“Ik hoop dat hij een vrouw tegenkomt die verder durft te kijken dan zijn IQ”
Ingrid maakt zich zorgen over de toekomst van haar minderbegaafde zoon, die ze nog steeds elke dag moet helpen met eenvoudige, praktische dingen.
Frustrerende lagereschooltijd
Ingrid (53): “Jarne is mijn tweede kind, hij is 25 en heeft een broer Senne, die twee jaar ouder is. Ik zag van in het begin wel verschil tussen mijn twee jongens, maar niks zorgwekkends. Zo hing Jarne de hele dag aan mijn broek, terwijl zijn broer de wereld verkende. Maar dat het ene kind wat meer timide is dan het andere, zie je wel vaker.
Toen Jarne naar het eerste leerjaar ging, merkten we dat zelfs de simpelste dingen voor hem moeilijk waren. Dat één en één twee is, is voor iedereen makkelijk te snappen, voor Jarne niet. Ik herinner mij die keer dat hij op een voetbalveld stond. Hij gaf letterlijk over van de stress. Wij dachten dat hij niet met de spanning om kon, nu vermoeden we dat hij het spel gewoon niet begreep. Hij bleef wel in het reguliere onderwijs, maar met constante bijles.
Toen hij twaalf was, werd er tijdens het medisch onderzoek iets gevonden wat verder onderzocht moest worden: Jarnes teelballen waren aan de kleine kant. Na een bezoek aan de kinderendocrinoloog kregen we direct een diagnose. Jarne bleek aan het syndroom van Klinefelter te lijden, wat betekent dat hij een vrouwelijk chromosoom te veel heeft. Het zou bij ongeveer 1 op de 600 jongens voorkomen.
De diagnose was schrikken, maar bracht ook opluchting – Jarne lijdt aan het syndroom van Klinefelter én is minderbegaafd
De symptomen zijn op zich mild: mensen met Klinefelter zijn over het algemeen wat trager en meer op zichzelf, en omdat ze te weinig testosteron aanmaken, kunnen ze er vrouwelijker gaan uitzien, met bredere heupen en soms wat borstontwikkeling. Maar dat kan opgelost worden met testosteron-injecties.
Wat erger is, is dat mensen met Klinefelter meestal onvruchtbaar zijn. Bij Jarne kwam daar ook nog bij dat hij minderbegaafd is. Die diagnose was schrikken, maar bracht ook opluchting. Wij sleurden Jarne zes jaar lang door het lager onderwijs, gefrustreerd omdat hij simpele dingen niet snapte. Opeens werd het duidelijk: hij kon gewoon niet beter.
Ook voor zijn broer bracht de diagnose rust. Die twee jongens waren lang kat en hond, Senne snapte niet waarom Jarne soms domme dingen zei of deed, en de diagnose stemde hem milder naar zijn broer toe. In het middelbaar ging Jarne naar het beroepsonderwijs. Daar ging het stukken beter, maar op sociaal vlak liep hij daar tegen dingen aan. Door zijn laagbegaafdheid is Jarne heel beïnvloedbaar.
Als klasgenoten tegen hem zeiden: ‘Gooi die stoel kapot, dan ben je cool’, dan deed hij dat. Op een gegeven moment belde de schooldirecteur om te zeggen dat Jarne elke dag voor zijn hele klas chips kocht. Hij stal daarvoor geld uit onze portemonnee. Hij doet die dingen niet uit slechte wil, maar is door zijn lage IQ gewoon heel makkelijk zo ver te krijgen.
Zijn hele puberteit lang heb ik me zorgen gemaakt. Waar zit hij? Ze gaan hem toch niet weer domme dingen laten doen? Ook op het gebied van meisjes was het al een lastig parcours. Dan had hij een liefje, maar bleek dat zij op elk gebied van hem profiteerde: financieel, seksueel en zelfs praktisch. Zij liet hem bij haar ouders de afwas doen, op haar zusje passen… Zij manipuleerde hem zo erg dat hij een tijdje moest worden opgenomen en zelfs een zelfmoordpoging ondernam.
Angst voor de toekomst
Hoe ouder Jarne wordt, hoe meer hij beseft dat hij een andere toekomst zal hebben dan zijn leeftijdsgenoten. Het feit dat hij nooit kinderen zal kunnen krijgen, vindt hij bijvoorbeeld heel erg. Ook op sociaal gebied heeft hij het lastig. Hij heeft maar twee vrienden en in grote groepen geeft hij geen kik.
Op zijn twintigste hebben we de officiële bevestiging gekregen dat Jarne laagbegaafd is, maar we vermoeden dat hij ook aan autisme lijdt. Wij zouden dat graag bevestigd zien met een diagnose, maar de wachtlijsten zijn heel lang. Die diagnose is nochtans belangrijk. Jarne werkt nu in een garage, maar voltijds werken is te zwaar. Met een diagnose zou hij aanspraak kunnen maken op een vervangingsinkomen en zou hij misschien zelfstandig begeleid kunnen gaan wonen. Voorlopig woont hij nog bij mij, dat gaat niet anders.
Mijn psychologe zegt dat ik Jarne moet loslaten en hem minder moet helpen, maar dat is moeilijk met zo’n kwetsbaar kind
Dingen die voor anderen eenvoudig zijn, zoals autorijden of bankzaken regelen, lukken hem niet. Hij krijgt zijn eigen leven niet gepland. Ik heb tot hiertoe alles voor hem gedaan, met veel liefde, maar dat is niet houdbaar en ik help hem er niet mee. Mijn psychologe, die gespecialiseerd is in laagbegaafdheid, zegt: ‘Je moet hem loslaten’. Maar dat is moeilijk met zo’n kwetsbaar kind.
Jarnes toekomst schrikt mij af. Ergens hoop ik dat hij een lieve vrouw tegenkomt die niet profiteert van hem. Die verder durft te kijken dan zijn IQ en vooral de zorgzame, behulpzame jongen ziet. Hij is zo’n lieve gast. In de supermarkt zegt hij: ‘Mama, ik draag de tassen, want dat is niet goed voor je rug’. We zijn laatst ook samen op reis geweest. Diepgaande gesprekken kun je met hem niet voeren, maar hij is zo zalig in de omgang. Hij klaagt nooit, is gewoon tevreden met zijn stoel met zicht op zee. Ergens moet er toch een vrouw zijn die blij zou zijn met zoveel authenticiteit?”
Meer openhartige verhalen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!