Van jeans naar habijt: Nadines dochter van 24 besloot om non te worden
Soms neemt het leven een wending die je niet ziet aankomen. Nadines dochter kondigde in oktober aan dat ze zou intreden, amper twee maanden later stapte ze de kloosterpoort binnen.
Als mijn dochter maar gelukkig is
Nadine: “Toen de kinderen zeven en tien waren, ben ik gescheiden. Ik heb ze quasi alleen opgevoed, maar we kwamen goed overeen: mijn twee kinderen zijn altijd mijn prioriteit geweest. Toen Antje veertien was, vertelde ze me schoorvoetend dat ze op meisjes viel. Ik had het niet zien aankomen, maar vanaf dag één heb ik dat aanvaard. ‘Liever gelukkig met een vrouw dan ongelukkig met een man’, zei ik haar.
De week erna ging ze naar de kapper voor een kort kopje. Ze bloeide open, met haar hoody’s, jongensbroeken en sneakers. En ze ging ook voetballen. Dat was ons Antje. Als mijn dochter maar gelukkig is, dacht ik. Na haar studies ging ze als bejaardenverzorgster werken in een woonzorgcentrum waar ook enkele zusters op rust woonden. Die hebben haar vanaf dag één heel goed opgevangen, Antje was graag bij hen.
Via die zusters hoorde ze het verhaal van Marte, een meisje dat Antje kende van op school vroeger en dat was ingetreden bij de Zusters Karmelietessen in Nederland. Antje begon Marte te volgen op sociale media, ze raakten goed bevriend. Op een dag liet ze mij een TikTokfilmpje zien van Marte die in haar nonnenkleed op de muziek van ‘The Sound of Music’ de berg afkwam. Hilarisch, we hebben daar allebei zo hard om gelachen. Ik vond het geweldig dat dat kon in deze tijd.
Antje begon een vriendin van vroeger die was ingetreden te volgen op sociale media
Telkens als Marte een filmpje had gepost, kwam Antje dat laten zien. ‘Misschien moeten we haar eens gaan bezoeken na de lockdown?’, heb ik op een dag voorgesteld. In maart, aan het begin van de lockdown, was er een einde gekomen aan Antjes relatie en was ze weer thuis komen wonen. Ze had liefdesverdriet, zo’n minivakantie zou haar deugd doen.
Op (be)zoek
In juli zijn we twee dagen naar daar gegaan. Het was geen slotklooster, maar een kleinschalig domein met een zorghotel, een gastenhuis en een mooie B&B. We werden er warm ontvangen door moeder-overste, een heel fijne vrouw van zesenvijftig jaar. Antje voelde zich er goed, we hadden er een fijne tijd.
Na dat eerste weekend reed Antje geregeld naar Vogelenzang. Ze was drieëntwintig en had een eigen auto, ze deed wat ze wilde, vond ik. Ik zag er geen graten in, ook niet toen ze shiften begon te wisselen op het werk om vaker en langer daar te kunnen zijn. Mijn eerste reactie was: ‘God loopt niet weg, maak eerst je studies af. Als je je nadien nog steeds zo voelt, kun je dan intreden.’ Twee maanden ervoor was ze immers gestart met studies verpleegkunde, in combinatie met haar werk als bejaardenverzorgster. Dat zou ze toch niet zomaar opgeven?
Mijn eerste reactie was: ‘God loopt niet weg, maak eerst je studies af.’ Die zou ze toch niet zomaar opgeven?
Maar er was geen houden aan, haar besluit stond vast. ‘Ik heb veel geweend en ertegen gevochten, mama, maar ik denk dat ik mij eraan wil overgeven.’ Die nacht heb ik geen oog dichtgedaan, ik begreep er niks van. Ik was zelf katholiek opgevoed, ik woonde in een dorp en moest elke zondag naar de mis. Maar ik had mijn kinderen zo helemaal niet opgevoed. Oké, er hangt een kruisje boven de deur en ze gingen weleens mee naar de herdenkingsmis van mijn vader. Maar verder hadden wij niks met God en geloof, waar kwam dat toch vandaan?
Ik dacht dat het een vlucht was. 2020 was immers een moeilijk en heftig jaar geweest voor haar. Al had ik haar na haar relatiebreuk, veilig onder mama’s vleugels, weer zien openbloeien en dat stelde me gerust. We deden heel veel samen, in de zomer kocht ze nog een elektrische fiets voor mij en een koersfiets voor zichzelf. Ze maakte lange ritten met haar broer of een vriendin, ze genoot van de zon, kreeg een mooi bruin kleurtje… Dat ze nu zou kiezen voor een leven van gebed en eucharistie, dat kon er niet in bij mij.
En wat dan met haar kinderwens, één van de redenen waarom haar relatie stukgelopen was?
En wat dan met haar kinderwens, één van de redenen waarom haar relatie stukgelopen was? ‘Dat weet ik niet, mama. God zal mij wel leiden en brengen waar ik moet zijn’. Ze gaf haar ontslag, zette haar studies stop en verkocht haar auto. 28 december zou ze intreden. Iedereen reageerde verrast, maar de meeste mensen waren positief en begripvol. Ik maakte mee grapjes, lachte met de situatie waarin ik me bevond. Dan zei ik: ‘Tja, dat is de voorzienigheid, hé’ en ‘Daar zal Jezus wel voor iets tussen zitten.’
Ik denk dat humor mijn manier was om mezelf recht te houden. Ik was de clown die mopjes maakte, maar vanbinnen bloedde mijn hart. Alsof er een stuk van mezelf werd weggesneden. Antje zag mijn verdriet wel, mijn vragen en angsten ook, maar ze was zelf zo opgetogen over haar beslissing… Die laatste maanden hebben we amper nog diepgaande gesprekken gevoerd, we wilden elkaar sparen, denk ik nu.
Voldongen feit
Ik was wel kwaad op moeder-overste, ik ben verschillende keren met haar gaan praten. Ik dacht dat zij mijn dochter hadden overtuigd om in te treden. Die vrouw begreep mij. Haar moeder was ook heel kwaad geweest toen zij indertijd intrad, dus ze kon mijn reactie plaatsen. En ze erkende dat de keuze van Antje een grote impact heeft op mijn leven, dat ik voor een voldongen feit ben gesteld.
Voor de buitenwereld is het allemaal moeilijk te begrijpen. ‘Als je kind maar gelukkig is, dan ben jij dat toch ook?’ ‘Ze is gezond en het is haar eigen keuze.’ ‘Ze zit niet aan het andere eind van de wereld.’ Zelfs mijn eigen moeder vat niet helemaal hoe het voelt. Zij is gelovig, haar zus was missiezuster in Guatemala. Ze is heel fier dat haar kleindochter is ingetreden. ‘Maar hoe zou het voelen als ík dat had gedaan, mama?’, vraag ik haar soms. Dan zwijgt ze, ze kan het zich niet voorstellen.
Ik probeer me niet te veel te wentelen in mijn verdriet, ik wil niet dat Antje zich schuldig voelt
De woede tegenover moeder-overste is intussen weggeëbd, het verdriet komt en gaat in golven. Ik stort me op mijn werk als kleuterjuf, ik ben een paar keer naar een psycholoog geweest. En gelukkig heb ik een heel warm vangnet. Mijn beste vriendin en buurvrouw Martine die dag en nacht voor mij klaarstaat, mijn broer en schoonzus… zonder hen had ik het niet gered.
Ik probeer me niet te veel te wentelen in het verdriet, ik wil niet dat Antje zich schuldig voelt. We whatsappen geregeld en één keer per maand mogen we bellen met de camera. Die eerste keer heb ik de hele tijd zitten huilen. ‘Ik ben zo blij dat ik je zie’, zei ik maar, terwijl de tranen stroomden. Maar dat begreep zij wel hoor.
En ergens kan ik haar keuze ook wel begrijpen. Ik denk dat Antje na haar liefdesbreuk zoveel heftige emoties voelde, dat ze daar rust vond in haar onrust. Ik snap dat ze geniet van de structuur en de sereniteit, van die prachtige omgeving daar. Daarom dat ik in eerste instantie dacht dat ze vluchtte. Maar moeder-overste zegt dat ze in het klooster is om de juiste redenen. Als het enkel een vlucht was geweest, hadden ze haar niet aangenomen, zegt ze.
Ze is zo gelukkig, het is alsof ze verliefd is
Antje zit nu nog in de fase van postulaat, we mogen nog contact hebben. Maar over twee jaar is ze novice en legt ze haar geloftes af. Gedurende die twee jaar – de periode van ‘verloving’ met God zeg maar – mag ze niet naar huis komen. Nadien moet ze nog enkele keren geloftes afleggen, ten vroegste negen jaar na het intreden als postulante kan ze haar eeuwige gelofte afleggen en is ze ‘getrouwd met God’.
In het begin dacht ik nog: vijftig procent kans dat ze hier binnenkort terug staat. Nu geef ik het nog maar dertig procent. Ze is er zo gelukkig, het is alsof ze verliefd is. Ik ben al een paar keer op bezoek geweest en deze zomer ga ik in plaats van naar Spanje, twee weken naar daar. ’s Avonds komt ze dan mee op mijn appartement zitten, dan drinken we wat en babbelen we over het leven. Het is nog altijd dezelfde Antje, maar in een andere vorm.
Als kind mag – moet – je je eigen keuzes maken, het is voor mij een proces om dat te aanvaarden. Ik probeer haar te begrijpen, ik zal er altijd zijn voor haar. Mensen zeggen weleens dat je krijgt wat je verdient, maar dat geloof ik niet. Je krijgt misschien wat je net aankunt, waarmee je in het reine kunt geraken. Dat gebeurt nu ook. Ik heb geen andere keuze.”
Uit: Libelle 28/2021
Nog meer openhartige verhalen:
- Tegen de stroom in: Isabelle en Peggy voelen zich het buitenbeentje van hun familie
- Mijn verhaal: Charlotte werd op haar zeventiende verliefd op haar leraar Nederlands
- Straffe vrouw: Gil voedt haar kleine zusje op sinds de dood van hun moeder
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!