Mijn verhaal: Sonja’s koffiebar ging dit jaar failliet
Sonja (42): “De dag dat ik voor het eerst ‘mijn’ koffiehuis opende, staat in mijn geheugen gegrift als een van de mooiste dagen van mijn leven. Ik herinner me nog hoe ik het pand binnenkwam, vol enthousiasme en blijdschap. Eindelijk, na jaren sparen, elke cent in twee bijten om toch maar geld opzij te kunnen zetten, was het zover: ik zou een eigen zaak beginnen. Ik werkte jaren als verkoopster en ook al hield ik van het contact met de klanten, ik was niet meer gelukkig in mijn job. Ik wilde zo graag iets van mezelf. Mijn man zag het idee niet zitten, hij vond het risico in deze tijden van crisis onverantwoord. Maar de droom bleef, en uiteindelijk zag hij dat het geen bevlieging was en zette hij zich mee in om mijn doel te realiseren. Ik zag het niet te groot, wilde klein beginnen en daarna kijken waarheen het me zou leiden. Een leuk, gezellig pand, maximaal vier tafeltjes voor lunchers en mensen die wilden genieten van hun koffietje, zo zag ik het.
Tien jaar heb ik erover gedaan om een startkapitaal bijeen te krijgen. En alsof het zo moest gaan, kwam er niet veel later een perfect plekje vrij. Niet te groot, authentiek karakter: ik was meteen verliefd. Natuurlijk moest er nog veel gebeuren, maar samen met mijn man en vrienden vloog ik erin, zodat ik een maand later mijn koffiebar kon openen.
“Die zaak was mijn droom, mijn geluk. Toegeven dat het niet lukte, is het moeilijkste wat ik ooit gedaan heb”
God, wat heb ik liefde en energie gestopt in mijn zaak. Ik maakte koekjes voor bij de koffie, bakte elke ochtend cakes, bereidde kleine gerechtjes helemaal zelf, bakte mijn eigen brood en ik probeerde elke klant een fijn gevoel te geven. Zoals elke beginnende zaak had ik het moeilijk om het hoofd boven water te houden. Als je alle kosten optelt – de huur, verzekeringen, gas en elektriciteit, sociale lasten, belastingen…– moet je véél koffies verkopen voor je zelfs maar break-even draait. Maar goed, daar had ik over gepraat met de boekhouder, ik had ingecalculeerd dat ik het eerste jaar nog geld zou moeten toestoppen. Als mijn zaak bekender zou worden in de buurt, zouden er meer klanten komen en zouden de problemen vanzelf verdwijnen.
Ik geloofde oprecht dat kwaliteit bovendrijft en dat als je iets met passie doet, dat ook lukt. En het leek te lukken, in het tweede jaar maakte ik zelfs winst! Ik was de gelukkigste vrouw ter wereld. Want hoewel het een zwaar eerste jaar was geweest en mijn man verscheidene keren had geopperd dat het beter was ermee te stoppen, had ik doorgezet. En nu begon het te lonen. Eindelijk was ik vertrokken voor een mooie periode in mijn professionele leven.
En toen kwam er een koffiebar aan de overkant. Een onpersoonlijke zaak van een keten, maar wel een waar alles goedkoper was, die meer naam had en dus meer volk trok. ‘Mijn’ volk. Ik zag mijn omzet dalen, week na week. Ik probeerde de concurrentiestrijd wel aan te gaan met promoties en acties, maar tegen zo’n grote reus ben je niets als kleine garnaal… Steeds vaker had ik dagen dat ik amper volk over de vloer kreeg. Dagen dat ik tien euro verdiende. Ik verkocht amper, maar moest wel elke dag inkopen doen voor eventuele klanten. Ik bleef investeren, maar er kwam niets terug. Het was om te huilen. En steeds vaker kreeg ik ruzie met mijn man. Hij wilde dat ik de zaak overliet, voor het te laat zou zijn. Hij had me de kans gegeven om mijn droom waar te maken, maar het was niet de bedoeling dat ik hem mee de afgrond in sleurde, vond hij. Ik
ging ertegenin, omdat ik bleef geloven in mijn droom. Maar twee jaar later moest ik hem gelijk geven.
Ik had gevochten en verloren. Ik kon de rekeningen niet meer betalen, al het geld was op. De brieven van de belastingen en de sociale lasten bleven komen, de stapel te betalen facturen werd alsmaar hoger, terwijl ik mezelf al een jaar geen loon had uitbetaald. Het was het allermoeilijkste wat ik ooit heb gedaan: toegeven dat het niet lukte en dat het niet meer goed zou komen. Maar ik kon niet anders meer, uiteindelijk werd een faillissement
aangevraagd.
Ik vergeet nooit de dag dat ik mijn sleutel in het slot van mijn koffiebar stak. In mijn hoofd zag ik de mooie momenten die ik er beleefde, passeren. Ik voelde het geluk dat ik er had gekend. En toch moest ik de deur sluiten. Nu ben ik één van de cijfertjes in de statistieken. Mijn schulden zijn gelukkig niet zo groot dat ik ze een leven lang met me zal meedragen, maar de volgende vijf jaar zal ik wéér elke cent in twee moeten bijten. Ik werk weer als verkoopster en probeer vreugde te vinden in mijn werk. Ik focus nu op de leuke
mensen die ik help, en dat begint te lukken. Maar eerlijk? Echt gelukkig ben ik niet. Ik weet het, het is ‘maar’ werk. Maar mijn koffiebar was zoveel meer dan dat. Het was mijn droom, mijn geluk. En het zal nog iets meer tijd kosten om dat verdriet een plaatsje te geven.”
Lees meer:
Mijn verhaal: ‘Mariekes man raakt haar al 12 jaar niet meer aan”