Annick
“In haar ogen zie ik dat ze erg gelukkig is, mijn vriendin. Omdat ze de liefde heeft teruggevonden”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Walter en ik moeten voor het eerst sinds lang nog eens naar een trouwfeest. Niet van kinderen van vrienden of familie, maar wel van een van mijn vriendinnen, Berenice. Berenice was mijn onderbuurvrouw toen ik nog in Berchem woonde. Onze kinderen zaten op dezelfde school en we hielpen elkaar met opvang.
Al moet ik zeggen dat zij en haar toenmalige man míj meer hielpen dan ik hen. Ik was een alleenstaande moeder met een drukke televisiebaan in Brussel en ik reisde toen veel. Zij waren van die heerlijke buren die zelfs op mijn kat pasten. Het voelde heel veilig voor mij dat zij er altijd waren.
We kochten wat wijn, keken welke hapjes we nog in onze kast hadden en met welke overschotjes we een maaltijd konden bereiden
Op een heel natuurlijke manier is er tijdens die jaren een traditie ontstaan om op regelmatige basis samen te aperitieven op vrijdag. De ene keer zaten zij met hun kinderen bij mij, de andere week ik bij hen.
Of we trokken met een frigobox naar Lieven, die wat verder in de straat woonde en ook kinderen had van dezelfde leeftijd. We kochten wat wijn, keken welke hapjes we nog in onze kast hadden en met welke overschotjes we een maaltijd konden bereiden. Het was altijd de ideale manier om een drukke week neer te leggen.
Elkaar veel horen, maar weinig zien
Lieven woont ondertussen gedeeltelijk in Frankrijk met zijn Duitse vriendin, ik verkaste eerst naar het centrum van Antwerpen en later naar Brussel, en onze kinderen gingen elk hun eigen weg. Zo komt het dat we elkaar de laatste jaren vooral horen, maar weinig zien.
We volgen elkaars levens wel, daar is Facebook dan weer goed voor, maar het contact is lang niet meer zo intens als toen we buren waren. Intussen liep Berenices huwelijk stuk – de scheiding volgde ik vanop een afstand en via lange telefoontjes – en kijkt ze nu dus uit naar een tweede trouwpartij.
Patrick, de man met wie ze nu trouwt, heb ik nog nooit ontmoet. Berenice is een romantische ziel, die verlangt naar veel gezelligheid en af en toe een etentje of een reisje. Naar ik hoor is Patrick nóg romantischer en is hij erin geslaagd om haar ten huwelijk te vragen in het prachtige Venetië. Voor Berenice een droom die uitkomt.
Het weerzien is hartelijk. Patrick geeft me een warme knuffel en ik zie in de ogen van Berenice dat ze gelukkig is
Zo komt het dus dat wij onderweg zijn naar dat huwelijk. Ik kijk ernaar uit om een hoop oude bekenden terug te zien. Lieven is speciaal uit Frankrijk gekomen, Berenice haar zussen en broer heb ik ook goed gekend en haar jeugdvriendin zal er ook zijn. Het weerzien is hartelijk. Patrick geeft me een warme knuffel en ik zie in de ogen van Berenice dat ze gelukkig is.
Het is een gezellig feest, dat in de namiddag begint. Er is veel familie, de kinderen en kleinkinderen langs beide kanten kunnen het goed met elkaar vinden en ik hoor van de familie van Berenice dat iedereen heel blij is dat ze de liefde heeft teruggevonden.
Wat later sta ik met haar te praten en vertelt ze me hoe Patrick haar elke avond staat op te wachten na haar werk. Hoe graag ze naar huis gaat, omdat haar nieuwe thuis zo’n warm nest is. Dan neemt het bruidspaar de microfoon en spreken ze hun liefde voor elkaar uit in aanwezigheid van ons allemaal. Het gaat over veel dankbaarheid, over heel blij zijn met elkaar en het voornemen om de rest van hun tijd ontzettend te genieten van elkaar.
Ik zie twee vijftigers die iets gevonden waarvan ze misschien ooit dachten dat het niet meer voor hen was weggelegd
Ook de mensen die al weggevallen zijn, worden niet vergeten. Berenice en Patrick lachen, maken grapjes en stoten elkaar aan. Patrick laat zelfs een traantje. De echtgenoot van mijn vriendin heeft duidelijk een peperkoeken hart. Vervolgens dansen ze hun openingsdans.
Het is een liedje dat ik niet ken. Het heet ‘Mag ik dan bij jou’ van de Nederlandse Claudia de Breij. Ik zie twee mensen, vijftigers, die heel gelukkig zijn. Ze hebben iets gevonden waarvan ze misschien ooit dachten dat het niet meer voor hen was weggelegd. Ik luister naar de tekst van het liedje:
Mag ik dan bij jou schuilen Als het nergens anders kan? En als ik moet huilen Droog jij m’n tranen dan?Want als ik bij jou mag Mag jij altijd bij mij
Ik bedenk dat het iedereen gegund zou moeten zijn om iemand te vinden bij wie het veilig is.
Nog meer Annick?
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!