Deze lezeressen verhuisden voor hun kleinkinderen
Als je kinderen en kleinkinderen veraf wonen, mis je veel. Dan kriebelt het weleens om bij hen in de buurt te gaan wonen. Deze oma’s en opa’s zetten die stap en genieten nu dagelijks van hun kleinkindgeluk. En dat is absoluut wederzijds!
Verhuisd voor de kleinkinderen
Sabine en Guy
Sabine en Guy verhuisden van het Limburgse Helchteren naar het Vlaams-Brabantse Haacht, 66 km verderop.
Sabine (55): “Guy en ik hebben ons ganse leven in dezelfde straat in een gehucht van Helchteren gewoond; eerst bij onze ouders, dan samen, en ten slotte met ons gezin. Ons huis stond naast het huis van mijn ouders, en dat was, zeker met jonge kinderen en Guy die af en toe lang naar het buitenland moest voor zijn werk, gezellig en handig. Mijn moeder kon onze kinderen opvangen wanneer dat nodig was, en dat maakte alles makkelijker. Zo wilde ik er later ook graag zijn voor onze kinderen en kleinkinderen. Nooit gedacht dat we hiervoor naar een andere provincie zouden verhuizen.”
“Het kwam van ergens diep binnenin, die wil om echt aanwezig te kunnen zijn in het leven van onze kleinkinderen”
Guy (60): “Toen Hanne en Stijn na hun studies uitzwermden naar Boortmeerbeek en Jette en later naar Vilvoorde, was dat slikken. We hebben dat lege nest echt wel gevoeld. Al zouden we alleen voor de kinderen misschien niet zijn verhuisd – hen moet je loslaten. Maar toen Hanne zwanger was van Ella, maakten we die klik wel. Het kwam van ergens diep binnenin, die wil om echt aanwezig te kunnen zijn in het leven van onze kleinkinderen. Het geschikte appartement vinden, was even zoeken. We zijn gestart in 2015 en pas verhuisd midden 2021, onze vrienden geloofden allang niet meer in onze plannen. Maar kijk, waar een wil is, is een weg. We kozen voor een appartement in Haacht, niet om de hoek bij de kinderen, maar wel op korte afstand.”
Sabine: “Dichter bij de kleinkinderen gaan wonen betekende ook verder van mijn ouders. En hoewel die onze keuze heel lang heel goed begrepen, werd het voor hen, toen het echt concreet werd, toch nog moeilijk. Gelukkig zijn ze in Limburg nog steeds heel goed omringd en blijf ik zo vaak als kan bij hen binnenspringen.”
Guy: “Voor onze verhuis vingen we de kleinkinderen ook al op, maar verloren we veel tijd met onderweg zijn. Dan stond ik maandagochtend om vijf uur op om de files voor te zijn en las ik op een snelwegparking nog een uurtje de krant, tot mijn zoon en kleinzoon eraan kwamen. Dan vingen we Arthur twee dagen op en bracht ik hem dinsdagavond na de files weer terug. Ik bleef ook geregeld slapen op de zolderkamer van mijn dochter. Het was nog maar weinig spontaan. Dat misten we.”
Sabine: “Die leuke onverwachte bezoekjes of last minute logeerpartijtjes zijn er nu wel, en dat is genieten. We kunnen de kinderen en kleinkinderen eens te eten vragen zonder dat ze daar een ganse dag mee kwijt zijn, of brengen hen een verse ovenschotel. Het leven is hier zeker anders dan in Helchteren – we hebben bijvoorbeeld geen tuin meer. Maar hier in het centrum van het mooie Haacht is alles dichtbij.”
“We kennen in onze omgeving geen enkel koppel dat het doet zoals wij”
Guy: “Tijdens de week vangen we de kinderen een of twee dagen op, en dan blijven ze regelmatig slapen. Het is nog steeds druk, maar wel ‘leuker’ druk. We doen meer kilometers dan vroeger – Sabine werkt nog in Limburg –, maar dat is tegen de files in, dus minder stressy.”
Sabine: “We kennen in onze omgeving geen enkel koppel dat het doet zoals wij. En oudere mensen snappen deze stap al helemaal niet. Maar wij hebben ons deze beslissing nog geen seconde beklaagd.”
Elly
Elly verhuisde met haar man Ludo van het Antwerpse Berchem naar Gent om voor kleinzoon Eden te zorgen.
Elly (64): “Ik ben in mijn leven wel vaker verhuisd, dus ook de stap van Antwerpen naar Gent is er een die ik vlot heb genomen. We wonen hier nu een half jaar en het voelt goed. We zijn opnieuw dicht bij mijn dochter en haar gezin, iets waar ik onbewust zestien jaar naar heb uitgekeken.
Als alleenstaande moeder was ik altijd al erg close met mijn dochter Nora. Ik weet nog goed hoe pijnlijk ik het vond toen ze alleen ging wonen, het verdriet dat ik voelde toen ik haar de deur achter zich dicht zag trekken. Maar tegelijkertijd wist ik zeker dat we ooit weer dicht bij elkaar zouden zijn.
“Dichterbij komen wonen was altijd al een optie”
Sinds de geboorte van Eden (4) reden mijn vriend en ik geregeld naar hier: een à twee keer per week zaten we om kwart voor zes ’s morgens op de trein van Antwerpen naar Gent. Dat hebben we zeker twee à drie jaar zo gedaan. Op vaste momenten, maar soms ook onverwachts. Dat deden we altijd met veel liefde en plezier. Het was zeker een afstand, en de keren dat we het met de wagen deden, was er ook wel wat filestress.
Dichterbij komen wonen was altijd al een optie, want los van het heen en weer pendelen was ons appartement in Berchem ook te klein. Na een korte zoektocht vonden we dit duplexappartement, op twaalf minuten stappen van bij Nora. Niet vlakbij, maar toch in dezelfde buurt. Ideaal, en dat vond ook mijn schoonzoon, die meteen zijn vrienden op café trakteerde omdat onze komst een pak meer rust in zijn agenda en voor zijn gezin zou betekenen. Nora zegt het ook vaak: ‘Toch zalig, hè, dat we nu zo dicht bij elkaar wonen’. Het maakt alles makkelijker en gemoedelijker.
‘Eden kwam als peuter soms voor drie of vier dagen naar Berchem, maar dat is te lang voor zo’n kleintje”
Eden vindt het ook super. Vroeger kwam hij als peutertje soms voor drie of vier dagen naar Berchem, maar dat is te lang voor zo’n kleintje. Dan vindt hij dit beter: hij heeft hier in de woonkamer zijn eigen kastje met zijn spulletjes, boven heeft hij zijn kamer met de oude Lego van Ludo en hij kan makkelijk eens een nachtje blijven slapen – samen met zijn beste schoolkameraadje zelfs! Dan staan die jongens op het bed te springen, en van die energie geniet ik intens! En als mijn kleine man dan zegt: ‘Moepie, jij is de liefste’, dan smelt mijn hart.”
Monique
Monique ruilde Turnhout in voor het Oost-Vlaamse Sint-Amandsberg, 100 km verderop. Ze is net een week verhuisd.
Monique (65): “ ‘Hier staat nog een appartementje te huur, oma.’ Mijn kleinkinderen Mary-Lou (6) en Mauro (8) hebben echt mee uitgekeken naar een plekje dichter bij hen. En kijk, sinds een week woon ik officieel in hun Sint-Amandsberg. Ik ben nog volop dozen aan het uitpakken en aan het inrichten met mijn eigen meubelen, maar het voelt wel al een beetje als thuis.
“Ik kan hier op adem komen, dichter bij de mensen die ik het allerliefste zie”
Na een verdrietige periode in mijn leven ervaar ik hier vooral rust. Omdat ik hier op adem kan komen en dichter bij de mensen ben die ik het allerliefste zie. Deze verhuizing komt er na het overlijden van mijn man Paul en mijn moeder, vorig jaar. Ik zat met veel verdriet, en het bracht het plan om naar Sint-Amandsberg te verhuizen – een idee dat Paul en ik al langer hadden – in een stroomversnelling.
Vroeger kwam ik een paar keer per maand naar hier om de kindjes op te vangen. En af en toe bleef ik ook slapen, omdat dat makkelijker was. Dan deed ik het avondritueel met de kinderen en bracht ik hen ’s ochtends naar school. Daar genoten we allemaal van. Ik reed heel wat kilometers, vaak net voor de middag of ’s avonds laat om de files te vermijden. Soms sprong ik ook last minute in de auto. Altijd van ganser harte.
Maar toen mijn man in 2020 na een kortstondige ziekte overleed, veranderde alles. Zijn dood kwam snel en we hadden allemaal veel verdriet. Het was duidelijk dat ik niet alleen in Turnhout wilde achterblijven. Dichter bij het gezin van mijn zoon gaan wonen was om meerdere redenen een goed idee. Niet om de deur bij hen plat te lopen, wel om hen te helpen met het huishouden, met de opvang van de kindjes en gewoon om dichter bij elkaar te zijn. Ik zocht en vond een appartement in de buurt. Ik ken de gemeente intussen al acht jaar. Dat zal me zeker helpen om hier sneller mijn draai te vinden.
Ik woon hier nu een week en de beslissing om te verhuizen voelt echt juist. Ik heb Mary-Lou al kunnen opvangen, die in een korte quarantaine moest, het gezin van mijn zoon is al komen lunchen, en mijn zoon springt ’s morgens al eens binnen voor een kop koffie… Heerlijk vind ik dat. Die spontane momenten heb ik gemist. Vroeger was het altijd een hele onderneming om de kinderen eens mee naar de zee te nemen of samen een wandeling te maken. Nu kan ik dat in een impulsieve bui voorstellen en is er achteraf nog tijd voor een pannenkoek in het nieuwe huisje van oma.
“Mijn lieve Paul verhuisde mee: zijn urne kreeg een plekje op het prachtige kerkhof in de buurt”
Deze verhuizing gaf me al veel energie, ik voel me een ander mens. En niet onbelangrijk: ook mijn lieve Paul verhuisde mee naar hier. Zijn urne kreeg een plekje onder een boom, op het prachtige kerkhof in de buurt. Zo zijn we weer allemaal samen. En dat vindt elk van ons een heel troostende gedachte.”
Uit: Libelle 52/2021 – Tekst: Els De Ridder
Meer openhartige verhalen:
- Vier lezeressen over hun bijzondere kleinkind
- Drie grootmoeders over het verdriet om hun (klein)kinderen
- SOS familie: “Al twee jaar zien we onze kleinkinderen niet meer. Wij gaan kapot van verdriet”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!