“Ook al ben ik zeventig, mijn moeder vertellen over mijn nieuwe liefde, was best spannend”
Tien jaar geleden overleed de man van Ellie. Na enkele vergeefse datingpogingen ontmoette ze Jan op een groepsreis. En dat deed iets met haar wat ze nooit had durven dromen.
Lezeres Ellie (70) contacteerde ons zelf. Ze wil ons graag vertellen over het liefdesverhaal dat ze sinds een dik half jaar beleeft, en waarvoor ze zich nog elke dag in de wangen knijpt. Dus spreek ik met haar af, in haar appartement in Antwerpen, de stad waar Ellie jaren geleden haar man leerde kennen.
“Ik ontmoette Paul hier op kot”, vertelt Ellie. “Ik was twintig, hij negen jaar ouder, maar ik was zo verliefd dat dat leeftijdsverschil ons niet kon tegenhouden. Paul en ik bouwden een mooi leven uit, eerst in Antwerpen, en nadat onze dochter volwassen was, kochten we een huis op het platteland. Aan een pittoreske aardeweg, met een prachtig uitzicht op de velden. Het leek ons heerlijk om daar het tweede deel van ons leven samen te genieten van de rust en de natuur.”
Onverwachts afscheid
Alleen werd dat tweede deel een pak korter dan Ellie en Paul konden voorzien. Na veertig jaar huwelijk overleed Paul totaal onverwachts aan orgaanfalen na een routineopeatie. Ellie: “De eerste weken na zijn overlijden kan ik niet anders omschrijven dan onwezenlijk. Het beklemmende gevoel dat er je iets vreselijks overkomt en dat er geen enkele uitweg is.
Achteraf bekeken vraag ik me nog steeds af hoe ik het allemaal gedaan heb, maar op de een of andere manier spartel je daar toch doorheen. Ik putte veel troost uit het koor waarin ik zat. De wekelijke repetities, de verbondenheid door samen toe te leven naar een concert… En elk weekend trok ik naar Antwerpen. De ene keer ging ik naar het theater, dan woonde ik een boekvoorstelling bij.
Ik kan nogal moeilijk alleen zijn, dus ik wist dat ik mij moest omringen met mensen om volop in het leven te blijven staan. Dat was uiteindelijk ook de reden dat ik na een tijdje besliste om toch terug naar de stad te verhuizen. En dat er in m’n hoofd weer ruimte kwam voor een nieuwe man.”
Ellie vertelt hoe het gemis aan intimiteit steeds duidelijker werd: de behoefte om iemand dichtbij je te hebben die je graag ziet en bij wie je je thuis voelt. Aanvankelijk hoopte ze nog dat er spontaan iemand haar pad zou kruisen, maar als zestigplusser bleek dat toch een ander verhaal dan veertig jaar eerder.
Swipen in een app lag me niet zo. Ik heb me ook aangemeld op een datingwebsite en me zelfs voor ‘Hotel Romantiek’ ingeschreven, maar zonder succes
“Bij mijn vrijwilligerswerk hield ik mijn ogen wel open”, zegt Ellie. “En ja, ik ontmoette er weleens een man die mijn aandacht trok, maar dan bleek hij getrouwd te zijn. De mogelijkheden zijn gewoon beperkter als je al een heel leven achter de rug hebt. De manier waarop jonge mensen vandaag daten en swipen in een app, ligt mij ook minder.
Ik heb het geprobeerd, hoor, en ik ben zelfs een hele tijd lid geweest van Parship, een datingwebsite. Maar tijdens de schamele afspraakjes die dat opleverde, had ik meteen door: dit wordt niets. En toen ik kort daarna een advertentie zag voor het eerste seizoen van ‘Hotel Romantiek’, heb ik me ook daarvoor ingeschreven – eveneens zonder succes.”
Groepsreis zonder verwachtingen
Hoewel haar pogingen om een partner te vinden tot dan toe op een sisser aflopen, blijft Ellie de moed erin houden. “Ik geloof heel sterk in een positieve focus”, zegt ze. “In een boek las ik dat als je je gedachten concentreert op een bepaald doel, en je dat ook bijna als een mantra herhaalt, je dat doel uiteindelijk zult bereiken.
Zoals de auteur van het boek adviseerde, noteerde ik mijn doel op een briefje: een man vinden met humor. Iemand die er goed uitzag en met wie ik goed kon praten. Ik handtekende en dateerde het – februari 2022 – , stak het in mijn handtas en herlas het regelmatig. Amper vier maanden later vertrok ik op groepsreis naar Griekenland. De groepsreis die uiteindelijk, dan toch onverwachts, leidde tot mijn doel.
Nochtans was ‘een partner vinden’ niet per se het opzet toen ik mij inschreef voor die vakantie. Zeker niet toen ik achter de samenstelling van de groep kwam: maar liefst zestien vrouwen en… één man. Toen ik de dag van vertrek op onze plaats van afspraak aankwam in Zaventem, zag ik inderdaad, omgeven door een bende vrouwen, één man zitten. Nors gezicht, helemaal ineengezakt. Als dát de man is die ons een hele week gaat vergezellen, dacht ik.
Jan was de lieveling van de groep, iedereen stond te drummen voor zijn technische hulp en luisterend oor
Achteraf bleek dat die man niets met ons te maken had. (lacht) Wat een geluk, want met Jan, die kort daarna nietsvermoedend kwam aanwandelen, hadden we wél het goede lotje getrokken. Vanaf de eerste dag was hij de lieveling van de groep. Iedereen wendde zich tot hem voor het maken van foto’s, met gsm-problemen of zelfs om hun hart uit te storten. En als we op een nieuwe plek aankwamen, werd er elke keer weer gelachen: ‘Jan en zijn harem zijn gearriveerd!’ Het fijne was dat hij oog had voor iedereen, zonder uitzondering. Tijdens het eten ging hij elke keer op een ander plek zitten. Je merkte gewoon dat hij een attente, boeiende man was.”
Steekje van jaloezie
“Ik kan niet zeggen dat ik vanaf dag één romantische gevoelens voor hem koesterde, maar ook ik was gecharmeerd door Jans hulpvaardigheid. Omdat ik al een tijdje sukkelde met mijn voet, had ik een wandelstok bij me op reis. Telkens als we in een nieuw hotel aankwamen, bood Jan aan om mijn koffer naar boven te dragen. Ik herinner me ook nog een concreet moment, toen ik hem voor het eerst met zijn kinderen zag bellen via zijn horloge, een Apple Watch. Amai, die is goed mee met de technologie; dat is geen doorsnee man hoor, dacht ik, onder de indruk.
Nu, ik was natuurlijk niet de enige die zo over hem dacht, één medereizigster claimde hem enorm. Op een dag parkeerde ze zich in de bus ostentatief tussen Jan en mij in. Opeens voelde ik een steek van jaloezie. Eigenlijk was dat het eerste signaal dat ik stiekem toch meer voor hem voelde. Dus toen we de laatste dag op de luchthaven zaten te wachten op onze terugvlucht, trok ik mijn stoute schoenen aan. Of ik hem achteraf mocht mailen om nog eens af te spreken.
Ik trok mijn stoute schoenen aan en vroeg of hij na de reis ook nog eens wilde afspreken
En zo gezegd zo gedaan. Drie weken later reed ik de parking op van het restaurant waar Jan en ik hadden afgesproken. Ruim een half uur te vroeg en op van de zenuwen. Ik stond te popelen om Jan terug te zien, om meer van hem te weten te komen. En het werd een heerlijk gesprek, waarin we goed hebben gelachen. Toen ik naar huis reed, was ik helemaal van de kaart. Dit voelde zó goed. Zou het dan echt uitkomen, dat mantra-briefje?”
Als Ellie vertelt over dat eerste afspraakje, zucht ze. Straalt ze. “Het voelde alsof ik van toen af naar Jan werd toegezogen. Kriebels alsof ik weer twintig was. Zelfs mijn vriendinnen lachten ermee: ‘Wat is dat toch met jou? Jij blijft maar stralen?’ Want sindsdien hebben Jan en ik al een prachtige tijd beleefd.
Tijdens de Zomer van Antwerpen gaf ik hem een vuurdoop in de stad waar ik zo van hou en hij liet me de mooiste plekjes in zijn streek kennen. En in augustus, toen we nog maar een paar weken samen waren, zijn we meteen vier dagen met de auto naar Frankrijk getrokken, om te zien of het ook zou klikken als we langere tijd op elkaar waren aangewezen. We begrepen het zelf niet, hoe het zó goed kon klikken. Hoe het zo vertrouwd kon aanvoelen en nieuw en sprankelend tegelijk.“
Verrijkt door de liefde
“Net omdat het zo goed voelde, wilde ik ook heel graag de familie over Jan vertellen. Bij mijn dochter voelde ik meteen dat ik haar nog wat tijd moest geven. Mijn verliefdheid confronteerde haar met het gemis van haar papa. Maar mijn moeder, met haar 97 lentes, nam het verrassend makkelijk op.
Ik had ‘het gesprek’ nochtans voor me uit zitten schuiven. Dat klinkt misschien vreemd, want als zeventigjarige heb je tegen je moeder geen verantwoording af te leggen, maar ik wist gewoon niet hoe ik het moest aanbrengen. Misschien had ze al wel wat door, hoor, door de gretigheid waarop ik mijn WhatsApp-berichtjes van hem beantwoordde als ik bij haar op bezoek was, maar toen ik het uiteindelijk dan toch over mijn lippen kreeg – ‘Ik heb iemand leren kennen’ – heeft ze daar eigenlijk geen commentaar op gegeven.
Maar de eerste keer dat Jan met mij mee bij haar op bezoek ging, verliep dan ook heel vlot. Ik zei het al, of het nu gaat om een bende reisgenoten die hij voor het eerst ontmoet of om de moeder van zijn nieuwe vriendin: Jan is bij iederéén zijn innemende zelf.
Ik voel weer kriebels zoals toen ik twintig was
Intussen proberen Jan ik zoveel mogelijk van elkaars leven te proeven. Ik neem hem mee naar lezingen en boekvoorstellingen, een totaal nieuwe wereld voor hem, en hij dompelt me onder in de sportwereld waar ik dan weer niets van ken. Omdat hij zelf sportieve reizen begeleidt, heb ik al van een paar trips mogen meegenieten in en buiten Europa. Zo is ons leven het afgelopen half jaar zowel letterlijk als figuurlijk breder geworden.
Want ook al lijken onze interesses mijlenver uit elkaar te liggen, we delen de goesting om bezig te blijven, om nieuwe dingen te ontdekken, te durven springen en te durven blijven dromen. Dat is trouwens wat ervoor heeft gezorgd dat we nu staan waar we staan. Dat we op ons zeventigste nog zo kunnen worden meegesleept door de liefde.”
Anders, maar even intens
Of die liefde dan anders is dan de liefde die ze vroeger kende, pols ik voorzichtig. “Ja, ánders is het juiste woord”, zegt Ellie. “Op mijn eerste man, Paul, ben ik óók zo verliefd geweest toen we jong waren. Maar Paul was Paul en Jan is Jan. Het zijn twee heel verschillende personen. En net zoals ik koester wat er in het verleden was, koester ik ook heel bewust wat ik nu heb.“
We whatsappen meerdere keren per dag, maar toch word ik onrustig als we elkaar een paar dagen niet hebben gezien
Intussen pendelen Ellie en Jan al ruim een half jaar tussen Jans huis en Ellies appartement. “Ook al whatsappen we elkaar meerdere keren per dag, ik merk dat ik steeds onrustiger word als we elkaar een paar dagen niet hebben gezien. En omgekeerd ook: als we wél samen zijn, zit ik de laatste uurtjes voor Jan vertrekt al met afscheidsblues. Dat moment van vertrek probeer ik dan toch altijd zoveel mogelijk uit te stellen.
Hoe het verder zal gaan, weten we nog niet. Houden we het bij een latrelatie, of gaan we op een dag echt samenwonen? Dat zien we nog en daar wil ik ook niet té veel mee bezig zijn. Voorlopig geniet ik nog te hard van wat we nú hebben, die pure verliefdheid en het ‘reikhalzend uitkijken naar’. Mensen zeggen dat dat wegebt, als de routine erin komt, maar ik hoop dat ik dat zo lang mogelijk kan vasthouden. Dat ik mezelf nog lang in de arm mag knijpen om me ervan te vergewisssen dat ik niet aan het dromen ben…
Uit: Libelle 19/2023
Meer lezen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!