“Ik tel de dagen af en kan niet wachten op die knuffel van mijn jongste, in het verre Melbourne”
‘It’s the most wonderful time of the year…’ Maar als je zoon aan de andere kant van de wereld woont, voelt kerst toch altijd een tikje anders. Tot dit jaar, want nu vieren Fabi en Fabienne weer met hun zoon, na jaren van gemis.
Fabi vliegt naar Australië, waar ze haar zoon Nick na 3,5 jaar zal terugzien
Fabi (59): “In de zomer van 2019 heb ik Nick voor het laatst gezien. Ik herinner me nog goed dat ik hem toen zei: ‘Zoneke, op mijn zestigste verjaardag kom ik nog eens af.’ Maar ja, ik zeg zoveel. (lacht) Nick daarentegen was het niet vergeten. In februari dit jaar belde hij en zei: ‘Mama, op ’t einde van ’t jaar is het zover. Boek je ticket maar.’ Dat heb ik gedaan. Op 19 december ben ik weg, negen dagen na mijn zestigste verjaardag, om voor het eerst in tien jaar kerst en Nieuwjaar met mijn oudste zoon te vieren.”
LUDDUVUDDU
“Tien jaar geleden zat ik met Nick op een terras in Watou toen plots de tranen onder zijn zonnebril uitliepen. ‘Mama, ik moet je wat vertellen. Ik ga naar Australië.’ Hij ging er een vriend bezoeken die hij eerder had ontmoet op een Spaanse camping. Die had al dikwijls gezegd dat hij eens moest afkomen, en nu was het moment daar. ‘Ik móét weg’, zei hij. ‘Oostende is te klein voor mij, en het doet me telkens zo’n pijn om mijn ex-vriendin overal te zien.’
Nick had ludduvuddu en wilde vluchten van zijn verdriet. Ik had hem kunnen zeggen dat hij de pijn vroeg of laat onder ogen moest zien, dat het in Australië niet makkelijker ging zijn, maar dat deed ik niet. Ik wilde zelf, op mijn achttiende, zo graag met het Rode Kruis naar Afrika, maar ik mocht niet van thuis.
Toen Nick me vertelde dat hij naar Australië ging, twee maanden voor mijn vijftigste verjaardag, zat ik nog altijd met de vraag: wat als ik vroeger tóch was gegaan? Als ik mijn moeder mag geloven, zat ik nu nog daar. Wie was ik om hem tegen te houden? ‘Ga maar, schat. Ik wil niks liever dan dat je gelukkig bent. Je gaat later spijt hebben als je het niet doet.’
In de tien jaar dat hij weg is, heb ik hem nog maar drie keer in levenden lijve gezien
In oktober 2012 nam hij gepakt en gezakt het vliegtuig naar Melbourne. Oorspronkelijk ging hij een halfjaar tot een jaar, maar hij is nooit teruggekeerd. In de tien jaar dat hij weg is, heb ik hem nog maar drie keer in levenden lijve gezien. Mocht het kunnen, zou ik elk jaar op visite gaan en zou hij ongetwijfeld wat vaker naar Oostende afzakken, maar dat is niet te betalen. Al zeker niet voor een alleenstaande mama als ik. Voor een ticket naar Melbourne moest je in juni maar liefst 2500 euro neertellen. Wie kan dat in godsnaam betalen?
Drie zomers geleden was Nick voor ’t eerst terug in Oostende en zelf ben ik tot nu nog maar één keer naar hem kunnen gaan, in 2014. Al was dat zonder mijn vriendinnen waarschijnlijk nooit gelukt. Ze hadden achter mijn rug om een benefiet op touw gezet, omdat ze wisten dat het me pijn deed hem zo te moeten missen. Met de opbrengst boekten ze een vlucht. (stilte) Het mooiste geschenk dat ik ooit heb gekregen!”
Met een klein hartje
“Op 19 december vlieg ik naar Melbourne. Ik tel de dagen af, ik kan niet wachten op die stevige knuffel die hij me vroeger altijd gaf, en om hem te zeggen dat ik trots op ’m ben. Maar tegelijk vertrek ik met een klein hartje. Niet per se voor de vlucht – ik kreeg een e-reader cadeau van een vriendin, dus de uren gaan zo voorbijvliegen – maar dat ik mijn moeder moet achterlaten, voelt niet goed.
Haar gezondheid gaat achteruit, zal ze het drie weken redden zonder mij? Natuurlijk laat ik haar niet aan haar lot over. Mijn jongste zoon gaat geregeld langs, maar toch… Ook tegenover hem voel ik me schuldig. Kerstmis en Nieuwjaar vieren we altijd samen, met z’n vrouw en mijn kleinzoon, mijn ‘Mister blue eyes’ – zo noem ik hem, hij heeft van die prachtige blauwe kijkers. Maar nu blijven ze alleen achter.
De eerste keer dat je naar Australië vliegt is alles nieuw en spannend. De tweede keer daarentegen…
Niet dat ze het mij kwalijk nemen, ze beseffen maar al te goed dat ik Nick al die jaren heb moeten missen. Het is gewoon zo spijtig dat we niet met z’n allen kunnen gaan. Mocht ik de lotto winnen, dan sleurde ik iedereen zonder pardon mee, maar zoveel geluk heb ik nog niet gehad. Ik ga helemaal alleen, en ook dat boezemt me wat angst in. Het is zo’n gedoe: een taxi regelen van thuis naar het station, een treinticket kopen, inchecken…
Ik word een dagje ouder, en ik voel dat ik een pak onzekerder ben dan acht jaar geleden. De eerste keer dat ik ging, was als een kindje kopen: alles is nieuw en spannend. (lacht) De tweede keer daarentegen… Wat als ik mijn vlucht mis? Wat als ik mijn reispas kwijtspeel? Daarom heb ik toch maar assistentie aangevraagd, voor het geval dat.”
Snoepkoffer XL
“Het is nog een paar dagen tot aan de grote dag, maar ik ben er klaar voor. Of toch bijna, want mijn valies is misschien een tikje te zwaar. (lacht) Wat ik allemaal meepak? Belgische chocolade, violetjes, rode poepkes… zijn lievelingssnoep! En een fles curryketchup, want ik weet dat Nick de spaghettisaus à la mama mist – ik doe er altijd een beetje van in mijn saus.
Vroeger deed ik geregeld een pakje op de post, met alle lekkernijen die hij graag heeft. Tot ik eens bericht kreeg dat de doos in Angola verzeild was geraakt. Sindsdien durf ik het niet meer. Daarom neem ik nu zakken snoep mee, zodat hij weer even verder kan.
We nemen de dag zoals die komt. Het belangrijkste is tenslotte dat we samen zijn
Gelukkig hoef ik geen dikke truien en dikke sokken mee te sleuren, want met een beetje geluk is het ginder vijfendertig graden, of meer. Wat we die drie weken allemaal gaan doen, is nog de vraag. Nick heeft een tijdje terug zijn achillespees gescheurd en is nog altijd op de sukkel. Spijtig, want ik was graag nog eens naar Tasmanië geweest. Daar ben ik mijn hart verloren. Ik herinner me nog goed dat we met ons tweeën een berg van maar liefst duizend meter hoog zijn afgedaald. Dat was machtig! Dat uitzicht…
Maar wat me nog meer is bijgebleven, is dat intieme moment tussen moeder en zoon. We hadden genoeg te vertellen, en toch bleef het even vaak stil. ‘Mama, luister eens’, zei Nick op een gegeven moment. ‘Wat moet ik horen?’, vroeg ik nieuwsgierig. ‘Niks! Dat is het ’m juist’, antwoordde hij al glimlachend.
En ja, de stilte op die berg, mijn zoon die me dicht tegen zich aan trok, dat was zo pakkend. Ik had er graag nog eens met hem gestaan, maar goed, we nemen de dag zoals die komt. Het belangrijkste is tenslotte dat we samen zijn.”
Secret Santa
Het hoogtepunt zal ongetwijfeld kerst en Nieuwjaar zijn, alleen al omdat het tien jaar geleden is dat we dat samen hebben kunnen vieren. Nick geeft nog niet veel prijs, alleen dat we op kerstdag gaan barbecueën in de bergen en dat er een secret santa is. Die secret santa ben ik misschien wel. Ik heb een rood zomers jurkje, rode slippers en een rode kerstmuts gekocht. Ook al is het daar snikheet, kerst is geen kerst zonder muts, toch?
Nick heeft z’n vrienden gelukkig al gewaarschuwd: ‘Mama is een nóg zottere doos dan ik, pas maar op.’ Voor oud op nieuw neemt hij me mee naar de 25ste verdieping, ergens in het midden van Melbourne. Wat dat precies betekent, is ook een verrassing. In mijn verbeelding zie ik ons daar al staan, moeder en zoon, net als op de berg in Tasmanië. Maar dan met een spetterend vuurwerk en een heleboel champagneflessen. Al zal het wel met een dubbel gevoel zijn: ontroerd dat ik mijn zoon eindelijk nog eens dicht bij me heb, gebroken omdat ik weet dat we met de feestdagen nooit meer met de hele familie samen zullen zijn.”
Voor Fabienne kwam kerst een maand eerder, maar wél weer met haar zoon
Fabienne (60): “De kerstman kwam dit jaar wat vroeger, maar hij zag er wel een tikje anders uit. Geen oude man die z’n bolle buik hult in een rood pak, geen lange grijze baard en blozende wangen. En hij kwam al evenmin met de slee. (lacht) Nee, het was een jonge gast met een brede bast en een vermoeide blik die met een grote koffer op 20 november voor de deur stond. Het was William, mijn jongste zoon, die ik na welgeteld 304 dagen eindelijk weer tegen mijne gilet mocht trekken.”
William, de plantrekker
“William heeft altijd gezegd dat hij op een dag de wijde wereld wilde ontdekken. Het was in 2018 – hij was net zevenentwintig geworden, toen hij van zijn baas de kans kreeg om naar China te gaan. Als projectingenieur ontwierp hij de voeten van zeewindmolens die hij nadien zelf mee ging stationeren in de oceaan.
Soms dobberde hij wekenlang op zee, wat ik geweldig en tegelijk beangstigend vond. Als er een storm op komst was, hield ik mijn hart stevig vast. Maar één zekerheid had ik: hij kwam altijd weer thuis. Zelfs toen hij naar China ging, wist ik dat het ‘maar’ voor een halfjaar zou zijn. ‘Mama, ik moet je wat vertellen’, zei hij toen hij nog maar net terug in ’t land was. ‘Ik blijf niet lang; want ik ga de volgende jaren naar Taiwan.’ Dat was toch een bittere pil om te slikken. Natuurlijk was ik blij voor hem, ik wilde niets liever dan dat hij gelukkig was en als zijn geluk in Taiwan lag, wie was ik dan om hem tegen te houden?
Maar tegelijk brak mijn moederhart. ‘En wanneer zie ik je weer?’ was het eerste wat ik hem vroeg. ‘Geen flauw idee, maar hopelijk snel’, zei William op een sussende toon. Eind 2019 is hij nog een keer afgekomen om samen kerst en Nieuwjaar te vieren, maar niet veel later lag de hele wereld stil.
Als zijn geluk in Taiwan lag, wie was ik dan om hem tegen te houden?
Pas twee jaar later, eind 2021, mocht hij weer het land uit – Taiwan was héél streng. Natuurlijk deed het deugd om hem na twee jaar terug te zien, al heeft het heel wat voeten in de aarde gehad. Voor hem toch, want toen hij enkele weken later terugkeerde, werd hij op de luchthaven opgewacht: mannen in witte pakken, verstopt achter een mondmasker en met een neuswisser in de hand. Drie weken moest hij in isolatie. Eerst op hotel, daarna op z’n appartement.
Gelukkig is William een echte plantrekker die gemakkelijk relativeert. Zo had hij in z’n koffer een optrekstang verstopt om in het hotel push-ups te kunnen doen – hij blijft graag in vorm. (lacht) Dat stelt mij, als mama, wel gerust. Ik weet dat als hij in de nesten zit, hij altijd wel een uitweg vindt.”
Een vroege kerst
“Op 20 november stond hij eindelijk weer aan de deur. Ik heb de dagen, weken, zelfs maanden afgeteld om hem weer dicht bij mij te hebben. Ik herinnerde me weer die spanning van een jaar eerder, toen ik hem zelf op Zaventem was gaan halen. Ik was uiteraard veel te vroeg daar, ik heb wel úren naar het scherm staan staren. Is hij geland? Is de bagage er al? Maar hij kwam maar niet, ook al moest hij er al lang zijn.
Op de luchthaven stond mijn zoon plots achter me, ik had hem niet eens herkend. Ik kon me niet snel genoeg verstoppen in z’n armen
Op een gegeven moment zag ik dan toch een jongeman met een grote valies van achter de deur verschijnen, maar hij wandelde de andere kant op. Ik raakte lichtjes in paniek, tot ik plotseling een tik op mijn schouder voelde. ‘Dag mama!’, riep hij. Hij was het dus tóch. (lacht) William vond het hilarisch, ik daarentegen kon me niet snel genoeg verstoppen in z’n armen. Ik had mijn eigen zoon niet eens herkend. Oké, hij droeg een mondmasker en hij had een afgetraind lichaam, wat hij voordien niet had, maar toch.
Speciaal voor William hebben we het kerstdiner een maand vroeger gedaan. Het menu lag al weken op voorhand vast: scampi’s met prei als voorgerecht en een gemakkelijke gourmet als hoofdgerecht, alles waar mijn zoon verzot op is. Zo konden we lekker lang tafelen en genieten van de tijd die we samen hadden. En de kerstcadeaus? Die nam hij mooi ingepakt mee naar Taiwan, om ze pas op 24 december open te maken. Ik ben zo benieuwd om zijn gezicht te zien, al zal het op een piepklein scherm zijn.
Nee, Kerstmis zal niet hetzelfde zijn. Normaal maken we met het hele gezin een leuke foto bij de kerstboom, maar zonder William is het gezin niet compleet. Dat traditionele familieportret hoeft dan voor mij niet. Maar we gaan er het beste van maken. We gaan ons opkleden, een chic diner in elkaar flansen en een fles (of twee) champagne ontkurken. Er zal een traantje vloeien, om het gemis van William, maar ik trek me op aan de tijd die we samen hebben gehad. Al had het best wat langer mogen duren.”
Uit: Libelle 49/2022
MEER OPENHARTIGE VERHALEN:
- Zo ver weg, maar toch dichtbij: twee families over hun lange afstandsrelatie
- Mijn verhaal: Lot mist haar zus, die het contact met de familie verbroken heeft
- Lezeres in het buitenland: “Spanje is niet het einde van de wereld, maar nu voelt het wel zo”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!