“Natuurlijk had ik voor Emma een makkelijker pad gedroomd. Maar dat je kind gelukkig is, is gewoon het belangrijkste”
Na enkele moeizame jaren besefte Emma tijdens haar puberteit dat ze zich beter voelde als meisje. Mama Hilde vertelt trots over wat haar dochter haar heeft geleerd: “Toon respect, je kunt zo’n verschil maken.”
Hilde (46): “Dankbaarheid. Dat is wat ik voel voor mijn mooie dochter Emma. Zij heeft me geleerd wat echt belangrijk is. Dankzij haar sta ik positiever in het leven dan tien jaar geleden en maak ik me niet meer druk om onbenulligheden. Ook al had ik voor haar een makkelijker pad gedroomd.
Twintig jaar geleden lag ze in mijn armen. Mijn eerste kind was een zoontje, maar ik ben het nu zo gewoon om ‘zij’ en ‘haar’ te zeggen dat het voor mij moeilijk is om het nog over ‘hij’ en ‘hem’ te hebben. Ons kindje was een heel rustige baby die probleemloos opgroeide. Meisjesachtig was Emma de eerste jaren van haar leven zeker niet. Misschien wel wat anders dan de andere jongens. Geen kwajongen, wel aan de stille kant, nogal in zichzelf gekeerd. Pas vele jaren later vielen de puzzelstukjes in elkaar.
In het zesde leerjaar, niet toevallig toen haar lichaam begon te veranderen, haar spieren zich meer ontwikkelden en haar stem begon te zakken, begon voor Emma een lijdensweg. Ze was heel onzeker, had faalangst… Op een bepaald moment kreeg ze een zware hoest waar ze maar niet van afgeraakte. We gingen van de ene arts naar de andere en ze werd verschillende keren opgenomen in het ziekenhuis, maar niemand vond een oorzaak. Een tijdje later kreeg ze ook buikpijn en darmproblemen. De kinderarts vroeg zich luidop af: zou het psychisch kunnen zijn?”
Beschermen tegen zichzelf
“Toen Emma in het tweede middelbaar zat, is ze compleet gecrasht. Niets had nog zin voor haar, ze kwam haar kamer niet meer uit, wilde niet meer leven. Wij wisten natuurlijk wel al dat ze niet goed in haar vel zat, maar dat ze zo diep zat… Het was hartverscheurend.
De psychiater schreef haar, met de beste bedoelingen, antidepressiva en antipsychotica voor, maar die veranderden haar volledig. Zonder dat ze er zelf iets aan kon doen, zat mijn voordien stille, teruggetrokken en zachtaardige kind, plots vol boosheid en agressie. Naar ons toe, maar ook en vooral voor zichzelf werd ze een gevaar. Emma begon zichzelf te snijden, de psychiater reageerde door de medicatie nog te verhogen, waarop Emma nog opstandiger werd.
Toen de psychische problemen bij Emma bleven duren, wist ik dat wij het als ouders alleen niet vol zouden kunnen houden
Ik was doodongerust. Er zijn ochtenden geweest dat ik de deur van haar kamer amper durfde open te doen, zo bang was ik voor hoe ik haar zou aantreffen. Ze kroop verschillende keren door het raam, ik sleurde haar weer naar binnen. Dan kwam er een oerkracht in mij naar boven. Je moet weten: ook al was Emma toen nog maar een jaar of dertien, ze was groter dan ik en veel sterker.
Bovendien had zij óók een kracht in zich: dit was in haar ogen de enige weg voor haar. Ze is ook een keer door het dakraam gekropen en op het plat dak achter ons huis gaan staan, klaar om te springen. Ik riep in paniek naar de buren om de politie te bellen, maar ze konden of wilden mij niet horen. Gelukkig heb ik haar toen kunnen kalmeren door op haar in te praten, en is ze weer naar binnen gekomen.
Maar ik wist: dit houden wij niet vol. Je kunt je naast je kind op bed leggen, het laten weten dat je er altijd zult zijn, maar je kunt het geen vierentwintig uur op een dag tegen zichzelf beschermen. Ik voelde toen ook al aan dat er meer achter haar gedrag zat. Wij hebben gevochten om Emma te laten opnemen in een psychiatrische voorziening, maar kregen telkens het deksel op de neus.
Twee keer werd ze kort opgenomen. Maar langdurige hulp, die ze zo hard nodig had, was er niet. Zelfs toen de agressie door de medicatie zo groot geworden was dat het niet meer veilig was voor ons gezin en vooral voor Emma zelf, heeft ze één week op psychiatrie mogen doorbrengen, daarna kon ze enkel nog bij een psycholoog of psychiater terecht. Uit de korte opnames bleek dat Emma autisme heeft, maar hoe vaak ze door artsen ook gezien werd, op dat moment had niemand door wat er écht bij haar speelde.”
Experimenteren met make-up
“En zo spartelden wij de jaren door. In het derde middelbaar startte Emma in een buiten-gewone onderwijsinstelling, gespecialiseerd in autisme. Daar bouwde ze een goede band op met de psychologe met wie ze elke week een gesprek had. Ze stopte met de medicatie en werd gelukkig weer zichzelf. Ze kreeg ook een vriendje en vertelde me dat ze dacht dat ze bi was, omdat ze ook al eens verliefd geweest was op een meisje.
Tot dan had ze altijd jongenskleren gedragen, maar stilaan begon ze door te krijgen dat ze zich niet voelde zoals de andere jongens. Ze probeerde make-up en nagellak uit. Ze liet haar haar groeien en experimenteerde met haar kleren. Op een dag was ze ’s morgens in een broek naar school vertrokken en had ze, toen ik haar ’s avonds ophaalde, een rokje van een vriendinnetje aan. Haar vader en ik vonden dat toen wel speciaal, maar op dat moment dachten we nog dat het hoorde bij het zoeken naar haar identiteit. In die periode begon ik zelf wel een en ander op te zoeken. Ook toen ik de aflevering met transpersonen van ‘Taboe’ met Philippe Geubels zag, begon ik almaar meer dingen te herkennen.”
Verschrikkelijke reacties
“Het pad dat mijn dochter niet koos, maar móést volgen om zich goed in haar vel te voelen, is een moeilijk pad. Pas veel later heeft Emma me verteld hoe sommigen reageerden op hoe ze eruitzag. Dat ze op straat weleens doodgewenst werd, alleen maar omdat ze een rokje droeg. Dat kinderen op school haar een ‘freak’ hadden genoemd.
Emma kreeg vreselijke woorden naar haar hoofd geslingerd. Wat heb je eraan om een kind van veertien gemene dingen toe te roepen?
Veel vertelde ze er niet over en dat doet ze nog steeds niet. Ik wist dus niet welke vreselijke woorden er precies naar haar hoofd geslingerd werden, maar het breekt nog steeds mijn hart. Wat heb je eraan om een tiener, die het al ongelooflijk moeilijk heeft, zulke gemene dingen toe te roepen? Wat denk je dat dat doet met een kind van veertien, dat al zelfmoordneigingen heeft?
Emma is opnieuw heel depressief geworden. Ze durfde niet meer in meisjeskleren buiten te komen. Ze had zich als meisje gepresenteerd aan de buitenwereld en meteen gemerkt hoe verschrikkelijk sommigen daar-op reageerden. Alleen in haar eigen kamer droeg ze nog rokjes en jurkjes, daarna soms voorzichtig in de woonkamer. Niemand mocht het zien, maar ik merkte meteen: mijn kind fleurt hier helemaal van op.
Toen ze op een bepaald moment duidelijk aangaf dat ze liever als meisje door het leven wilde gaan, dacht ik, na alles wat we de jaren voordien hadden meegemaakt: is het dit maar? Ja, er waren signalen, maar toch dachten we voordien dat het om faalangst ging, om druk van de school of perfectionisme, en nu was er eindelijk een verklaring én een oplossing. We konden specifieke hulp gaan zoeken, er iets aan doen. Er wás een manier voor haar om zich beter te voelen!
Maar snel ging het niet. De wachtlijsten zijn enorm lang. In UZ Gent bijvoorbeeld, voortrekker op vlak van gender-identiteit, met een team dat helemaal op elkaar afgestemd is, moet je maar liefst twee à drie jaar wachten voor je bij hen terechtkunt, terwijl Emma nú hulp nodig had. Ik ben beginnen rondbellen, zocht naar alle mogelijke info op het transgenderinfopunt en sloot me aan bij een oudervereniging.
Daar hoorde ik van andere ouders precies dezelfde verhalen. Pubers met een depressie, die al lang psychologische hulp kregen of opgenomen waren, maar die door hun transitie weer waren opengebloeid. Met hun hulp en goede raad heb ik, ondertussen twee jaar geleden, zelf een traject uitgestippeld. We konden vrij snel terecht bij een endocrinoloog in Antwerpen die Emma begeleidt met de hormoonremmers, en vonden een psychiater die vertrouwd was met het thema.”
Een nieuwe naam
” ‘De psychiater vindt het heel raar dat je me nog altijd met mijn jongensnaam en met hij/hem aanspreekt’, zei Emma schoorvoetend, toen we na een consultatie weer in de auto zaten. Emma was op dat moment nog niet naar de buitenwereld geout als meisje en ik vertelde haar dat ik wachtte op een initiatief van háár, dat ik vond dat zíj moest aangeven dat ze er klaar voor was.
‘Ik zou niets liever hebben’, zei ze. Ze had ook al een naam in gedachten, al twijfelde ze er wel nog wat aan. ‘Het wordt een naam die je voor de rest van je leven gaat dragen,’ zei ik, ‘kies er een waar je écht gelukkig mee bent.’ Ze vroeg me om een lijstje met mijn favorieten te maken en koos er uiteindelijk Emma uit. En zo heb ik toch ook een beetje de tweede naam voor mijn dochter gekozen.
Haar nieuwe naam was meteen vertrouwd voor mij, haar vader vond het in het begin moeilijker om zij/haar/Emma te zeggen. Hij gebruikte haar geboortenaam wel niet meer, omdat hij begreep dat dat haar kwetste, maar vermeed de nieuwe voornaamwoorden. Maar een paar maanden later had ook hij de klik gemaakt en sindsdien denkt hij er zelfs niet meer over na.”
Starende blikken op de tram
“Stilletjesaan heeft Emma zich ook naar de buitenwereld toe geout. Mijn ouders en schoonouders hebben het meteen aanvaard, zonder vragen te stellen. Vooral mijn schoonmoeder, die Emma’s lijdensweg van heel dichtbij had meegemaakt, was opgelucht dat er eindelijk een ‘diagnose’ was.
Op het einde van het zesde middelbaar is Emma ook als meisje naar school beginnen te gaan. Een meisje zijn thuis, en dan op school een rol spelen als jongen… dat vrat aan haar. Ze kreeg wel nog steeds vervelende reacties en sommige klasgenoten bleven haar tot de laatste dag met haar oude naam aanspreken. Gelukkig stond ze op dat moment, dankzij de steun van de hulpverleners en de warmte die ze van ons kreeg, een stuk steviger in haar schoenen.
Toen ik mijn buurvrouw, bijna tachtig jaar oud, vroeg om Emma’s oude naam niet meer te gebruiken, was haar reactie hartverwarmend; toen ze Emma tegenkwam op de oprit zei ze hartelijk: ‘Dag Emma, aangename kennismaking!’ Ook zij had gezien dat Emma er zoveel beter uitzag nu ze als meisje door het leven ging.
Ik zie weleens mensen met hun ogen rollen als ik over mijn dochter vertel. Of haar aanstaren op de tram. Dat is dan maar zo.
Maar jammer genoeg is niet iedereen zo ruimdenkend en groothartig. Ik zie weleens mensen met hun ogen rollen als ik over mijn dochter vertel. Toen ik onlangs met Emma de tram nam, zag ik hoe iedereen haar aanstaarde. Dat is dan maar zo. Ik begrijp ook wel dat sommige mensen aan het idee moeten wennen.
Ik had er, toen ik nog niks over het thema wist, óók een heel fout beeld van. Dat het soms aan de ouders lag, bijvoorbeeld, die misschien liever een zoon hadden gehad dan een dochter of omgekeerd. Nu schaam ik mij voor die gedachten. Nu weet ik dat transpersonen geen randfiguren van de maatschappij zijn of ‘freaks’. Het zijn gewoon mensen, net als jij en ik. Ik begrijp die mensen op straat met hun lelijke opmerkingen ook niet… Wat maakt het uit wie of wat iemand is? Dat raakt toch niet aan wie jij zelf al dan niet bent?”
Toon respect
“Of ik ooit stilletjes gehoopt heb dat de wens van mijn dochter om een meisje te zijn maar een bevlieging was? Het zou haar leven veel makkelijker gemaakt hebben, maar het was voor mij meteen helder dat dit voor altijd was. Het was duidelijk welke weg ze opging en dat wij zouden moeten volgen. En dat hebben wij met veel liefde en warmte gedaan. Omdat ik mijn kind onvoorwaardelijk graag zie. Omdat ik weet hoe onmisbaar de steun van de ouders is.
Emma neemt nu al twee jaar vrouwelijke hormonen en je ziet haar veranderen: haar gezicht wordt ronder, ze krijgt vrouwelijke vormen, en is daar blij mee. Ook officieel is ze nu een meisje. Een heel mooi meisje, vind ik. We hebben gedaan wat Emma nodig had op dat moment, en ik denk niet dat ze er ooit spijt van zal van krijgen. Maar ik zal op elk moment doen wat mijn kind nodig heeft om zich goed in haar vel te voelen.
Emma vindt het niet evident, dat ik dit nu allemaal vertel. De schrik zit erin, zij wil gewoon verder als meisje, en niet als meisje dat ooit een jongen was. Ze heeft ondertussen een nieuwe vriendenkring opgebouwd en ook dat is een boost voor haar zelfvertrouwen. Maar ik wil ons verhaal vertellen als steun naar andere ouders van transpersonen.
Ook al vind je het moeilijk om het te begrijpen, toon respect. Ik ben trots op Emma, op wat zij gedurfd heeft, en ben er zelf ook sterker uitgekomen
De warmte die je je kind als ouder kunt geven, is zo enorm belangrijk. Ik zeg niet dat alles nu happy en een en al zonneschijn is, maar het merendeel van de tijd gaat het echt oké met Emma. Maar ook naar de buitenwereld toe: ook al vind je het moeilijk om het te begrijpen omdat je zelf die gevoelens niet hebt, toon respect. Je kunt zo’n verschil maken.
Ik ben trots op Emma, op wat zij durft en gedurfd heeft, en ben er zelf ook sterker uitgekomen. Dat je gelukkig bent, dat je kind gelukkig is, dat is gewoon het belangrijkste. Het leven van Emma zal niet evident zijn, maar ze heeft me wel een goede les geleerd: laat je omringen door mensen die je een warm hart toedragen. En laat niemand je ooit een leven doen leiden dat niet het jouwe is.”
Meer info over het transgenderthema en ‘Transparent’, de transgenderouder-vereniging waar Hilde veel steun krijgt, vind je via transgenderinfo.be
Wie met vragen over zelfdoding zit, kan terecht op het gratis nummer 1813 en op zelfmoord1813.be
Meer ontroerende getuigenissen lezen?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!