Het kan: leren omgaan met gedragsstoornissen bij jongeren
Kinderen en jongeren met gedragsstoornissen worden vaak in hokjes geplaatst. ADHD, autisme of een depressie: men kijkt meestal niet verder dan de stoornis. Als ouder of jeugdbegeleider omgaan met gedragsstoornissen is dan ook niet eenvoudig. Maar het kan.
Help: mijn kind heeft een gedragsstoornis, wat nu?
Zowel voor ouders als voor begeleiders is het niet makkelijk om met gedragsstoornissen om te gaan. Toch kun je het leren, zodat de band tussen jou en je kind alleen maar sterker wordt, zodat hij of zij zich ook beter zal voelen. Maar naast een stoornis kan je kind ook depressief zijn.
Hoe begin je aan zoiets? We gingen te rade bij Vormpijl, een werking voor én door instructeurs in het jeugdwerk voor een aantal tips.
De belangrijkste tips:
- Alles begint bij de vaststelling van het probleem. Merk jij dat je kind ongelukkig is, of bepaalde kenmerkende eigenschappen vertoont? Concentratieproblemen, veel nood aan structuur, snel overprikkeld, vaak verdrietig enzovoort. Heb je een vermoeden dat je kind een gedragsstoornis heeft? Laat dit dan zo snel mogelijk testen. Je kunt voor specifiek advies terecht bij je huisarts, een psycholoog, het CLB of de school.
- Panikeer niet wanneer er een diagnose vastgesteld wordt. Je kunt je kind nu gericht helpen en je in zijn of haar stoornis verdiepen. Het is goed dat je nu eindelijk weet waar het gedrag vandaan kwam.
- Aarzel niet om hulp te vragen, in welke vorm dan ook. Soms kun je dit als ouder niet alleen. Daar is niets mis mee.
- Een stoornis hoeft het plezier van je kind niet in de weg te staan. Kinderen met een gedragsstoornis zijn zeker welkom bij een jeugdbeweging of op een kamp, al dan niet gespecialiseerd in kinderen met dezelfde of een andere stoornis. Sommige jeugdbewegingen werken met inclusiemonitoren, die zich focussen op de kinderen met gedragsproblemen. Ze doen dit subtiel en zijn daarnaast ook ‘gewone’ monitoren, zodat je kind zich niet anders voelt.
- Misschien wel de belangrijkste tip: benader je kind steeds positief en leg de focus op zijn of haar talenten. Een actief kind? Dit kan positief tot uiting komen bij een stoer spel, waar het zijn of haar energie tot uiting kan brengen. Probeer elke negatieve eigenschap positief te benaderen. Het kind zal er zelfvertrouwen door krijgen. Kijk verder dan enkel de stoornis: waar is het kind goed in? Welke spelletjes vindt hij/zij leuk? Uiteindelijk is het een kind zoals een ander.
Wil je nog meer weten? Op de website van Vormpijl vind je een uitgebreid aanbod van vormingen. Ze delen hun kennis met andere jeugdwerkers en breiden hun kennis zelf ook zo uit. In de workshop ‘Omgaan met gedragsstoornissen’ wordt spelenderwijs aangeleerd hoe je gedragsstoornissen kunt inschatten, benaderen en er in concrete situaties mee kunt omgaan. Maar je kunt er ook voor andere onderwerpen terecht.