SOS familie: “Ik zou nooit toestaan dat mama naar een home moet”
Zussen Marian en Kristien raken het niet eens over de opvang van hun bejaarde moeder, die recent haar heup brak. Gaat ze naar een serviceflat of blijft ze thuis wonen?
Wat zegt Marian?
“Ik zou veel meer rust hebben als mama naar
een serviceflat in de buurt zou gaan”
Marian (54): “Sinds papa drie jaar geleden stierf, is het met ons mama bergaf gegaan. Ze had het psychisch heel moeilijk met zijn plotse overlijden. Ondanks het feit dat hij 85 was, was niemand er echt op voorbereid. Mama heeft altijd erg op papa geleund. Hij regelde alles, reed overal met haar naartoe, deed alle administratie, zorgde voor de betalingen van de bank, enzovoort.
Zorg voor mama
Ik woon al jaren naast mijn ouders. Na papa’s dood ging ik elke dag bij mama langs. Ik ben zelfstandig schoonheidsspecialiste en kan daardoor mijn eigen agenda wat plannen. Ik sprong ’s morgens en ’s avonds binnen. Dan hielp ik haar bij het wassen en aan- en uitkleden, maakte haar ontbijt en koffie of hield ik haar gewoon wat gezelschap. Ik maakte ’s avonds wat meer eten en bracht haar dat ook.
Als ik het te druk had, sprongen mijn man en kinderen ook eens binnen, dat deed haar veel plezier. Ik moet bekennen dat het soms zwaar woog: ik runde twee gezinnen, ving regelmatig mijn kleinkinderen op en mijn zaak liep goed. Mijn man zeurde soms dat ik voor hem geen tijd meer had, maar ik vind dat je er voor je ouders moet zijn als het nodig is. Ik deed dat met veel plezier.
Schuldgevoel
Een maand geleden gebeurde er een drama. Ik ging na mijn laatste klant langs om mama in bed te steken en vond haar bewusteloos op de grond naast de zetel. Ik was vreselijk in paniek, rende naar mijn man en vroeg hem meteen een ziekenwagen te bellen. Mama bleek haar heup te hebben gebroken. Ze had een dekentje willen nemen, was gevallen en was door de pijn het bewustzijn verloren. Ik voelde mij zo schuldig. Waarom was ik niet vroeger bij haar langs geweest?
En wat als ik niet naar haar toe was gegaan? Ik werd overspoeld door een enorme golf van verantwoordelijkheid, ik had opeens het gevoel geen minuut nog zorgeloos te zijn. Ik sliep niet meer en droomde de hele tijd over alle rampscenario’s die zich konden afspelen als mama terug naar huis zou komen.
Het was in eerste instantie mijn man die opperde om mama naar een serviceflat in de buurt te brengen. Zo zou ik wat meer rust hebben, hoefde ik mij niet de hele tijd verantwoordelijk te voelen en kon ik toch nog elke dag langsgaan. Mama zou het ook wel waarderen, want zij is heel sociaal. Omdat heel wat van haar vrienden al gestorven zijn, zag ze niet zoveel andere mensen meer.
De ruzie
Toen ik dit met mijn zus Kristien besprak, schrok ik van haar heftige reactie. Zij wilde niet dat mama haar huis zou verlaten. Mama is daar gelukkig, zei ze, en als we haar zouden verplaatsen, zou ze snel haar levenslust verliezen.
Ik ben razend geworden! Ik was diegene die elke dag voor mama zorgde en die altijd voor haar klaarstond, terwijl zij alleen maar af en toe eens belde en op zondag een stuk taart kwam eten. We geraken hier maar niet uit, vandaar dat ik voorstelde om naar hier te komen.”
Wat zegt Kristien?
“Mama wíl niet naar een home. Haar daarin
verdedigen, is het laatste wat ik kan doen”
Kristien (51): “Mijn leven is niet echt vanzelfsprekend geweest. Ik had tien jaar een relatie, maar die is gestrand omdat we geen kinderen konden krijgen. We hebben echt alles geprobeerd: acupunctuur, osteopathie, IVF… niets werkte. Kinderen krijgen was het enige waaraan ik nog kon denken. Onze relatie leed daar zo hard onder dat we er samen een punt achter hebben gezet.
Vlucht naar het buitenland
Nadien heb ik me op mijn werk gestort. Ik maakte promotie en werd verantwoordelijke voor onze bedrijfsfilialen in Italië en Spanje. Daardoor was ik veel in het buitenland. Voor mij was het letterlijk en figuurlijk een vlucht van het feit dat ik geen gezin en kinderen had. Ik vermeed het contact met Marian, want zij en haar mooie gezinnetje confronteerden mij met mijn gemis.
Als ik op bezoek ging bij mama, had die het steeds over hoe gelukkig Marian is en wat een fantastische kleinkinderen ze heeft. Ze vroeg mij ook élke keer of ik nog geen partner had. Anderzijds was mama wel fier op de carrière die ik maakte. Tijdens die bezoekjes zag ik dat mama er altijd heel verzorgd uitzag.
Ze was ook heel levenslustig en herhaalde meermaals dat ze zo blij was dat ze niet in een bejaardentehuis moest verblijven, dat ze het zo fijn vond in haar eigen huisje. Wat ze wel miste, waren haar vriendinnen. Toen papa nog leefde, bracht hij haar met zijn auto overal naartoe, dat kon niet meer.
Ik was in Italië toen Marian mij belde dat mama in het ziekenhuis lag met een gebroken heup. Ik hoorde de paniek in haar stem, maar begreep dat niet zo goed. Het was toch maar een gebroken heup? Een alledaagse ingreep kon dit toch makkelijk herstellen?
De ruzie
Ze vroeg me of ik kon langskomen als ik terug in België was. Ik ging eerst mama bezoeken in het ziekenhuis, nadien ging ik langs bij Marian. Ik voelde de spanning, maar begreep niet waarom. Marian viel met de deur in huis: zij wilde dat mama naar een bejaardenhome ging. Haar woorden benamen me de adem. Mama zou daar ongelukkig zijn en wegkwijnen.
Marian verweet mij dat ik me er wel altijd makkelijk vanaf maakte: af en toe eens bellen en een koffietje komen drinken. Ik riep dat het haar keuze was om naast mama te wonen en dat zij back-up had van haar gezin. Ik moest hard werken voor mijn inkomen, ik kon op niemand terugvallen. Het werd een heen-enweergeroep en ik vertrok wenend en met gierende banden.
Ik voelde mij zo alleen. Nog nooit had Marian iets gezegd over hoe zwaar de zorg voor mama haar viel, nog nooit was er een echt gesprek geweest en nu kreeg ik de volle laag. Eerlijk, ik zou nooit toestaan dat mama naar een home moet. Haar daarin verdedigen, is het laatste wat ik nog voor haar kan betekenen.”
Zo ging het verder
“Ik vraag of ze ook aan andere mogelijkheden hebben gedacht. Ze besluiten na te gaan welke extra zorg er is voor een thuisverblijf”
Bemiddelaar Monique Van Eyken: “Marian komt als eerste toe en is heel nerveus. Ik laat haar plaatsnemen in de praktijk en zeg dat ik erbij zal komen als Kristien arriveert. Als bemiddelaar is het belangrijk om onpartijdig te zijn. Als je al een apart gesprekje hebt met de eerste die toekomt, ook al is het maar social talk, zou dat verkeerd kunnen overkomen.
Twee gespreksthema’s
Wanneer Kristien er is, zeggen de twee zussen elkaar vluchtig gedag, zonder elkaar aan te kijken. Ze leggen al snel twee thema’s op tafel: de toekomst van hun mama én hun relatie als zussen. Wanneer Kristien zegt dat de opmerkingen van Marian haar diep hebben gekwetst, vraag ik hen of zij op de hoogte zijn van elkaars leven, van elkaars dagelijkse bezigheden.
Kristien vertelt over het gemis aan een gezin, over de pijn bij het zien van de ‘happy family’ van Marian en over haar carrière, waarin ze zich altijd moet bewijzen. Marian hoort het in Keulen donderen. Zij dacht dat Kristien een luxeleven had zonder zorgen, rondrijdend in haar mooie Porsche.
Ik vraag Kristien hoe het komt dat ze dat nooit heeft gedeeld met Marian, waarop ze antwoordt dat zij Marian niet wilde kwetsen, en haar niet de indruk wilde geven dat ze haar dit geluk niet gunde. Marian vertelt op haar beurt over haar leven. Over de toenemende zorg voor hun moeder, die steeds meer op haar weegt. Ik vraag haar om dit concreter te omschrijven.
Emotioneel gesprek
Ze zegt dat mama depressief was na hun papa’s dood. Dat zij en haar kinderen om beurten bij mama sliepen, omdat ze bang waren dat ze zichzelf iets zou aandoen. Dat beterde gelukkig, maar Marian bleef wel elke dag meermaals langsgaan. “Ik ging mama wassen, zette koffie en keek ik erop toe dat ze ontbeet. ’s Middags at ik samen met haar en ’s avonds bracht ik warm eten en stak ik haar in bed.”
Marian beschrijft ook hoe ze hun mama op de grond vond, dat ze zich zo schuldig voelde en haar nooit meer alleen zou durven te laten. Beide zussen huilen. Kristien geeft toe dat ze niet doorhad dat mama zoveel zorg nodig had, en dat ze zich schuldig voelt dat ze zo weinig langsging, maar dat dat door haar job niet kon.
Als ik hen vraag hoe het nu verder moet, zegt Kristien dat ze het moeilijk blijft hebben met een verhuis naar een bejaardentehuis of serviceflat, omdat hun mama heeft aangegeven dat ze dit niet wenst. Marian zegt dat dit ook niet haar eerste keuze is, maar dat ze geen minuut zonder zorgen zal zijn als mama terug naar huis komt. Ik bevestig hen allebei dat ze heel veel om hun mama geven en dat ze zich gelukkig mag prijzen met zulke dochters.
Een mogelijke oplossing
Ik vraag de twee zussen of ze ook al aan andere mogelijkheden hebben gedacht? Daarop besluiten Kristien en Marian contact op te nemen met de Sociale Dienst van het ziekenhuis om uit te zoeken wat er mogelijk is aan extra zorg bij een thuisverblijf. Ze schakelen maximale zorg in en regelen een noodknop voor als hun moeder zou vallen. Ze spreken af dit drie maanden uit te proberen. Ze nemen zich ook voor om regelmatig samen naar de sauna te gaan en wat bij te praten, ze hebben dit allebei erg gemist.”
Uit: Libelle 25/2021 – Tekst: Monique Van Eyken
Verder lezen:
- SOS familie: “De overgang naar het secundair onderwijs is voor mij hét moment om onze regeling opnieuw te bekijken”
- SOS familie: “Ik wilde zo graag mama zijn, en kon het niet aan mijn kind te delen met een andere moeder”
- SOS familie: “Op familieweekend hebben mijn broers mijn dure flessen wijn erdoor gejaagd, zonder mij erbij. Ik was razend!”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!