Hoe praat je met kinderen over de dood? Rouwexperte Uus Knops geeft advies
Allerheiligen is het uitgelezen moment om het met kinderen over de dood te hebben. Maar hoe pak je dat aan? Psychiater en rouwexpert Uus Knops schreef het kinderboek ‘Het alfabet voor groot verdriet’ om de dood bespreekbaar te maken. Hier deelt ze alvast enkele tips om het gesprek te vergemakkelijken.
Praten over de dood met kinderen
Na boeken over rouwen en verdriet maakte je nu een kinderboek over de dood. Is daar nood aan?
“Er bestaan al heel wat kinderboeken over het thema, en hele mooie ook. Al heb ik vaak het gevoel dat die heel zachtaardig zijn en wat verdoezelend zijn. En niet zo heel informatief. Met dit boek wil ik kinderen iets bijleren over de dood.
Het is een ABC en iedere letter staat voor een woord. Ik leg letterlijk uit wat pakweg een crematie, palliatief of de dood willen zeggen. Ik ben ervan overtuigd dat kinderen recht hebben op die informatie en daar nood aan hebben. Vaak vinden we dat domein wat spannend om te bespreken en dat we ons zelf emotioneel voelen, maakt het alleen maar moeilijk. Maar eigenlijk zijn kinderen net als volwassenen: ze willen kunnen begrijpen wat er gebeurt.”
Een kind is nooit te jong om het om het over de dood te hebben. Zelfs tegen een ongeboren kind in je buik kun je vertellen dat je verdrietig bent, maar dat het niet aan hem of haar ligt
Vanaf welke leeftijd kun je met kinderen praten over de dood?
“Het boek is officieel voor kinderen van zes tot twaalf jaar, maar eigenlijk kun je op elke leeftijd praten over de dood. Dat kan al heel snel. Zelfs wanneer kinderen nog niet verbaal ontwikkeld zijn, pikken ze veel op van je stemgeluid, je intonatie, het gevoel waarmee je spreekt,… Ik geef graag een voorbeeld van een bevriend begrafenisonderneemster. Ze sprak met een hoogzwangere vrouw die het erg moeilijk had omdat haar eigen moeder net overleden was. Naast haar verdriet was er ook angst: zou de stress en het verdriet het kindje niet schaden?
De begrafenisonderneemster gaf haar de raad om ‘s avonds op haar bed te gaan zitten, over haar buik te wrijven en haar ongeboren kindje te vertellen dat het verdriet dat hij of zij voelde niets met hem of haar te maken had, maar dat het ging om het verdriet om haar eigen moeder. Op die manier kon ze haar kindje geruststellen en zich zelf minder bang voelen over het effect op haar kind.
Ik vind het een prachtig voorbeeld om te illustreren dat je echt met iedereen over de dood kunt praten, zelfs met een ongeboren kind. We vinden het heel normaal dat we pakweg met een hond praten: die snapt onze woorden niet, maar voelt wel of we boos, verdrietig of angstig zijn. Dus waarom zouden we dat niet met ongeboren baby’s en hele kleine kindjes kunnen doen?
Aan een baby of peuter kun je dus ook perfect vertellen dat je verdrietig bent omdat er iemand gestorven is en dat het verdriet niets met het kind te maken heeft.”
Als volwassene hebben we veel vragen waarop we een duidelijk antwoord willen. Waarom zouden kinderen daar geen recht op hebben?
Je zei dat we open moesten zijn. Ik zei onlangs tegen mijn eenjarig zoontje ‘bomma slaapt’, over zijn overgrootmoeder. Maar dat is eigenlijk niet het beste idee?
“Je moet dat natuurlijk niet overdramatiseren, maar eigenlijk kun je best de dingen heel duidelijk benoemen. Zeker tegen iets oudere kinderen. Dat mag gerust heel letterlijk. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat bomma dood is, dat dat wil zeggen dat ze niet meer ademt, dat ze ook geen pipi meer doet… Of dat ze weg is, dat ze ook niet meer terugkeert, maar dat we wel nog aan haar kunnen denken.
Kinderen hebben veel fantasie. Dat is iets moois, maar die fantasie kan ook met ze aan de haal gaan. Als je metaforen gebruikt als ‘bomma slaapt’ of ‘ze is nu een sterretje aan de hemel’, kan dat zorgen dat ze schrik hebben om zelf te gaan slapen of dat ze zullen denk dat mama of papa ook zullen sterven als ze gaan slapen. Ze leggen vaak verbanden vanuit een kinderlijke logica die de angst en het ongemak enkel nog doen toenemen.
Maar dat wil niet zeggen dat het alleen maar feitelijk moet zijn. Je kunt zeggen dat kinderen wel nog kunnen praten tegen hun overgrootmoeder bijvoorbeeld.”
Wacht niet tot een overlijden heel dichtbij komt om over de dood te praten. Allerheiligen is een uitgelezen moment om het er al eens over te hebben
Hoe ga je om met een kind dat schrik heeft voor de dood?
“Eerst en vooral is het belangrijk te benoemen dat het een heel normale reactie is. Wuif het dus niet weg met ‘Maar neen, je moet niet bang zijn’ of ‘Mama gaat niet dood’, maar neem tijd om er bij stil te staan. Neem je kind bij je op de schoot en vraag door: ‘Waarom ben je bang?’, ‘Hoe voelt dat voor jou, bang zijn?’, Hoe kunnen we jou helpen?’, ‘Heb je er op school iets over gehoord?’… Je kunt de antwoorden die je krijgt, beantwoorden met nieuwe vragen en op die manier nabijheid bieden.
Vaak zitten er verhalen achter de angst die een kind je niet op een schoteltje komt aanbieden. Die fantasie wordt soms ook doorgegeven onder leeftijdsgenoten. Als een kind tegen klasgenootjes vertelt dat het schrik heeft dat zijn bomma gestorven is omdat het zijn bord niet heeft leeggegeten, is het perfect mogelijk dat bepaalde klasgenoten nu ook bang zijn omdat ze zelf onlangs eten lieten liggen. Maar dat zal je zoontje of dochtertje je waarschijnlijk niet meteen zeggen. Door veel vragen te stellen, komen die angsten naar boven en kun je reageren.”
Uitspraken als ‘bomma slaapt’ of ‘je zus is nu een sterretje aan de hemel’, kunnen kinderen net bang maken. Wees liever eerlijk en concreet
Wat als mijn kind niet wil praten over de dood of na het overlijden van iemand uit de familie?
“Ook dat is prima. Laat gewoon voelen dat je er bent door nabijheid te zoeken. Dat kan door letterlijk bij je zoon of dochter te gaan zitten of een knuffel te geven.”
Is Allerheiligen het uitgelezen moment om over de dood te praten?
“Dat kan zeker. Ik hoop dat het boek niet uitsluitend gekocht wordt wanneer er iemand sterft, maar dat het boek al thuis of op school ligt. En dat bepaalde momenten worden aangegrepen om al eens over de dood te praten: een dode vogel op straat bijvoorbeeld of Allerheiligen. Vergeet ook niet dat kinderen veel opvangen: op Allerheiligen pikken ze misschien iets op uit het nieuws of horen ze erover van vriendjes.
Ook een leuk idee: ga eens naar een troostconcert van Reveil dat op Allerheiligen op verschillende begraafplaatsen georganiseerd wordt. Daar wordt met muziek en tekst stilgestaan bij verlies en rouw. De dood is een deel van het leven en dat mag zeker besproken worden op school of thuis. En liefst dan nog voor een overlijden zich dichtbij aandient.
Het boek kan helpen als gespreksstarter. Bij iedere letter staat een vraag om het gesprek te starten, maar er zijn ook de tekeningen van Sassafras De Bruyn, want tekeningen helpen vaak een conversatie op gang te brengen. Het boek heeft trouwens bewust zo’n groot formaat, zo past het op twee schoten en kunnen jullie er samen in kijken.”
Wie is Uus Knops?
- Uus Knops is psychiater
- Ze verloor zelf broer Casper en schreef er een boek over. Ze werd zelf rouwexperte om andere mensen te begeleiden in hun rouwproces
- Ze schreef ondertussen verschillende boeken, haar laatste is Het Alfabet voor groot verdriet is nu verkrijgbaar voor € 24,99. (Uitgegeven door Borgerhoff & Lamberigts.)
- Op haar website vind je ook troostkaarten met illustraties en quotes uit het boek
- Ondertussen werkt ze nog aan nieuwe boeken, onder andere eentje over het verdriet om vriendschapsverlies
Meer over verlies & rouwen:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!