Single mama Kim vangt pleegkindjes op

“Kleintjes de warmte geven die ik zelf als kind niet kreeg, daar doe ik het voor”

Door Herte De Cleyn

Sommige vrouwen zijn geboren moeders. Kim is er zo eentje. Ondanks haar moeilijke kindertijd heeft ze in haar hart en huis niet alleen plaats voor haar eigen drie 
kinderen, maar ook voor baby’s in nood.

Kim (42): “Kun je wel een goede moeder zijn als je zelf niet opgegroeid bent in een warm nest? Doe ik het goed genoeg? Kan ik mijn kind de stabiliteit geven die het nodig heeft? Wat als ik zoals míjn moeder word? Het zijn vragen die constant door mijn hoofd spookten toen ik mijn eerste kind kreeg, want mijn kindertijd liep niet over rozen.

Mijn vader had een alcoholprobleem, mijn moeder stond verre van stevig in haar schoenen. Op een bepaald moment, ik was toen nog geen twee jaar oud, heeft ze ons in de steek gelaten. Mijn broer, twee zussen en ik werden elk in een ander tehuis geplaatst. Nu wordt er heel anders met zo’n situatie omgegaan, wordt er gezocht naar een warm pleeggezin en doen ze moeite om broers en zussen samen te houden, maar die kans heb ik niet gekregen.

Tot mijn 
zeventiende was ik de speelbal van mijn moeder, bij wie ik nu eens wel, dan weer niet welkom was

Van mijn tweede tot mijn zeventiende heb ik in het ene tehuis na het andere gewoond. Ik werd de speelbal van mijn moeder, bij wie ik nu eens wel, dan weer niet welkom was. Op mijn vijftiende ben ik naar de jeugdrechtbank gestapt om mijn ouders uit hun rechterlijke macht te laten ontzetten. Ik wilde zélf de beslissingen nemen over mijn leven. Ik heb toen volledig met mijn ouders gebroken en ben op mijn zeventiende begeleid alleen gaan wonen.

Aan die periode heb ik warme herinneringen: ik had een 
begeleidster die mij begreep. Ze snapte dat ik geen moeilijk kind wás, maar dat ik het moeilijk hád. Ik geloofde niet in mezelf, maar zij zei: ‘Jij bent wél iemand.’ Ze nam me mee naar haar thuis voor Kerstmis, liet me zien hoe een gezin ook kan zijn. Dat was mooi en confronterend tegelijk: ik besefte wat ik gemist had in die eerste meer dan vijftien jaar van mijn leven. Maar ik besefte er ook wat ik al heel vroeg wist: ooit wil ík wel die warme moeder zijn.”

Vallen en weer opstaan

“Via de middenjury heb ik mijn diploma van het middelbaar gehaald, maar verder studeren zat er voor mij niet in. Ik begon op mijn achttiende in de horeca te werken. Toen ik daar mijn man leerde kennen, ging het snel. Ik was pas tweeëntwintig toen ik zwanger was van mijn eerste kindje.

Ik was dol op mijn kind, maar had enorme faalangst. Ik wilde het zó graag beter doen dat ik amper buiten durfde te komen

Die eerste jaren als moeder waren verschrikkelijk. Ik was dol op mijn kind, maar wat had ik een enorme faalangst. Ik wilde het zó graag beter doen dan mijn eigen moeder. Ik panikeerde echt, durfde de eerste twee jaar nauwelijks buiten te komen. Helaas liep de relatie met de vader van mijn dochtertje stuk. Een grote teleurstelling, want op mijn trouwdag had ik opluchting gevoeld: ik zou mijn eigen kinderen de stabiliteit kunnen geven die ik zelf niet had gehad.

Die zekerheid leek nu weg te vallen, maar ik bleef niet bij de pakken neerzitten. Ik ging alsnog studeren en haalde een graduaat in boekhouden. Ik ruilde mijn job in de horeca in voor administratief werk en kwam zo in human resources terecht. En er kwam een nieuwe man in mijn leven. Met hem kreeg ik mijn tweede dochter en een zoontje, dat we tot ons grote verdriet moesten afgeven bij de geboorte, door een hartafwijking.

We gingen allebei helemaal anders om 
met onze rouw, wat ervoor zorgde dat 
onze relatie stukliep. Opnieuw een zware klap, maar ook nu weer krabbelde ik overeind. Ik bleef alleen na de breuk, maar wilde nog zo graag een derde kindje. Dus ging 
ik ervoor, via een donor. Zo kreeg ik dan toch nog een zoontje in mijn leven, mijn kers op de taart.”

Oma als voorbeeld

“Je zou denken dat ik mijn handen vol had als single moeder van drie kinderen, maar de droom die ik al sinds mijn pubertijd had, kwam na de geboorte van mijn zoontje weer naar boven. Het zaadje dat mijn oma, mijn grote voorbeeld, in mijn hoofd had geplant.

Tijdens mijn periode in het tehuis schreef ze mij prachtige brieven en gedichten. Ik voelde dat oma vanop afstand van me hield en me wat in het oog hield. Het was een van de weinige lichtpuntjes die me tijdens die jaren rechthielden. Mijn oma had in een weeshuis gewerkt en kinderen geadopteerd, onder wie mijn moeder.

Oma was een van de redenen waarom ik daar en toen al wist: als ik het ooit zelf goed heb, dan wil ik iets betekenen voor kinderen in een even moeilijke situatie als de mijne. En nu was die tijd gekomen: ik was weer 
gelukkig, had drie kinderen, een leuk huis dat ik helemaal zelf verbouwd had, en een goede job.

Ik ben dol op baby’tjes. Ook al moet ik er ‘s nachts voor opstaan, papflesjes geven, een crèche zoeken…

In dat warme nest was er, naast mijn drie kinderen, nog plaats voor een pleegkindje…
Dus begon ik bij Pleegzorg aan het hele traject. Infosessies, een psychologische screening, een huisbezoek… Alles heb ik doorlopen. Uiteindelijk koos ik voor crisisopvang van heel jonge kinderen. Kindjes van maximaal drie jaar, die om allerlei redenen (al dan niet tijdelijk) niet bij hun ouders kunnen blijven, komen maximaal zes maanden bij mij wonen.

Ik weet dat maar weinig pleegouders voor deze leeftijd kiezen. Kleine kindjes hebben nu eenmaal meer aandacht nodig dan oudere kinderen: je moet er ’s nachts voor opstaan, je moet 
ze papflesjes geven, een crèche zoeken… Maar ik ben dol op baby’tjes. En er is nog een reden waarom ik voor de jongste kindjes koos: ik hoop voor hen een groot verschil te kunnen maken.

Ik lees veel psychologische boeken en heb daaruit geleerd hoe belangrijk de eerste twee levensjaren van een kindje zijn. Met mij is het gelukkig goed gekomen, maar ik heb om me heen gezien hoe slecht het kan aflopen als je op jonge leeftijd al met zoveel moeilijkheden geconfronteerd wordt. Ik wil die jonge kindjes een warme thuis en veel liefde geven, een zo groot mogelijke kans op een normale ontwikkeling.”

Dat eerste telefoontje…

“Een paar maanden na corona kwam voor de eerste keer een telefoontje van Pleegzorg: ‘We hebben een kindje dat dringend opvang nodig heeft, heb jij er plaats voor?’ Stress! Een uur bedenktijd heb ik gevraagd, om met mijn kinderen te bespreken of zij de komst van een kindje zagen zitten, en om rond te bellen. Naar mijn werk, om een paar dagen vakantie te vragen. Naar de crèche, om te vragen of ze een plekje hadden voor het kindje. Om wat spulletjes bij elkaar te zoeken. Maar daarna heb ik voluit ja gezegd. Dat kleine kindje was meer dan welkom in ons gezin!

Mijn eerste pleegzoontje stak meteen zijn armpjes naar me uit. Vanaf dag één was dat ventje deel van ons gezin

Toen Pleegzorg met het peutertje voor de deur stond, gierden de zenuwen door mijn lijf, maar hij stak meteen z’n armpjes naar me uit. Ik heb hem 
in mijn armen genomen en alles rustig uitgelegd. Dat ik Kim was en dat ik een tijdje voor hem ging zorgen. Ik heb hem aan mijn kinderen voorgesteld en hem rondgeleid in ons huis. ‘Hier is de badkamer, hier staat jouw bedje…’

Ik heb ook verteld wat we allemaal samen gingen doen. Ik weet ook wel dat een kind van één niet alles begrijpt wat je zegt, maar het begrijpt wel de toon waaróp iets gezegd wordt. De volgende dag ben ik van de ene winkel naar de andere gehold, op zoek naar een autostoel, leuke kleertjes, een knuffeltje… Vanaf dag één maakte dat ventje deel uit van ons gezin en kreeg het net zoveel als mijn eigen kinderen.

En dan was het afwachten. Hoe zou hij reageren als ik hem in bad stak? Weende hij omdat 
hij moe was of omdat hij pijn had? Wat vond hij lekker en wat niet? Stap voor stap leerde ik die kleine pruts kennen en graag zien. En zo ging het ook met het tweede en derde kindje, dat ik nu opvang.”

Zoveel liefde in één nest

“Welke band ik voel met mijn pleegkindjes? Ik geef ze net zoveel liefde als mijn eigen kinderen, maar ik besef tegelijk heel goed dat ik hun mama niet ben. Ik zie mezelf eerder als een oma: je vertrouwt je kleintje een tijdje aan mij toe, ik zorg ervoor, steek het vol met liefde en boterhammen, en geef het daarna weer terug. En dat geeft me zoveel voldoening… 


Ja, ik moet al eens opstaan ’s nachts. En ja, ik ben soms doodmoe, maar met een strakke planning lukt het wonderwel. Ik sta tussen half zes en zes uur op en begin aan het huishouden. Een uur later haal ik de kindjes uit bed, worden er boterhammen gegeten en gesmeerd, en breng ik hen naar school of naar de crèche. Daarna rij ik naar mijn werk of werk ik thuis. Sporten doe ik tijdens de middag. Om vijf uur worden de kinderen weer opgehaald en vanaf dan gaat al mijn aandacht naar hen. Koken, eten, samen spelen, in bad gaan… Als ze tegen acht uur in bed liggen, werk ik nog wat in het huishouden of maak ik even tijd voor mezelf.

Vier kinderen in huis vraagt discipline, maar als iedereen een beetje helpt, loopt alles op wieltjes

Ook het weekend verloopt meestal volgens hetzelfde stramien: de ene dag gaan we zwemmen of naar de speeltuin, de andere dag blijven we thuis en doen we met z’n allen het huishouden of klussen we in huis. Vier kinderen in huis vraagt discipline, maar als iedereen een beetje helpt, loopt alles 
op wieltjes. Meestal toch. (lacht) Ik zou dit niet kunnen doen zonder de steun van mijn kinderen.

Van mijn oudste dochter, die mij mijn keuze zo gunt. Van mijn tweede dochter van tien, die als een moedertje is voor de pleegkindjes. En van mijn zoontje van drie, die telkens weer een speelkameraadje is voor de kleintjes. Daarvoor ben ik hen zo ontzettend dankbaar.

Afscheid met een warm gevoel

“Als je je engageert voor crisispleegzorg, dan weet je natuurlijk dat er op een dag een afscheid volgt. De vorige kindjes bleven vier à vijf maanden bij mij en gingen dan weer naar hun ouders. Het kán zijn 
dat ze na de crisisopvang naar een ander pleeggezin gaan voor langdurige opvang – daar beslist de jeugdrechter over – maar tot nu toe konden de kindjes die bij ons gewoond hebben, weer naar huis.

“Als ik een kindje weer naar zijn ouders breng, huil ik de hele weg terug. Maar het warme gevoel dat ik heb kunnen helpen, blijft”

Die overgang wordt trouwens zorgvuldig voorbereid. De bezoekjes aan hun thuis worden telkens wat langer, ze blijven al weer eens thuis slapen. Ook voor mij en de kinderen is die overgang belangrijk. Het geeft ons de kans om stap voor stap afscheid te nemen. Want ja, dat is elke keer weer zwaar. Als ik het kindje weer naar zijn eigen mama en papa breng om er te blijven, dan huil ik de hele terugweg naar huis. Maar het is goed zo. De gedachte dat ik in dat prille leven een verschil heb kunnen maken, een stevige basis heb gelegd waarop het de rest van z’n leven kan bouwen, geeft me een warm gevoel vanbinnen.”

Slechte start, goede moeder

” ‘Het is je roeping om voor kinderen te zorgen’, zei een vriendin onlangs, en zo voelt het ook echt. Ik denk nog weleens aan mijn eigen moeder en vader, en ik weet dat ik het beter doe. Sommige mensen zijn niet gemaakt om ouder te zijn. Jammer genoeg was dat bij mijn ouders het geval. En ja, dat kan nog altijd verdomd pijn doen. 
Ik had graag een moeder naast mij gehad toen mijn zoontje stierf. En toen mijn dochter in het ziekenhuis lag voor haar openhartoperatie. Ik had zo graag de steun van een moeder gehad toen ik scheidde, ik had graag bij haar uitgehuild.

Ik ben fier op wie ik nu ben en op wat ik voor mijn kinderen en pleegkindjes beteken

Een moeder kan zoveel betekenen, maar voor mij is dat een afgesloten verhaal. Ik ben vooral fier op wie ik nu ben en op wat ik voor mijn kinderen en pleegkindjes beteken. Als ik kijk naar mijn oudste dochter, die nu negentien is en in Leuven studeert, glim ik van trots. Ze is een spiegel voor mij, laat me zien hoe mijn leven had kúnnen lopen als ik in een ander nest was geboren. Maar ik ben er toch geraakt.

Ik ben het bewijs dat je ook met een slechte start goed terecht kunt komen en een goede moeder kunt zijn. Zolang mijn eigen kinderen het gevoel hebben dat zij op de eerste plaats komen en zolang ik gezond blijf, wil ik pleegkindjes blijven opvangen. En mochten er lezeressen zijn die erover denken om ook aan pleegzorg te doen: ga zeker eens naar een infosessie. Wie weet kun ook jij een verschil maken 
in het leven van een kind.”

Heb je vragen over pleegzorg? Surf naar libelle.be/pleegzorg of scan de QR-code voor meer informatie.

Nog meer lezen

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."