thuisgevoel
Getty Images

Openhartig: 8 lezeressen vertellen wat hen een ’thuisgevoel’ geeft

Door Diny Thomas

Voor de een is het ongestoord in pyjama kunnen rondlopen, voor de ander die plek waar je herinneringen maakt met de hele familie. ‘Home sweet home’, maar wat maakt nu precies dat we ons ergens thuis voelen, of net niet?

Katrien kocht het huis van haar grootouders

Katrien (39): “Het huis van mijn grootouders, dat is een plek waar ik alleen maar mooie herinneringen aan heb. De onvergetelijke kerstfeestjes, het cadeaupapier dat in het rond vloog met Sinterklaas en mijn verjaardagen, al die middagen dat ik mijn voetjes onder tafel schoof en de lekkere kost van oma en opa naar binnen speelde. Het is altijd een tweede thuis geweest voor mij. Toen mijn grootouders stierven, heb ik dan ook niet lang moeten twijfelen om het huis te kopen. Mijn tweede thuis is nu mijn échte thuis geworden, eentje waar de liefde en de warmte van weleer nog altijd in lucht hangt.”

Anne woont sinds haar scheiding week om week in het huis dat ze samen met haar man kocht

Anne (36): “Een klein jaar geleden zetten mijn man en ik een punt achter ons huwelijk. Na al die jaren waren we uit elkaar gegroeid, en leek het alsof we elk ons eigen leven leefden. Een moeilijke beslissing, niet alleen voor onszelf, maar vooral voor de vijf kindjes. Over één ding waren we het alleszins eens: de kinderen mochten niet lijden onder de scheiding. Om ervoor te zorgen dat er voor hen zo weinig mogelijk veranderde, besloten we dat de kinderen permanent in het huis bleven wonen, en dat wij week om week bij hen introkken. Misschien een ongewone regeling, maar het doet de kinderen echt deugd. Onlangs zei mijn dochter zelfs dat ze soms vergeet dat mama en papa niet meer samen zijn, omdat we vroeger toch nooit met ons zeven in de zetel zaten. Ofwel was hun papa weg, ofwel was ik niet thuis.

Ik moet wel toegeven: voor mij is het een stuk moeilijker. Niet omdat het huis ook nog altijd de plek van mijn ex-man is, want uiteindelijk hebben we met z’n tweeën een punt gezet achter de relatie. Dat er dus af en toe nog een trouwfoto opduikt of ik in mijn week een ongewassen sok vind van hem, is allemaal oké. Het zijn vooral de wisseldagen die zwaar zijn, omdat ik dan afscheid neem van de kinderen en in mijn appartementje een heel nieuwe wereld binnenkom. Eén waar er geen enkel spoor van jeugdig geweld te vinden is. Geen rondslingerende kleren, geen boekentassen in de hoek, niets. Soms heb ik het gevoel dat ik een dubbelleven leid, dat ik in twee totaal verschillende werelden leef. Maar het is het allemaal waard, als ik naar mijn vijf schatten kijk. En mijn thuis? Dat is en blijft de plek waar mijn kinderen zijn. De momenten die ik samen met mijn kinderen beleef, en dat gevoel van in een warme nest te vertoeven, dat is wat ik ‘thuis’ noem.”

Annie ruilde twee jaar geleden haar huis in voor een appartement

“Mijn appartementje is dan wel een stuk kleiner, maar nog steeds vieren we hier elk jaar kerst met de hele familie”

Annie (72): “7 november 2019 is het precies vier jaar geleden dat mijn man overleed. Na een huwelijk van meer dan vijfenveertig jaar kwam ik er alleen voor te staan, en ik kan je zeggen: dat is ingrijpend. Vooral toen het besef kwam dat het huis gewoon te groot was geworden voor mij alleen. Ik was bijna zeventig en ik voelde dat alles trager ging, moeizamer ook. De ramen lappen, het gras maaien, boodschappen doen. Mijn kinderen kwamen me in het weekend een handje helpen, maar dat was net wat me het meeste tegenstak. In plaats van met hun gezin een dag naar zee of de cinema te gaan, stonden ze te poetsen en te koken. Voor mij.

Daarom besloot ik om iets kleiners te zoeken, iets wat ik helemaal zélf kon onderhouden. Het werd een gezellig appartementje in het dorp, dicht bij mijn kinderen én kleinkinderen. Ik wist dat het de beste oplossing was, maar hoe dichter de verhuis kwam, hoe moeilijker het me viel om afscheid te nemen van het huis waar bijna mijn hele leven zich heeft afgespeeld. De geboorte van de drie kinderen, de kerstfeestjes in onze veel te kleine living, de snoepkast waar de kleinkinderen stiekem een koekje of wat chips uit namen – wat ik áltijd wel gezien had – of de gezellige avonden dat mijn man en ik om stipt acht uur ’s avonds in de zetel kropen om zeker het begin van ‘Thuis’ niet te missen. Zoveel mooie herinneringen die zomaar verloren gingen.

Maar uiteindelijk heb ik ze gewoon één voor één meegenomen naar mijn appartementje. De living mag dan wel een stuk kleiner zijn, nog élk jaar vieren we kerst met de hele familie, aan dezelfde tafel. Nog altijd komen de kleinkinderen binnen en sluipen ze heel stiekem naar de snoepkast om ‘ongezien’ iets lekkers nemen. En de zetel waar mijn man elke avond in gekluisterd zat, die staat nog altijd naast de mijne. Die kleine dingen laten me helemaal thuis voelen.”

Voor Noor is haar ouderlijk huis haar échte thuis

Noor (32): “Er is maar één plek op aarde waar ik me áltijd thuis zal voelen, en dat is in mijn ouderlijk huis. Het is een van de weinige zekerheden in het leven, ik weet gewoon dat ik daar altijd terecht kan. Zelfs nu ik samenwoon met mijn vriend, zeg ik nog altijd ‘ik ga naar huis hé’, als ik een bezoekje breng aan mama en papa. Ga ik naar mijn appartement? Dan zeg ik steevast dat ik naar mijn vriend ga. Een thuis is voor mij een zekerheid, iets blijvends en vertrouwd. Pas als ik me voorgoed nestel, in een huis dat écht van ons is, ga ik kunnen zeggen dat ik thuis ben. Al blijft mijn ouderlijk huis voor eeuwig mijn allereerste thuis.” ·

Julie moest nog even wennen aan haar nieuwe woning

Julie (43): “Onze nieuwbouwwoning, dat was toch even wennen. Alles zag er niet alleen splinternieuw uit, het rook en voelde ook zo. Ik weet nog goed hoe ik die eerste weken huilend tegen mijn man zei dat ik het me allemaal zo anders had voorgesteld, dat ik eigenlijk helemaal niet blij was, mij niet thuis of op mijn gemak voelde. Gelukkig stelde hij me snel gerust: ‘Dat komt wel. Wacht tot de deurbel voor de eerste keer gaat, of vrienden voor het eerst komen barbecueën op een zwoele zomeravond.’ En inderdaad, pas toen er herinneringen begonnen te kleven aan ons nieuwe huis, voelde ik me steeds meer thuis. Het likje verf dat het gekrabbel van onze zoon op de muur verbergt, de terrastegel die barstte toen een vriend per ongeluk dronken de bloempot van tafel stootte, dat zijn de dingen die van een huis een thuis maken.” ·

Marleen kocht haar man uit na de scheiding, zodat de kinderen hun thuis niet zouden verliezen

Marleen (57): “Na mijn scheiding wist ik absoluut niet of het huis nog als een thuis ging aanvoelen. Er waren zo veel herinneringen aan vroeger die in elk hoekje van het huis verscholen zaten, al die gewoontes die mijn ex-man en ik hadden. Gelukkig bleek al snel dat een thuis een nieuwe start perfect kan doorstaan. De vertrouwde omgeving deed me zelfs extra zin krijgen in een nieuw hoofdstuk. Alleen was het niet vanzelfsprekend om het huis te ‘veroveren’. Niet dat mijn man en ik hebben gevochten voor het huis, want hij wilde het helemaal niet, maar omdat ik nooit veel gespaard had, was het dus nog maar de vraag of ik mijn man überhaupt kon uitkopen. Dat was gelukkig wel het geval.

“‘Thuis’ is voor mijn kinderen waar hun slaapkamer altijd hetzelfde is gebleven, ook al staan ze nu op eigen benen.”

Ik kan me nu geen dure reizen of een luxeauto meer permitteren, maar als ik nu na het werk de oprit oprij, ben ik gelukkig. En ja, misschien was het makkelijker geweest om het huis gewoon te verkopen, en met het geld iets kleiners te zoeken. En waarschijnlijk had ik me daar na een tijdje ook wel thuis gevoeld. Maar dat geldt waarschijnlijk niet voor mijn kinderen. Hun thuis is de plek waar ze zijn opgegroeid. Waar ze de borden en de glazen weten staan. Waar elke zetel, en elk bed, een herinnering oproept. Waar hun slaapkamer nog altijd hetzelfde is gebleven, ook al staan ze op eigen benen. In een vreemd huis ga je op bezoek, terwijl mijn kinderen nu nog altijd kunnen thuiskomen.”

Lize voelde zich steeds meer thuis in de grote stad

Lize (36): “Nooit gedacht dat ik, een echt plattelandsmeisje, kon wennen aan een leven in de grote stad. Zeker omdat ik er niemand kende. Maar na een tijd wist ik welke bakker het lekkerste brood verkocht, in welk café ik urenlang kon babbelen met vriendinnen, en welk koffiehuisje op weg naar het werk de beste cappuccino serveerde. Dat zorgde er meteen voor dat ik me meer en meer thuis voelde in de grote stad. Misschien ook omdat de bakker wíst dat ik altijd een grijs gesneden brood kocht. En dat de cafébazin me zonder iets te vragen een glas rode wijn bracht, om nadien een verse muntthee op tafel te zetten. En dat in het koffiehuisje elke ochtend een cappuccino klaarstond. Het gevoel dat mensen me kennen, en dat ik hen ken, dat is zalig.”

Jade komt thuis bij haar vriend

“Of ik nu een slecht humeur heb of wil rondlopen in mijn pyjama, bij mijn vriend ben ik écht thuis”

Jade (23): “‘Home is wherever I’m with you’, is een gezegde dat perfect bij me past. Ik was vijftien toen ik mijn vriend leerde kennen, een Nederlander. Na acht jaar lang heen en weer rijden, zijn we vorig jaar eindelijk gaan samenwonen in het dorp waar ik ben opgegroeid. En dat was na al die intense jaren een hele opluchting. Als ik nu naar ons appartementje rij na het werk, dan zeg ik niet dat ik naar huis ga, maar dat ik naar mijn vriend ga, want bij hém ben ik thuis. Ik kan ongegeneerd in pyjama rondlopen, met een slecht humeur in de zetel ploffen, en nog altijd zal hij me even graag zien. Dat geeft me zo’n bijzonder gevoel.”

Uit: Libelle 41

Lees ook:

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."