Hartverwarmend: na 44 jaar vonden Tonny en Ernst hun zoon terug
Zeventien is de Nederlandse Tonny (68) als ze per ongeluk zwanger raakt van haar vriendje Ernst. Hun ouders besluiten dat het kindje moet worden afgestaan. 44 jaar later gaan Ernst en Tonny β ondertussen 46 jaar getrouwd met twee zonen β alsnog op zoek naar hun oudste.
De woonkamer van Tonny en Ernst staat vol verzamelingen. In de vitrinekast: 400 uiltjes, van hout, van steen, van staal, van stof. Aan de muur in de gang: wel 350 soorten sleutels. Op de wc: allemaal producten van Zwitsal. Tonny grijnst. βToen onze zoon Chris voor het eerst bij ons thuis op bezoek kwam, zes jaar geleden, dacht hij: waar is hier de kassa, het lijkt wel een winkel. Dat heeft hij pas later opgebiecht.β
Zeventien was ze toen ze zwanger werd van haar toenmalige vriendje Ernst β de man met wie ze nu al 46 jaar getrouwd is. Ze leerden elkaar kennen toen ze twaalf waren en samen de hoofdrol hadden in een toneelstuk. βIn het stuk moesten we verliefd worden op elkaar. Tja, dat hoefden we niet te spelenβ, vertelt Ernst. βBij elke repetitie werd de omhelzing inniger en duurde ze langer. Ik vond Tonny lief en slim, niet zoβn giechel als al die andere meisjes.β
Totaal in paniek
Tijdens hun puberteit zagen ze elkaar af en toe op feestjes, en op een avond gebeurde βhetβ. Ernst bracht Tonny naar huis en verliefd en gelukkig nam het koppel afscheid, niet wetende dat er aan hun zorgeloze jeugd die nacht een einde was gekomen. Tonny voelde zich een paar maanden later slapjes en misselijk en bracht een bezoek aan de huisarts. βHij hoefde maar even aan mijn buik te voelen en wist hoe laat het was. Ik was al drieΓ«nhalve maand zwanger. Ik was totaal in paniek.β
Huilend lag Tonny die avond in bed. Je bent toch niet in verwachting, had haar moeder gevraagd. βJa mama, ik ben zwanger.β Haar ouders reageerden liefdevol, bezorgd, maar ook kordaat. Ze belden de ouders van Ernst en nog diezelfde avond volgde er een gesprek. Eerst metΒ Ernst en Tonny, daarna zonder hen. βEr werd vooral Γ³ver ons gepraatβ, zegt Ernst. βIk dacht zelf: okΓ©, dan gaan we trouwen en krijgen we een kind. Hoe dan ook, wij redden het wel samen. Maar we waren zo jong, en ik was op zβn zachtst gezegd niet de perfecte schoonzoon β verre van. Ik had nog geen eigen huis, geen geld, geen opleiding en ik moest nog naar het legerβ¦ Onze ouders kwamen vrij snel tot de conclusie dat we het kindje zouden afstaan.β
“Eerst werd er nog over de zwangerschap gepraat, later niet meer. Het werd de olifant in de kamer”
βToen de paniek was gezakt en mijn buik groeide, voelde ik me steeds meer moeder wordenβ, vervolgt Tonny. βEn tegelijkertijd durfde ik er niet aan te denken hoe het zou zijn alsΒ het kindje geboren zou worden, want ik zou het niet mogen vasthouden, voeden of kusjes geven.β Eerst werd er nog over de zwangerschap gepraat, later niet meer. Het werd de olifant in de kamer: levensgroot, maar doodgezwegen.
Toen Tonnyβs buik niet meer te verbergen was, bleef ze thuis van school en belden de leerkrachten wekelijks om het huiswerk door te geven. Daarna vertrok ze naar een opvanggezin. De laatste tien weken van haar zwangerschap bracht ze door in een tehuis voor ongehuwde moeders in Scheveningen. Ze zijn er jaren later nog een paar keer langs gereden, omdat Tonny wilde laten zien aan Ernst: dÑÑr gebeurde het, daar ben ik moederziel alleen bevallen.
Babyhuiltje
Tonny: βIk heb Ernst veel geschreven. Ik had verschrikkelijke heimwee.β Ernst: βIk schreef niet terug. Als ik daaraan terugdenk, schaam ik me. Maar ik wist me geen raad met mezelf, ik voelde me mislukt: ik mocht niet met Tonny trouwen, kon niet voor haar en voor ons kindje zorgen, en daar liep ik voor weg. Ik kon het niet aan. Dat weet Tonny ook. Maar daar zit nog wel veel pijn. Ik zie nu vochtige ogen bij haar.β
“Tijdens de bevalling werd er een handdoek tussen mij en het kind gehouden. Alleen het huilen heb ik gehoord”
Tonny knikt. De tranen liggen soms ineens aan de oppervlakte. βHet is zo frustrerend dat alles wat we nu vertellen, niet meer kan worden teruggedraaidβ, vertelt ze. βNet als dat ik mijn baby niet mocht zien, dat moment komt nooit meer terug. Tijdens de bevalling werd er een handdoek tussen mij en het kindje gehouden. Alleen het huilen heb ik gehoord.β
Dat geluid, het babyhuiltje dat langzaam wegsterft als het kind naar de gang wordt gedragen, draagt Tonny tot op de dag van vandaag met zich mee. Nog steeds wordt ze er βs nachts soms wakker van. βVoor de buitenwereld ging mijn leven ogenschijnlijk door,β zegt Tonny, βalsof ik nooit was weggeweest en alsof ons kindje nooit was geboren. Ik stortte me op mijn opleiding tot kleuterleidster, deed aan zwemmen en turnen, zat bij een gospelkoor en studeerde psychologie. Alles om maar niet te hoeven denken aan wat er gebeurd was.β
Ernst en Tonny hadden na de bevalling twee jaar lang geen contact, tot Tonny via een gemeenschappelijke kennis hoorde hoe het Ernst vergaan was. Zijn vriendin was zwanger en ze zouden gaan trouwen, want Ernst wilde niet weer hetzelfde doormaken. Tot het meisje een paar dagen voor het huwelijk opbiechtte dat het kindje niet van Ernst was, maar van een Amerikaanse soldaat. En weg was ze.
βDat vond ik erg voor Ernstβ, zegt Tonny. βHij had mij gekwetst, maar dit verdiende hij niet. Een maand eerder was mijn vader overleden, dus ikΒ schreef hem: Ik weet hoe het is om iemand kwijt te raken.β βEn toen ging het snel.β Ernst telt op zijn vingers. 1973: verkering. 1974: verloofd. 1975: getrouwd. 1976: zoon DaniΓ«l kwam ter wereld. In 1978 volgde er een miskraam, en in 1980 werd hun derde zoon, Yvo, geboren.
“Na de geboorte van DaniΓ«l kreeg ik een postnatale depressie. Ineens had ik een kindje dat ik wΓ©l mocht vasthouden”
βNadat DaniΓ«l was geboren, belandde ik in een zwart gat. Ik had een postnatale depressie die natuurlijk ook te maken had met het afstaan van ons eerste kindβ, vertelt Tonny. βIneens had ik een kindje dat ik wΓ©l mocht vasthouden, voeden, dat ik wel uren van dichtbij kon bewonderen, en ineens zag en voelde ik wat ik zo had gemist. Het ene zoontje wakkerde het gemis van ons andere zoontje aan.β βEn,β zegt Ernst, βons gezinsgeluk was ook wel een eyeopener.
Onze ouders moesten toen wel even slikken, toen wij trouwden en zo gelukkig bleken. Het was gewoon Γ©chte liefde. We deelden hetzelfde verdriet. Onze ouders hebben zich waarschijnlijk wel afgevraagd: oei, hadden we ze niet tΓ³ch gewoon moeten laten trouwen en dat kindje moeten laten houden? We hebben het onze ouders nooit verweten: ze deden het voor ons, voor onze eigen bestwil. Zij hadden ook niet van tevoren verwacht dat onze liefde sterker bleek dan de ellende die ons was overkomen.β
Altijd die vragen
Tonny: βAltijd als ik over straat liep en een jongetje van Chrisβ leeftijd zag, dacht ik: dit zou mijn kind kunnen zijn. En altijd die vragen. Zou hij het goed hebben? Zou hij een druk kind zijn, of rustig? Zou hij net zoβn bol gezichtje hebben als DaniΓ«l?β Ernst: βHet is niet zo dat je elke keer aan tafel met zβn vieren denkt: goh, we hadden hier met zβn vijven kunnen zitten. Maar met regelmaat dacht ik er soms ineens diep over na. Hoe zou het kunnen zijnβ¦β Tonny: βOok zijn geboortedag, 1 juli, was altijd moeilijk. Je kind is jarig, maar je kunt hem niet feliciteren, en je bent niet bij zijn feestje.β
Tegelijkertijd dachten ze er niet aan om hun kind te gaan zoeken. Tonny was β en is β daar heel stellig in: βIk had hem afgestaan volgens de wet. En bovendien: je wilt een kind van vier, vijf, of nog ouder, niet uit zijn vertrouwde omgeving wegrukken.β Daarom bleven Ernst en Tonny heel lang denken: contact zoeken is nΓΊ niet het goede moment. Niet toen hij kleuterΒ was, niet toen hij tiener was, en ook niet toen hij twintiger was. Ernst: βWant dan zou hij zelf misschien gaan trouwen, een gezin stichten. We wilden zijn leven niet overhoop halen. En bovendien: we wΓsten ook niet waar hij was, hΓ¨.β
“Je moet verdomd veel van elkaar houden, wil je kunnen bolwerken wat wij samen hebben doorstaan”
Tot 2014, toen ze er β misschien wel voor de duizendste keer β eens stevig en lang met zβn tweetjes over hadden zitten praten. Want dat kunnen ze goed, gelukkig: erover praten, misschien wel hun kracht. Ernst: βIk heb weleens gezegd: je moet verdomd veel van elkaar houden, wil je kunnen bolwerken wat wij samen hebben doorstaan.β
Boom van een kerel
Na dat gesprek waren ze het erover eens: het is tijd om ons kind te zoeken. Ze klopten aan bij FIOM, een stichting die Nederlandse afstandsouders en adoptiekinderen kan helpen elkaar te vinden β als beide partijen instemmen. βIk wist veel van die tijdβ, zegt Tonny. βDe naam van de vroedvrouw, de geboortetijd…β Het duurde alleen langer, omdat de adoptieouders de naam van Abraham Sebastiaan hadden veranderd in Jaap Christiaan.
Negen maanden later kwam er eindelijk dat telefoontje van een FIOM-medewerker. βIk heb nieuws. Zit je?β vroeg ze. βJaβ, hadden ze geantwoord. βZit je Γ©cht goed?β vroeg ze nogmaals. βWant we hebben hem en hij wil contact met jullie.β βNu zijn we eindelijk compleetβ, zei Tonny. Chris, inmiddels 44, wist dat hij geadopteerd was, zijn adoptievader overleed vroeg, maar zijn adoptiemoeder was altijd eerlijk geweest over Chrisβ herkomst. βIk ben nog nooit van mijn leven zo zenuwachtig geweest als op die dagβ, zegt Tonny. βEcht, hΓ¨, Ernst, we hadden zweethandjes, knikkende knieΓ«n. Ik was blij dat we het samen konden doen.β
“Ik had niet durven dromen dat het zΓ³ zou lopen. Zoveel liefde, geen wrok. En heel veel nieuwsgierigheid”
Ernst knikt. Hij moet weer lachen als hij aan dat moment denkt. βHet was gewoon zo, ja, zo vanzelfsprekend. We vlogen elkaar meteen in de armen, een boom van een kerel, en dat is dan dus je zoonβ¦ We hebben vijf minuten in elkaars armen gestaan.β Tonny: βHet kan soms heel stroef lopen, zoβn ontmoeting. Bij ons niet. De koffie werd koud, daar hadden we geen tijd voor. Hij vroeg: βHoe moet ik jullie noemen?β Bio-mama, bio-papa, dat klinkt zo raar. Dus we hielden het maar op Ernst en Tonny.β Met het vinden van hun zoon hadden ze in een klap opeens ook drie extra kleinkinderen. βIk had niet durven dromen dat het zΓ³ zou lopenβ, zegt Ernst. βZoveel liefde, geen wrok. En heel veel nieuwsgierigheid.β
Veel om in te halen
Tonny pakt er een fotoalbum bij, het puilt uit van de fotoβs. Elk moment wilden ze vastleggen. De eerste ontmoeting van Chris met zijn ouders hier thuis in de woonkamer β rode wangen van opwinding. En de ontmoeting van Chris met zijn broers… βZe hebben een paar minuten ademloos, met de mond open, naar elkaar staan staren. Alsof ze in de spiegel keken.β
“Hij voelt echt als een zoon, niet meer of minder dan onze twee andere kinderen”
In de afgelopen zes jaar hebben ze elkaar veel gezien, niet alleen met feestdagen en verjaardagen, maar ook heel veel tussendoor. Ze bellen als er iets is β of als er niets is, zoals kinderen en ouders dat kunnen doen. βHij voelt echt als zoonβ, zegt Ernst. Tonny knikt: βNiet meer of minder dan onze twee andere kinderen. En de drie broers komen ook goed overeen. Laatst hadden we elkaar al een paar weken niet gezien, en dan belt Chris op: βIk kom langs.β En dan komt hij hier eten, logeren, en de volgende dag blijft hij de hele dag.β
Maar hoe haal je 44 jaar in? βNietβ, zegt Tonny resoluut. βDat kan niet. We hebben overal over gesproken, die middag, en de jaren daarna, maar dan nog weet je maar een deel van iemands leven. Ik was er niet bij toen hij voor het eerst leerde fietsen, toen hij zijn eerste vriendinnetje kreeg. Maar ik ben dankbaar dat er wel een Γ‘ndere lieve moeder was. Ik voel geen jaloezie, maar dankbaarheid.β
De neiging om die jaren in te halen, blijft, zegt Ernst. Daarom schreef hij hun familieverhaal op. Voor Chris, in eerste instantie. Twintig A4βtjes was het plan. Het werden er 222. En het werd een boek, meer dan een kroniek, het werd een levensverhaal. βNu zijn we eindelijk compleetβ, heet het. βIk maakte de afweging: als we het gaan vertellen, dan goed, helemaal met de billen blootβ, zegt Ernst.
βWant wat wij hebben meegemaakt, hebben andere afstandsouders uit die tijd ook meegemaakt. Die zwangerschap mocht er niet zijn, het verdriet mocht er niet zijn. We willen dat openbreken.β Tonny knikt. βEn we willen laten zien dat dingen, hoe erg en pijnlijk ook, goed kunnen komen. Want dat is het. Het is goed, nu.β
‘Nu zijn we eindelijk compleet!’, Ernst Fickweiler, te bestellen via Boekscout.nl.
Wat zegt zoon Chris?
Chris (49) was even stil toen hij een handgeschreven brief van het FIOM ontving. De boodschap: er waren bloedverwanten naar hem op zoek. En hij wist meteen: dat moet mijn moeder zijn. Dat kan niet anders. βMijn ouders hebben er nooit een geheim van gemaakt dat ik ben geadopteerdβ, vertelt hij. βIk heb een fijne jeugd gehad, met alle liefde die je kunt krijgen als kind. Daarom heb ik nooit echt de behoefte gehad mijn biologische ouders te gaan zoeken, maar ik was soms wel nieuwsgierig. Zou ik op ze lijken?β
“Heel gek: je ziet mensen die je nog nooit eerder hebt ontmoet, maar met wie je meteen een klik hebt”
Chris twijfelde geen seconde en antwoordde meteen dat hij Ernst en Tonny wilde ontmoeten. βIk was wel verrast dat mijn biologische vader ook nog in beeld was. Dat hoor je niet vaak.β βIk heb nooit wrok gekoesterd. Ik heb al die jaren gedacht: ze moeten me uit nood hebben afgestaan. En soms had ik ook wel medelijden met hen. Ik wist: dit moet ze verdriet hebben gedaan.β
De ontmoeting voelde warm, zegt hij. βHeel gek, je ziet mensen die je nog nooit eerder hebt ontmoet, maar met wie je meteen een klik hebt.β Zijn biologische broers β die al wisten van Chrisβ bestaan voor Chris gevonden was β leken op hem. βDan sta je wel even raar te kijken.β Die eerste ontmoeting is nu zes jaar geleden. Het contact is goed, waardevol. βHet voelt voor Ernst en Tonny wel anders dan voor mij: zij hebben mij al die jaren gemist. Zo ervaar ik dat niet, ik had gewoon twee ouders. Maar ik heb er wel een paar belangrijke mensen in mijn leven bij gekregen die ik niet meer zou willen missen. Ik vind het heel fijn dat ze er zijn.β
Uit: Libelle 45/2021 – Tekst: Lisanne van Sadelhoff, overname uit Libelle Nederland (editie 29/30 2021)
MEER OPENHARTIGE VERHALEN:
- Mijn verhaal: Rina was nog een tienermeisje toen ze haar baby afstond voor adoptie
- Zusjes in hart en ziel: deze adoptiezussen vertellen over hun bijzondere band
- Openhartig: Annemie werd afgestaan ter adoptie en ontdekte dat ze 5 broers en zussen heeft
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!