Koen
“Het feit dat er veel mensen deelnemen aan deze ‘Mariatochten’ stemt pastoor Jan hoopvol”
Koen Strobbe keerde na twintig jaar in het zuiden van Frankrijk met zijn vrouw Ilse en zoon Kwinten terug naar ons land.
In onze buurt zie je in de maand mei regelmatig grote stoeten pelgrims passeren. Zeker in de weekends wordt het zelfs zo druk op bepaalde wegen, dat de auto’s maar met mondjesmaat voorbij kunnen. Het feit dat we op een boogscheut van Scherpenheuvel wonen, heeft daar zeker mee te maken. En niet alleen het relatief grote aantal mensen dat aan zo’n processie deelneemt, verbaast me, maar ook het feit dat tussen de deelnemers veel twintigers en dertigers zitten.
Ik ben aan het wandelen en zie vanuit een zijstraat plots weer zo’n stoet opdagen. Helemaal vooraan de optocht draagt iemand een lange stok met daaraan een soort banier bevestigd. Het ding lijkt me zwaar en onhandig. De lichte wind die er staat, maakt het de vlaggendraagster zelfs al moeilijk om de stok in evenwicht te houden.
Tijdens de processie gaat het er gemoedelijk aan toe; het is alsof de mensen aan hun zondagse wandeling bezig zijn
Nieuwsgierig als ik ben, besluit ik om een stukje mee te lopen. Als ik vraag of het niet stoort dat ik me bij hen aansluit, blijk ik helemaal welkom in de processie. Het is ook niet zo dat de deelnemers al zingend of biddend vooruitgaan, het gaat er gemoedelijk aan toe en mensen praten over van alles en nog wat, alsof ze aan hun zondagse wandeling bezig zijn. De meeste deel- nemers dragen sportieve kledij. Ze hebben bijna allemaal een rugzakje om, met in de zijzakken flesjes water.
Een terrasje doen in Scherpenheuvel
Toch loopt er ook iemand in wat stijvere kledij tussen. Op de kraag van zijn jasje zit een kruisje gespeld en hij stelt zich voor als pastoor Jan. Ha, ik denk dat ik aan het juiste adres ben voor al mijn vragen. Hoe komt het eigenlijk, dat dit soort evenementen zo’n succes kent, terwijl er toch minder en minder mensen naar de kerk gaan? Hij lacht minzaam en denkt na. De pelgrimstochten behoren hier in de wijde omgeving tot de volkscultuur, knikt hij. En dat heeft inderdaad niet meteen met ‘geloof’ in de strikte zin van het woord te maken. Het is meer een vorm van traditie geworden.
Vaak zijn het hele families, tot de achterneven en -nichten toe, die er een jaarlijks evenement van maken om samen te komen en de tocht te maken. Met ’s middags een picknick en bij aankomst in Scherpenheuvel een gezellig glas op een van de vele terrasjes. ‘Maar eerst gaan ze wél allemaal in de basiliek een kaarsje branden’, voegt hij er met een duimpje aan toe. Ik heb sympathie voor de milde humor van de man.
Pastoor Jan zegt dat internet mensen veel stress bezorgt, en dat ze daardoor meer op zoek gaan naar rustpunten in hun leven
Als we verder praten, zegt hij dat hij toch ook een soort geloofsrevival begint te merken. En daarmee bedoelt hij niet dat de jeugd plots weer de kerken gaat bestormen, maar wel dat er opnieuw plaats lijkt te komen voor een of andere vorm van spiritualiteit. ‘Mensen, vooral jonge dan, zien door de bomen vaak het bos niet meer’, zegt hij. Door dat internet zit ieders hoofd overvol met informatie en dingen die je niet gemist mag hebben. Alles moet tegenwoordig ook supervlug gaan. Dat zorgt voor een enorme stress, waardoor mensen op zoek gaan naar rustpunten in hun leven. Dit soort pelgrimstochten maakt daar deel van uit.
En ook al weet hij dat maar een minderheid echt bezig is met datgene waarvoor deze ‘Mariatochten’ van oudsher staan, toch stemt het hem hoopvol en maakt het hem blij. En hij waakt er, ondanks zijn enthousiasme, ook over om niet aan zieltjeswinnerij te gaan doen tijdens de voettocht. Af en toe spreekt zo’n jongere hem zelf weleens aan en hebben ze een iets diepgaander gesprek, maar hij dringt zich nooit op.
Pastoor Jan waakt erover dat hij tijdens de voettocht niet aan zieltjeswinnerij gaat doen
‘Kijk,’ zegt hij, en wijst lachend naar de mensen om zich heen, ‘hier loop ik letterlijk als een herder tussen de kudde. Onze Lieve Heer zou trots op mij zijn.’ Prompt wordt er op zijn schouder geklopt en krijgt hij de banier in zijn handen gedrukt. In deze stoet gelden geen rang en stand: iedereen moet zijn deeltje van de last dragen. Pastoor Jan neemt de stok en loopt door naar de spits.
Als ik vertraag en de optocht zich langzaam van mij verwijdert, zie ik een vrolijk lachende hoop mensen, genietend van een stralend meizonnetje en het gezelschap van familie en vrienden. In de verte wenkt de basiliek al, en pastoor Jan loopt met zijn stok tussen de kudde, zodat geen enkel schaapje van de juiste weg afwijkt.
Meer columns van Koen
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!