Van buur naar beste vriend: deze buren vertellen hoe hun hechte band is ontstaan
Ze zijn bovenstebeste buren voor elkaar: ze lenen melk en eieren van elkaar, passen op de kinderen en steunen elkaar door dik en dun. Hoe hun warme verhaal ooit startte, vertellen ze hier.
Hoe de band met je buren zomaar kan uitgroeien tot een hechte vriendschap
Tussen buren Carine en Jeannin kwam de klik toen ze allebei revalideerden
Carine (53): “Tien jaar geleden maakten we voor het eerst kennis met onze buurvrouw Jeannin, een kranige dame van begin zestig, die elke dag een ommetje maakte met haar chihuahua Gismo. Soms liepen we haar tegen het lijf in de hal van ons appartementsgebouw, of maakten we een praatje op straat. Maar verder dan een babbel kwam het niet. Tot ze vertelde dat haar een zware tijd te wachten stond: de strijd tegen kanker. Toeval of niet, net op dat moment stond ik voor een rugoperatie en een lange revalidatie, waardoor ik wekenlang thuis zou zijn. Terwijl Jeannin vol goede moed elke chemokuur en alle bestralingen onderging, ging ik wandelen met haar hondje Gismo. Zo had het beestje genoeg beweging, kon ik elke dag een uurtje naar buiten en kon Jeannin zich concentreren op haar strijd. En met succes, want ze is intussen helemaal genezen en gaat weer elke dag op pad met haar geliefde viervoeter. Maar één ding is zeker: na al die maanden onze kleine en grote zorgen met elkaar gedeeld te hebben, is de band sterker dan ooit. Zo zetten we wekelijks Jeannins vuilniszakken buiten, maken we meer tijd voor een goede babbel en komt Gismo binnen en buiten gelopen. Heerlijk is dat.”
Tussen buurvrouwen Jessy en Tatjana begon het allemaal in de fertiliteitskliniek
Jessy (32): “Een paar jaar geleden beslisten mijn man en ik dat ik zou stoppen met de pil. We waren hélemaal klaar om mama en papa te worden. Om zeker te zijn dat alles in orde was, maakte ik een afspraak bij de gynaecoloog. En dat liep niet helemaal volgens plan. Na tal van onderzoeken bleek de kans om op natuurlijke manier zwanger te worden bijzonder klein. Ivf was onze enige hoop.
Weken aan een stuk zat ik tot vier keer per week ongeduldig in de wachtzaal van de fertiliteitskliniek, voor het zoveelste onderzoek. Tot ik op een dag een oude bekende zag plaatsnemen, een paar stoelen verder. Het was Tatjana, een kennis uit mijn jeugd die heel toevallig net mijn buurvrouw was geworden. We moesten geen excuses verzinnen, we wisten maar al te goed waarom we daar zaten. Ik was verrast, maar tegelijk zo opgelucht om haar te zien. Al die tijd zat ik met tientallen vrouwen in de wachtkamer die hetzelfde doormaakten, zonder ook maar één woord te wisselen. Het was ieder voor zich. Bij Tatjana kon ik eindelijk mijn hart luchten, en omgekeerd natuurlijk ook. Over het balanceren tussen hoop en teleurstelling, het eindeloze wachten en de vele controles. Na elk teleurstellend telefoontje snelde ik naar Tatjana, twee huizen verderop. Of zij naar mij. Begrijp me niet verkeerd: mijn man steunde me onvoorwaardelijk, en ook Tatjana kon altijd rekenen op haar echtgenoot, maar al die hormonale ongemakken deel je toch liever met een vriendin. (lacht)
“Tatjana en ik konden ons hart luchten bij elkaar. Over het balanceren tussen hoop en teleurstelling, het lange wachten en al de controles”
Allebei zwanger
Enkele maanden later kreeg Tatjana het verlossende telefoontje: ze was zwanger. Voor sommigen zou dat het einde van hun vriendschap betekenen, maar niet bij ons. Natuurlijk waren er momenten dat ik mezelf wanhopig afvroeg wanneer het eindelijk onze beurt zou zijn, maar tegelijk gaf de zwangerschap van Tatjana me hoop en moed. En jawel, een dikke maand later hing ik in tranen aan de lijn toen de fertiliteitsarts me vertelde dat ook ik in verwachting was.
Dat Tatjana en ik de hele zwangerschap samen hebben kunnen beleven, heeft onze vriendschap alleen maar sterker gemaakt. De misselijkheid, de vermoeidheid, de hormonen. Elk kwaaltje, waarover veel zwangere vrouwen zouden klagen, was voor ons bijna een overwinning. Nadat we alle twee al eerder een vruchtje verloren, waren de kwaaltjes hét teken dat alles goed zat. (lacht) Op onze babyshowers stonden we samen te pronken met onze dikke buiken, en we zochten de leukste babyspulletjes uit.
Uiteindelijk beviel Tatjana zeven dagen later dan ‘gepland’, ik drie weken te vroeg. Met amper negen dagen verschil konden we eindelijk genieten van het prille moederschap. Alleen in onze veilige cocon, maar ook samen. Dat Tatjana maar twee huizen verder woonde, maakten het allemaal zo gemakkelijk. Geen buggy die in de auto gepropt moest worden om te gaan wandelen, geen overvolle luiertas heen en weer sleuren, gewoonweg geen stress. En ook op moeilijke momenten was een knuffel nooit ver weg. Na een zware, slapeloze nacht schoten we elkaar te hulp. Na een stevige wandeling vielen de kindjes eindelijk in slaap, en tegelijk stapten wij de zwangerschapskilo’s eraf. Intussen gaan de kinderen al een jaar samen naar de crèche, en zie of hoor ik Tatjana nog elke dag. En gelukkig maar, want zonder mijn vriendin, mijn toevallige buurvrouw, had die intense tijd nog een stuk zwaarder geweest.”
Anja ontmoette haar overburen in het holst van de nacht
Anja (43): “De eerste nacht in ons gloednieuwe huis was er eentje om nooit te vergeten. Het was een bloedhete dag maar toen de avond viel, zorgde een frisse wind voor wat verkoeling. We zwierden de ramen en deuren onmiddellijk open. Net voor we in bed kropen, deden we alles terug dicht en vielen we uitgeput in slaap. Tot ik rond een uur of drie ’s nachts wakker werd van stemmen rond het huis. Een paar tellen later ging de deurbel. En opnieuw, en opnieuw. Woest stapte ik uit bed, stormde naar beneden, deed de deur naar de hal open en zag onze voordeur wagenwijd openstaan. Daar stond ik dan, in een héél kort slaapkleedje, oog in oog met de overburen. Mieke en Bob waren net terug van een feestje, een beetje beschonken, en dachten dat er misschien was ingebroken. Ze stonden op het punt om de politie te bellen, tot ik kwam aanstormen natuurlijk. Het ijs was wel meteen gebroken. (lacht) Sindsdien bellen we bij elkaar aan als we zonder toiletpapier of melk zitten, maken we ’s avonds een wandeling in het bos of knip ik Miekes haren als ze een bad hair day heeft. En dat al vijftien jaar lang.”
De buren van Elke ontpopten zich tot onmisbare opvangouders
Elke (33): “Buurman Willy en z’n vrouw Ingrid voelen na negen jaar meer als familie dan gewone buren. In 2011 kochten mijn man en ik het huis waar voordien hun dochter woonde. Een emotioneel moment, voor hen maar zeker ook voor ons. Ons eerste eigen huisje! Dat schepte een band. Al snel stonden we te babbelen aan de voordeur, dronken we samen een glaasje op het terras, … Toen ons zoontje Nand geboren werd, werd die band alleen maar hechter. Wat begon uit noodzaak – we hadden geen opvang – groeide uit tot een prachtige vriendschap tussen Willy, Ingrid en de kleine. In de zomer kruipt Nand gezellig bij hen in de lounge om te genieten van de zon, spelen ze samen met de raceauto’s of plonzen ze met hun drietjes in de jacuzzi. Zelfs de kinderen van Willy en Ingrid zijn verzot op Nand. (lacht) Elke keer als ik buurman Willy en z’n vrouw Ingrid zo liefdevol zie spelen met mijn zoontje, dan smelt ik.”
De band tussen Vicky en haar buren ontstond dankzij een kapotte veranda
Vicky (45): “Met mijn achterburen voel ik me als single nóóit eenzaam. Het begon allemaal toen Pol aan mijn deur stond met de vraag of hij zijn veranda mocht repareren. Alsof hij mijn toestemming daarvoor nodig had… Tot bleek dat hij daarvoor in mijn tuin moest zijn. (lacht) Natuurlijk was dat geen probleem. Hij timmerde en boorde, ruimde alles netjes op, bedankte me vriendelijk en vertrok. Een tijdje later was ik in de tuin bezig en hoorde ik plots mijn naam, maar ik zag helemaal niemand. Even later bleek het Pol te zijn, om te vragen of ik een paar eitjes wilde. Zijn kippen hadden hun best gedaan. (lacht) Ik schoof een stoel tegen de muur en ook Agnes, Pols vrouw, kwam erbij. En daar stonden we dan, gezellig te keuvelen over een betonnen muur. (lacht) Sindsdien staan we regelmatig op onze stoelen voor een gezellige babbel, ruilen we courgetteplantjes tegen komkommer, schotelde ik hen mijn nieuwe gerechtjes voor en gaven zij me zelfgemaakte mondmaskers. Kleine momenten die me elke keer zo’n warm gevoel geven.”
De lockdown was voor Astrid hét moment om een buurtaperitief te organiseren
Astrid (31): “Op 18 maart vorig jaar ging het land op slot, en werd het leven even on hold gezet. Maar de Rozenweg, die leefde helemaal op. Waar we vroeger eens haastig naar de buren wuifden of een vluchtige ‘goeiemorgen’ zeiden voor we naar het werk raceten, was er nu eindelijk tijd voor een leuke babbel. Niet veel later ontstond het plan om met de hele straat het weekend in te zetten met een klein aperitief. Zo gezegd, zo gedaan. Eind maart, op een vrijdagavond, zetten mijn man en ik rond vijf uur in de namiddag een stoel voor de deur, met hapjes en drankjes. En jawel, de ene voordeur na de andere ging open. (lacht) Het wekelijks aperitief was geboren.
“Op vrijdagavond zetten mijn man en ik een stoel voor de deur en wat hapjes en drankjes. En jawel, de ene voordeur na de andere ging open”
De hele buurt was elke vrijdagavond trouw op post. Auto’s werden om iets voor vijf nog snel even verzet, kinderen werden vroeger in bed gestopt, zelfs tennislessen werden sneller afgerond om op tijd aan de voordeur te staan. De ouderen die wat eenzamer waren, stonden zelfs al een half uur op voorhand ongeduldig te wachten. (lacht) De ene week zaten we in de gietende regen met een paraplu boven het hoofd, de andere zagen we de kinderen heen en weer stuiteren op het springkasteel. De ene vrijdag aten we met z’n allen frietjes à volonté, om de week nadien tot twee uur ’s nachts te blijven plakken. Met de gepaste afstand uiteraard.
Iedereen welkom
Of het wekelijks aperitief zal blijven standhouden, geen idee. Maar de herinneringen, die blijven. En we maken er sowieso nog heel veel nieuwe. De mannen hebben een loopclubje opgericht, enkele buurvrouwen plannen een groots verjaardagsfeest en op het einde van het jaar komt er een heuse winterbarbecue. En in de tussentijd kloppen we zonder schroom aan bij elkaar om een rol toiletpapier en een paar eitjes te lenen, worden dessertjes door de hele buurt geproefd en -meestal- goedgekeurd, en worden ontsnapte honden braaf teruggebracht naar de baasjes. (lacht)
Het mooiste van heel het verhaal is dat het coronavirus tal van generaties en culturen heeft samengebracht op één plek. Op nummer tien woont een oudere dame die onlangs haar negentigste verjaardag vierde, en een paar huizen verder woont een jong koppel met hun hond Phrey. Het Filipijns gezin naast ons leeft dan weer met drie generaties onder één dak, aan de overkant vind je een mama met haar tienerdochter en op het vaste eetadres van mijn katten woont een vrouw van veertig die een latrelatie heeft. Het toeval bracht ons samen op de Rozenweg, de lockdown zorgde voor een mooie vriendschap.”
Door de intense band tussen de buurmeisjes groeiden ook de ouders naar elkaar toe
Sofie: “Kort na de verhuis, nu twee jaar geleden, kwam dochter Yara plots thuis met een speelkameraadje. Het was Alice, ons buurmeisje. De hele zomer lang waren ze onafscheidelijk. Het begin van een wondermooie vriendschap. Een dagje op de jeugdbeweging werd geskipt om toch maar samen te kunnen spelen, de traantjes vloeiden als er een gezinsuitstap op de planning stond en het gebeurde wel eens dat Alice ’s avonds mee aan tafel schoof, of Yara bij de buren. Tijdens de lockdown is de band tussen de twee alleen maar sterker geworden. In de beukenhaag werden takken en bladeren weggehaald, tot er een groot gat ontstond. Aan de ene kant zat Alice met haar poppen klaar, aan de andere kant Yara. Er werden zelfs kuipen gevuld met water, om te plonzen. Ieder apart, maar toch samen. Zodra de bubbel van vier een feit was, werd al heel snel beslist dat we de buren gingen zien. Voor Yara en Alice. Er werd met z’n allen gebarbecued en we klonken samen op het weekend. Zonder die intense vriendschap tussen de twee meisjes, zou de band met de buren een stuk oppervlakkiger zijn.”
Een poolparty bezegelde de vriendschap tussen Ilke en haar buren
Ilke (31): “Op een zwoele zomeravond, kort nadat mijn man en ik verhuisd waren, nodigden de buren ons onverwachts uit voor een aperitiefje. Om kennis te maken. Zij was een spontane vrouw, hij een rustige man en de dochter een tikkeltje verlegen. De uren vlogen voorbij, de drank vloeide rijkelijk en uiteindelijk ontaardde de avond in een heuse poolparty. Om te eindigen met een kater in bed. (lacht) De toon was gezet! De berichtjes om te checken of alles oké is, wanneer onze dochter niet alleen ons maar ook de buren de hele nacht heeft wakker gehouden, de mosselen aan de achterdeur toen ik ziek in bed lag, het valentijnsontbijt op de deurmat, … De buren werden vrienden, en de vrienden werden familie.”
Uit: Libelle 31/2020 – Tekst: Diny Thomas
Meer lezen:
- De kracht van familie: “Hoe diep hij ook viel, ik zag nooit alleen die drugsverslaafde, maar altijd ook mijn kind”
- Tussen passie en frustratie: zorgverleners openhartig over de intensieve coronatijden
- Coronagelukjes: deze lezeressen vonden kleine gelukjes in lastige tijden
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!