
Mireille* worstelt al haar hele leven met haar zelfbeeld
Overgewicht hebben gaat om meer dan een nummer op de weegschaal. Er zijn ook heel wat onzichtbare, mentale lasten aan verbonden die net zo zwaar wegen. Mireille durft er open over te zijn.
Mireille (54): “Ik heb ooit eens met een vriendin een discussie gehad over schaamte. Ik vertelde dat ik me de hele tijd opgelaten voel over hoe ik eruitzie. Zij gaf, waarschijnlijk om mij te troosten, als tegenargument dat iedereen zich wel ergens over schaamt. Zij lijdt aan smetvrees, dat is ook iets waar zij niet open over durft te zijn. ‘Da’s waar,’ heb ik geantwoord, ‘maar jij kunt ervoor kiezen om dat stuk van jezelf te verstoppen. Dat kan ik niet, nooit, want ik heb mezelf en mijn lichaam van boven de 100 kilo altijd bij’.”
“Zo had ze het nog nooit bekeken, en dat geloof ik. Ik denk niet dat mensen die er ‘doorsnee’ uitzien, zich kunnen inbeelden wat voor last een lijf kan zijn. Zij zijn zich er vaak niet eens van bewust dat ze een lichaam hébben. Neem nu een avondje uit met vrienden. Er wordt verteld, geluisterd, gelachen. Ik doe dat ook, maar tegelijk zijn er altijd die gedachten die te maken hebben met mijn massieve lichaamsbouw.”
“Zal de stoel waarop ik moet zitten wel breed genoeg zijn? Neem ik zoals de rest nog wat chips of gaan de mensen dan veroordelend kijken? Ga ik, als ik straks naar het toilet moet, wel zonder iets om te stoten van achter de tafel kunnen komen? Ik heb mijn schaamte altijd bij, ze hangt aan mijn borsten, mijn buik en mijn billen.”
Altijd het buitenbeentje
“Ik ben altijd op z’n minst mollig geweest. In de lagere school was ik die ene met die vooruitstekende buik tussen allemaal ‘panlatten’. Daar is de basis gelegd voor dat gevoel van anders te zijn. Ik kon niet de jeansbroeken dragen die de meisjes van mijn klas droegen, ik kon bij het volleyballen niet springen zoals zij deden.”
“Ik ben nooit echt gepest geweest, maar werd wel als een soort buitenbeentje behandeld. Voor groepswerken had ik geen groepje, op schoolreis zat ik naast de juf en met turnen werd ik altijd als laatste gekozen. Die twee uur per week waren voor mij de hel: die kleine short, dat gegiechel als ik over de bok probeerde te springen… Ik heb er een levenslang sporttrauma aan overgehouden.”
Het idee van plomp te zijn vertaalde zich in mijn kledingstijl, altijd wijd en zwart, en in mijn gedrag, mezelf klein maken
“Als tiener ging het beter, ik groeide en had even een lichaam dat minder opviel. Maar toch was er altijd dat zelfbewustzijn, dat idee van plomp te zijn. Dat vertaalde zich in mijn kledingstijl, altijd wijd en zwart, en in mijn gedrag. Mezelf klein maken, figuurlijk zo weinig mogelijk ruimte proberen in te nemen, werd mijn tweede natuur.”
“Zo wilde ik het liefst van al architect worden – ik hou van berekeningen, van cijfers – maar wanneer ik me voorstelde dat ik later met klanten moest samenzitten, brak het koude zweet me uit. Ik was er te verlegen voor, en in mijn ogen ook te onelegant, dus koos ik voor een ‘veilige’ studie boekhouden. Ik werk al sinds mijn 22ste in een kmo op de boekhouding, waar ik mij kan verstoppen achter mijn bureautje. Ook in de liefde stelde ik geen eisen. Mijn ex-man was de veiligste keuze die ik maar kon maken, de eerste die naar me keek en me wilde.”
Waarom ben jij zo lelijk?
“Op mijn 38ste, na mijn scheiding, was ik op mijn dikste. Ik weeg mezelf niet, maar mijn kleren, maat 52, pasten niet meer. Toen heb ik ernstig overwogen om een gastric bypass te laten uitvoeren. Omdat ik bang ben van de verdoving, heb ik het uiteindelijk niet gedaan, en ben ik maar weer eens op dieet gegaan. Om de kilo’s er erna weer te zien aanvliegen.”
“Want als ik ook maar heel even de focus op diëten verlies, gebeurt het: dan komt er per week een kilo bij, dan twee, en na vijf kilo word ik zo moedeloos dat ik het opgeef. Ik weet ondertussen dat ik nooit iets anders ga zijn dan dik. De ene dag kan ik dat aanvaarden, de andere dag haat ik mijn lichaam. Dat haten vertaalt zich dan in een stem die heel grof tegen mij spreekt: ‘Jij walgelijke dikzak’ of ‘Waarom ben jij zo lelijk?’ Verschrikkelijke dingen zeg ik dan tegen mezelf, dingen die ik zelfs niet durf uit te spreken.“
Die zelfhaat voel ik bijna nooit als ik thuis ben. Daar ben ik alleen, of met mijn vriend, die van mij houdt zoals ik ben
“Die zelfhaat voel ik bijna nooit als ik thuis ben. Daar ben ik alleen, of met mijn vriend, die van mij houdt zoals ik ben en zelf wat extra kilo’s meesleept. Maar in de buitenwereld gebeurt er altijd iets wat mij kwetst. Je moet er eens op letten hoe vaak het over diëten of slank zijn gaat. Een verjaardagstraktatie op het werk en de collega zegt: ‘Ik heb de cake met lightsuiker gebakken, want sinds de menopauze moet ik toch opletten.’ Die collega heeft dan maat 40. Zij bedoelt dat niet slecht, maar wat ik hoor, is: ‘Hoe walgelijk ben jij, Mireille’.”
“Met vijf vrienden in een auto ergens samen naartoe rijden? Diegene die op de achterbank te veel ruimte inneemt, ik dus, wordt met zachte hand naar de passagierszetel gepusht. En inderdaad: ik néém veel plek in, maar op die momenten komt dat gevoel van een probleem te zijn weer erg boven, en moet ik moeite doen om niet de hele avond te denken: jij vet varken, Mireille.”
Eenzaam gevoel
“Heel confronterend was het toen een vriendin met Ozempic begon. Zij was altijd mijn bondgenoot in de vriendengroep, wij waren de enigen die zo’n grote maat hadden dat we niet in een gewone winkel konden shoppen.”
“Als er een dagje naar zee werd gegaan, waren wij de twee die op het strand onze T-shirts aanhielden. Werd er geshopt, dan gingen wij een koffie drinken of een boekenwinkel binnen. En als de rest discussieerde of het nog kon om op je vijftigste een topje te dragen, draaiden wij allebei eens met onze ogen.”
Toen een vriendin met Ozempic begon, voelde ik me in de steek gelaten. Ze was altijd mijn bondgenoot geweest
“Plots stapte zij over naar het andere kamp. Ik neem haar niks kwalijk, maar dat voelde toch een beetje als in de steek gelaten worden. Ik was vroeger ook diegene van de vriendengroep die moeilijk zwanger raakte, en dit voelde exact zo. Iedereen kreeg kinderen, mij lukte het niet. En nu is het: iedereen is slank, mij lukt het niet. Dat is een eenzaam gevoel…”
“Bovendien waren alle complimenten die mijn vriendin kreeg een steek in mijn hart. Weer die boodschap ‘slanker is mooi’, die ik dan voor mezelf vertaalde als: ‘en jij bent lelijk.’ Toen heb ik getwijfeld om me ook te laten opereren, maar de angst voor de verdoving woog toch te erg door.”
Een ‘normaal’ lichaam
“Eén keer in mijn leven heb ik mij even ‘normaal’ gevoeld, op vakantie in de VS. Want voor het eerst in mijn leven was ik ergens eens niet de dikste. Op een bepaald moment maakten mijn vriend en ik een boottocht door de Everglades. Overal anders zou ik panisch zijn dat de boot door mij te veel naar de ene of andere kant zou hellen. Daar kon ik gewoon instappen en uitkijken naar de fauna en flora die ik zou zien.”
“Mijn omvang vroeg geen energie, genereerde geen negatieve gedachten, en dat was echt een unieke ervaring. Ik ben het zo gewend om me overal in de buitenwereld schrap te zetten voor de golf van schaamte die komt. ‘Is dit nu hoe andere mensen zich voelen?’, heb ik toen aan mijn vriend gevraagd.”
Eén keer in mijn leven heb ik mij ‘normaal’ gevoeld, op vakantie in de VS
“Die reis is nu zes jaar geleden, en nog minstens één keer per week denk ik: hoeveel meer ruimte zou er zijn om van het leven te genieten als ik een ‘normaal’ lichaam zou hebben?”
” ‘Doe er dan iets aan’, is de reactie als ik er open over ben. Maar ik zou niet weten wat dan. Diëten werken niet, van een gastric bypass ben ik bang en dieetmedicatie wil ik niet nemen. Bovendien heb ik een lichaam dat gewoon doet wat het moet doen. Mijn cholesterol is lager dan die van veel leeftijdsgenoten, ik wandel veel en graag met mijn hond en ik eet vegetarisch. Oké, ik snoep meer dan de gemiddelde mens, ik ga niet beweren dat ik dik word van te ademen. Maar ik word zo blij van de gezelligheid van pralines voor de tv, een koffiekoek op zondagochtend.”
“Binnenkort word ik voor de eerste keer oma. Ik kijk er superhard naar uit om met mijn kleinzoon te knutselen, filmpjes te kijken en koekjes te bakken. Naar een pretpark gaan zal er niet inzitten, ik denk niet dat ik in die stoeltjes pas, maar gaat hij mij daarom minder graag zien?”