Annick
“Walter kweekt en stekt dat het een lieve lust is. Zelfs de dode varen van Milo staat weer groen te blinken”
Annick Ruyts werkte jarenlang voor VRT, nu schrijft ze vooral. Samen met Walter woont ze deels in hartje Brussel en in een Ardens dorpje. Ze heeft twee zonen en een plusdochter.
Een stukje tropisch paradijs in hartje Ardennen
Voor het eerst in drie weken gaan we naar ons Ardennenhuis. Door feestjes en werk lukt het ons de laatste tijd niet om elk weekend te gaan. Maar er meer dan twee weekends wegblijven, doen we zelden, dus ik ben een beetje beducht voor wat we er zullen aantreffen. In het verleden stonden we al eens voor nare verrassingen nadat we een tijdje niet in ons huis waren geweest.
Ik hou dan ook mijn hart vast als ik de deur opendoe. Hebben de muizen weer dingen kapotgebeten, is er ergens vocht naar boven gekomen en hoe stellen onze planten het? Maar wanneer ik binnenkom, zie ik meteen dat alles goed is. Meer dan goed zelfs. De planten zijn ‘ontploft’. Ze staan allemaal vrolijk te blinken met veel nieuw groen en zijn heel hard gegroeid.
De pannenkoekenplantjes staan in bloei, de Coleussen schieten alle kanten op en we kunnen bijna een geraniumkwekerij beginnen. Straf, want binnen in ons huis is het eerder donker, en de planten hebben weken geen water gehad.
De stokoude eigenares van ‘Beauraing Tropical’ dirigeert haar ploeg van achter de kassa
Walter en ik zeggen soms al lachend tegen elkaar dat onze Ardense planten adoptieplanten zijn, die ons dankbaar blijven. Het is een grapje dat we maken omdat we veel planten halen in een klein tuincentrum in het nabijgelegen stadje Beauraing. Die winkel is een fenomeen. Hij draagt de ietwat overdreven naam ‘Beauraing Tropical’ en je vindt er werkelijk alles.
De stokoude eigenares loopt helemaal voorovergebogen en dirigeert haar ploeg van achter de kassa. Haar hond is ook een figuur: blind aan één oog mankt hij rond, en hij keft met een zeer opvallende en stoffige hoest. Het is duidelijk een familiebedrijf, iedereen is er supervriendelijk en ik ga er heel graag naartoe. Zowel voor planten als voor potten betaal je hier beduidend minder dan in de meeste tuincentra die ik ken.
In de winter verkopen ze prachtige kerstbomen, in de zomer halen we er veel van wat we in de tuin zetten. In de serre met de kamerplanten zitten twee reuzegrote papegaaien altijd luid te krijsen. Ze geven, samen met de vochtige warmte die er hangt, dan toch de tropische feel die de naam van de winkel belooft.
Hoe Walter het doet, weet ik niet, maar zijn clivia’s bloeien drie keer per jaar
Walter en ik kochten er, toen we ons vakantiehuis aan het inrichten waren, een aantal kamerplanten die het heel goed doen. Vanaf de eerste week dat ze bij ons stonden, zijn ze als gek beginnen groeien. Daarom zeggen we al grappend dat we ze gered hebben van het papegaaiengekrijs en dat het onze adoptieplanten zijn. En dat ze zo goed groeien omdat ze ons eeuwig dankbaar zijn voor de rust.
Maar dat groeien en bloeien kan ook aan de goede zorgen van mijn echtgenoot liggen. Zowel ons huisje in de Ardennen als ons appartement in Brussel staat vol planten. Walter kweekt en stekt dat het een lieve lust is. En hij zorgt ook. Zieke, uitgedroogde of kapotte planten van mijn zonen worden gereanimeerd en krijgen een tweede groen leven.
Als vanzelfsprekend beheert Walter onze urban jungle. Hij is vaak in de weer met stekjes en vermenigvuldigt zo wat we al hebben. De oude varen van Milo is weer helemaal groen en de dunne plant die Romeo achterliet toen hij naar Amsterdam verhuisde, begint zo langzaamaan onze boekenkast helemaal te bedekken. Hoe hij het doet, weet ik niet, maar zijn clivia’s bloeien drie keer per jaar.
Na de ijsheiligen gaan we planten, en straks kan ik pronken met mijn zelfgekweekte dahlia’s
Plusdochter Leen heeft de groene vingers van haar vader. Met Kerstmis gaf ze me bloemzaad cadeau, vier soorten dahliazaad. Tien dagen geleden vulde ik acht kleine potjes met zand en twee soorten dahlia’s. Geen idee wat er gaat gebeuren, want ik ken – in tegenstelling tot Walter en Leen – echt niets van planten. De potjes staan in een grote schaal, ik heb een schattig klein gietertje gekocht en de schaal op mijn bureau gezet.
Dag na dag heb ik bezorgd gevoeld of ze niet te nat staan, of te droog. Sinds enkele dagen piept er iets groens in vier van de acht potjes. Mijn hart maakt een sprongetje. Ik hoop dat ik ze sterk genoeg kan krijgen om ze mee te nemen naar de Ardennen. Desnoods met advies van Walter. Na de ijsheiligen gaan we planten. Wie weet staan mijn zelfgekweekte dahlia’s straks te pronken tussen nieuw adoptiegroen uit de Beauraing Tropical!