ik niet, dus gebruikte ik 25.000 euro van mijn eigen spaargeld. Gelukkig had mijn man als tandarts een goede job en stond hij honderd procent achter mijn idee. En het bleek een succes. Op de dagen dat scholen ons kwamen helpen, werd er quasi niet gespijbeld. Leerlingen waren altijd aanwezig om samen aan de slag te gaan. Toen het asiel af was, waren we meteen volgeboekt en dat is nog steeds zo.

Een grootvader was zo dankbaar voor wat we voor zijn kleinzoon hadden gedaan, dat hij spontaan 10.000 euro sponsorde

Jongeren die niet naar school kunnen, zorgen één dag per week voor de dieren; ze gaan ermee wandelen, zorgen dat ze op tijd hun eten krijgen en als ze voor een dier zorgen dat even niet bij zijn baasje kan zijn, houden ze daar nauw contact mee. Er volgde al snel een aanvraag voor een volgend asiel. Zelf volgde ik opleidingen rond sociaal ondernemen. Ik leerde een businessplan maken en zorgde dat onze vzw rendabel was.

Geld was nooit de drijfveer – ik keerde mezelf geen loon uit – maar ik had het wel nodig voor de projecten. Soms was dat best spannend. Toen ik 10.000 euro nodig had op een paar dagen tijd, lag ik voor het eerst wakker. Er stond nog 100 euro op mijn rekening, waar zou ik de rest halen? De oplossing kwam uit onverwachte hoek: op een avond stond er een grootvader aan de deur. Hij was zo dankbaar dat we zijn kleinzoon hadden opgevangen dat hij spontaan aanbood om te sponsoren. Een dag later stond het geld op de rekening.

Leerling, nu in de Raad van Bestuur

Dat bedrag was handig, maar het gevoel onbeschrijfelijk. Dat deze man hier zoveel voor overhad, betekende dat het project het leven van zijn kleinzoon had veranderd. Het motiveerde me alleen maar om door te gaan. Zo zijn er heel wat succesverhalen. De allereerste jongen die bij ons kwam – als hoogbegaafde vond hij zijn draai niet in het onderwijs – is ondertussen lid van de raad van bestuur. Anderen vonden hun weg terug naar school, of zijn aan het werk.

We hebben inmiddels verschillende panden en projecten en werken samen met andere organisaties. We zijn in al die jaren hard gegroeid en zijn, over alle projecten heen, intussen met zestig, zowel vrijwilligers als freelancers. Natuurlijk is het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Het is geen eenvoudige job. Jongeren die zich niet goed voelen, zijn niet altijd makkelijk in de omgang. Het vraagt extra tijd om ze los te krijgen. We horen de meest schrijnende verhalen, van eetstoornissen, sociale angsten tot suïcidale gedachten, mishandeling of misbruik… Sommigen hebben letsels voor de rest van hun leven, zowel fysiek als mentaal.

Hier helpen, geeft jongeren het gevoel dat ze wél iets kunnen, iets wat ze door hun vaak hobbelige schoolparcours kwijt zijn geraakt

Er zijn jongeren die zo bang zijn dat ze niet durven te eten in groep, of geen woord uitbrengen. De asieldieren helpen daarbij enorm, ze brengen jongeren tot rust. En als ze bijvoorbeeld voor een ‘moeilijke’ stafford zorgen, móéten ze wel communiceren en in interactie gaan met de hond om te zorgen dat het veilig blijft. Bovendien geven dieren de jongeren een gevoel van zingeving: ze zorgen voor beestjes die verstoten zijn of hulp nodig hebben. Door hier te helpen, krijgen ze weer zelfvertrouwen en het gevoel dat ze wél iets kunnen, iets wat ze door hun vaak hobbelige schoolparcours kwijt zijn geraakt.

We blijven werken aan nieuwe ideeën. Zo bouwen we momenteel een woning waarin jonge mensen in nood met hun huisdier terechtkunnen. In een klassiek opvangtehuis is dat vaak niet mogelijk, terwijl dieren net veel kunnen betekenen voor iemand die het moeilijk heeft. Broodnodig trouwens: onlangs stond nog in de krant dat de helft van de daklozen jonger is dan vijfentwintig jaar.”

Meer pakkende verhalen lezen?


Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."