
Op kot… in het woonzorgcentrum!
Verschillende generaties die samenhuizen en voor elkaar zorgen: klinkt als een mooie wereld, toch? Wij trokken naar WZC Edouard Remy in Leuven, waar je naast de bewoners ook elke dag vrolijke studenten tegen het lijf loopt.
Wat een inspirerend project: studenten Dorien, Ester, Tibo en Iza hebben elk hun eigen kamer in het woonzorgcentrum en leven samen met de reguliere bewoners. Een win-win voor iedereen, zo blijkt!
Op sollicitatie in het woonzorgcentrum
Studente Ester (19): “Babs, de directeur van dit woonzorgcentrum van Zorg Leuven, is vorig academiejaar met dit project gestart. Het was meteen een schot in de roos! Vorig jaar waren er drie kamers voor studenten op de vierde verdieping, dit jaar ook drie op de derde verdieping. Omdat de vraag groter is dan het aanbod, moet elke student die hier wil komen wonen, een motivatiebrief schrijven. In mijn brief heb ik mezelf voorgesteld en heb ik verteld waarom ik hier zo graag wilde wonen. En dat is: omdat ik me hier veilig zou voelen, minder eenzaam dan alleen op een kot en omdat ik sociaal contact belangrijk vind.
Mijn brief was blijkbaar overtuigend, want nadien mocht ik hier op een soort van speeddate komen. Dat hield in: een babbeltje doen met de bewoners hier, om elkaar al een beetje te leren kennen. Achteraf bleek dat maar liefst veertig studenten een brief geschreven hadden. Dat ik een van de zes studenten ben die de bewoners uiteindelijk gekozen hebben, dat is toch een hele eer.”
Als ik een mindere dag heb, kan ik altijd rekenen op wat peptalk. De oudere generatie heeft vaak een andere kijk op de dingen
Studente Ester
Studente Dorien (21): “Tijdens dat speeddaten zei ik tegen iedereen: ‘Mijn naam goed onthouden, hé!’ Iza had koekjes meegebracht, ook slim natuurlijk. Dat ik geen grootouders meer heb en het contact met die generatie mis, zal wel meegespeeld hebben. Ik heb ook een sociaal karakter en vind het leuk om met de bewoners te babbelen en hen te plagen.
Alles mag hier zoals op een gewoon kot, ons lief mag blijven slapen, onze vrienden mogen hier op bezoek komen. En natuurlijk gaan wij ook uit en komen we al eens tipsy thuis. Maar voorlopig hebben we nog geen klachten gehad.”
Samen naar Thuis kijken
Ester: “De prijs van het kot – 450 euro per maand – is schappelijk, maar ook niet zoveel lager dan de gemiddelde kotprijs. We hebben een eigen kamer, maar delen ook met ons zessen een gemeenschappelijke keuken en badkamer. Het is wel de bedoeling dat we contact hebben met de andere bewoners. ’s Middags mogen we gratis mee-eten met hen en heeft elke student z’n vaste tafeltje. ’s Avonds kijk ik weleens mee naar Thuis of Familie en tussendoor doen we een babbeltje.
Ik vertel over alles wat mij bezighoudt, over mijn familie, mijn studies… Ik vind bij hen altijd een luisterend oor en als ik een mindere dag heb, kan ik altijd rekenen op wat peptalk. Zij hebben vaak een andere, verfrissende kijk op de dingen.”
Dorien: “Ze vragen naar onze lessen en examens en leven met ons mee. En ze delen hun levenswijsheid met ons! Dat we van onze studententijd moeten genieten bijvoorbeeld, en elke dag tegen onze dierbaren moeten zeggen dat we hen graag zien. De bewoners voelen als mijn grootouders.
De ene is al blijer met onze aanwezigheid dan de andere en met de ene bewoner klikt het natuurlijk ook beter dan met de andere. Ik heb Pierre bijvoorbeeld een duckface geleerd en ik vind het heerlijk als Valentina vertelt over haar leven, bijvoorbeeld over de tijd dat ze in het klooster woonde tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.”
Verhalen over de oorlog
Bewoonster Valentina (90): “Mijn zus had vroeger een restaurant in Leuven waar ik geregeld ging helpen, ik heb mij tussen de studenten altijd als een vis in het water gevoeld. Ik ben dus heel blij met dat jong volk hier. De studenten zorgen voor zoveel leven en vrolijkheid in huis! Ze komen te pas en te onpas binnengewaaid om iets te vertellen of om een van hun cavia’s te laten zien. Ik vertel hen op mijn beurt over hoe wij met ons gezin tijdens de oorlog te voet naar Menen gevlucht zijn en hoe ik uiteindelijk opgevangen ben door de zusters in Heverlee. En dan kijken we samen naar foto’s.
Ik ben heel blij met dat jong volk hier, ze brengen zoveel leven en vrolijkheid in huis!
Bewoonster Valentina
Ester, Dorien, Tibo en Iza zijn stuk voor stuk lieve en opgewekte jongeren. Ze plagen me ook graag en maken grapjes. Niet iedereen hier vindt die drukte altijd even leuk, maar ik hoop dat hier nog lang studenten zullen blijven wonen. Zij zijn echt mijn kindjes, ik zie hen graag en zij mij. Dat gevoel heb ik toch.”
Bewoonster Juleke (90): “De studenten wonen op de derde en de vierde verdieping en ik op de tweede. Ik heb al aan Babs gevraagd of er op mijn verdieping ook studenten mogen komen, want ik zie hoeveel leven ze in de brouwerij brengen. Ik ben eigenlijk een beetje jaloers. Gelukkig zakken ze af en toe eens af naar het tweede.”
Dorien: “(tot Juleke) En nu het warmer wordt, nemen we jou en Valentina eens mee naar de markt, hé!”
Goudeerlijk
Dorien: “Ik studeer nu vier jaar in Leuven en had tot nu toe altijd een eigen keuken en badkamer, dus dat was wel aanpassen, maar ik vind het hier zoveel leuker. Ik krijg ook elke dag complimentjes: ‘Oh, je hebt iets leuks aan, die kleur staat je mooi, je haar zit zo goed…’ Ze zijn ook goudeerlijk. Pierre heeft me bijvoorbeeld ook al eens gezegd dat ik niet zo veel moet eten, want dat ze me op den duur zullen kunnen rollen. Maar dat kan ik wel verdragen, ik zeg óók mijn gedacht.
Ik denk wel dat je uit een bepaald soort hout gesneden moet zijn om hier op kot te zitten. Als je na een drukke dag in de les alleen nog maar rust wilt, nee, dan is dit niet zo’n goede formule. Maar voor mij werkt het: zowel wij als de bewoners halen hier ontzettend veel voldoening uit.”
Meer tips:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!