Hoe bouw ik het best een pensioen op? De mogelijkheden én voordelen van pensioensparen
Het lonkt misschien al om de hoek of het is nog een ver-van-je-bedshow, maar op een dag sta je ervoor: je pensioen. En ‘om zorgeloos van je oude dag te genieten, doe je maar beter aan pensioensparen’, klinkt het advies. Maar wanneer en hoe begin je nu aan pensioensparen? En wat is voor jou het interessantst? Financieel expert An Deneffe maakt je wegwijs in het kluwen van ons pensioenstelsel!
Spaar nu, geniet later
Na jaren hard werken, kun je op pensioen, en dat betekent: meer tijd voor jezelf, voor je (klein)kinderen, voor een (nieuwe) hobby of om eindelijk de reizen te maken waar je al zo lang van droomt. Maar voor je gretig alle puntjes op je bucketlist afvinkt, zet je beter eerst de puntjes op de i wat betreft je pensioen.
Want tegenover al die nieuwe kansen en mogelijkheden, staat natuurlijk ook wel het feit dat je moet inboeten op de extralegale voordelen waar je tijdens je loopbaan van kon genieten, zoals maaltijdcheques, misschien een bedrijfswagen, laptop of gsm, …
Je financiële situatie gaat er dus na je pensioen onvermijdelijk anders uitzien, maar gelukkig is er pensioensparen, om dat allemaal op te vangen.
“Je pensioen mag dan misschien ver weg lijken, hoe sneller je aan pensioensparen begint, hoe meer voordeel je eruit haalt”
De voordelen van pensioensparen
Je hebt extra spaarreserves
Je ontvangt sowieso een wettelijk pensioen (zie pijler 1 hieronder), maar of je dat voldoende vindt om van te leven, is nog maar de vraag. Voor heel wat mensen is het best even schrikken als ze nagaan hoe hoog hun wettelijk pensioen zal zijn.
Zo bedroeg het gemiddelde netto pensioen in 2023:
- 1142,74 euro voor een zelfstandige,
- 1467.30 euro voor een werknemer,
- en 22357,76 euro voor een ambtenaar.
Waarschijnlijk wel een stuk lager dan je laatste nettoloon, dus… Om het hoofd te bieden aan eventuele financiële dompers en je levensstandaard in zekere zin te behouden, dik je jouw pensioen-spaarpotje dus best aan.
Heb jij enig idee hoeveel je wettelijke pensioen bedraagt? Ga het na op de overheidssite ‘MyPension’ en raadpleeg je individuele pensioendossier!
Fiscaal appeltje voor de dorst
Pensioensparen is eigenlijk ook een vorm van beleggen, die heel fiscaalvriendelijk is. Zo mag je het gestorte bedrag op je belastingbrief invullen, en krijg je 25% of 30% van dat bedrag terugbetaald. Je hebt daarbij twee keuzes:
- Kun je jaarlijks tot 1.020 euro sparen? Dan ontvang je een belastingvoordeel van 30%.
- Heb je een geplafonneerd bedrag van 1.310 euro? Dan ligt het fiscale voordeel op 25%.
Als jij en je partner samen belast worden, heb je elk afzonderlijk recht op dat maximumbedrag, op voorwaarde dat je elk houder bent van een (collectieve of individuele) spaarrekening of van een spaarverzekering.
Tip van expert An Deneffe:
“Als je het hoogste bedrag (1.310 euro) kunt storten zonder het jezelf moeilijk te maken, dan mag je dat zeker doen. Let wel: als je voor die spaarformule hebt gekozen en toch géén 1.310 euro kunt storten, dan krijg je maar 25% op 500 euro terugbetaald, bijvoorbeeld. Dat is minder rendabel.”
Maar ook je leeftijd is van belang bij het kiezen van een bepaalde spaarformule, vertelt An: “Als je 60 bent, wordt er een zogenaamde anticipatieve heffing van 8% ingehouden op het pensioenspaarpotje dat je hebt opgebouwd. Een contract pensioensparen wordt na je 60ste zelfs nog interessanter dan ervoor, als je polis pensioensparen al bestond vóór het jaar dat je 55 werd. Eenmaal die 8% belasting betaald is, ben je geen bijkomende belasting meer verschuldigd. Dat houdt in dat iedere storting die je na jouw 60ste verjaardag doet, je nog altijd een fiscaal voordeel oplevert, maar die stortingen worden dan niet meer belast!”
De drie pijlers van pensioensparen
Het pensioenstelsel in ons land bestaat uit drie pijlers:
Pijler 1: het wettelijk pensioen
Het wettelijk pensioen is een uitkering die door de overheid voorzien wordt, afhankelijk van je gezinssituatie, je beroepsstatuut, je loon, het aantal jaren dienst en de aard van je loopbaan.
Pijler 2: het aanvullend pensioen
Als loontrekkende geniet je ook van een aanvullend pensioen in de vorm van een groepsverzekering, die afgesloten en deels gefinancierd wordt door je werkgever. Zelfstandigen hebben geen werkgever, en moeten bijgevolg zelf een pensioenreserve opbouwen. Dat kan via een sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) of een Individuele Pensioentoezegging (IPT).
Pijler 3: pensioensparen
Maar je kunt ook zélf via de zogenaamde ‘derde pensioenpijler’ een bepaald bedrag opzijzetten om je pensioen aan te vullen, aan de hand van een pensioenspaarverzekering of -spaarfonds.
Pensioenspaarverzekering of -spaarfonds: wat is het verschil?
Je geniet bij beide spaarformules van een fiscaal voordeel, maar het verschil zit ‘m in het rendement en het risico dat je bereid bent om te nemen.
Sparen via een pensioenspaarverzekering
Hierbij sluit je een contract af met een verzekeringsmaatschappij. “Een TAK 21 (levensverzekering) levert een gegarandeerd rendement en een winstdeelname op. Doorgaans garanderen de spaarverzekeringen de rente voor minstens 8 jaar en 1 dag. Dat is de minimale periode dat je zo’n contract moet aanhouden om geen roerende voorheffing te moeten betalen. Vandaag schommelen die gegarandeerde rentes tussen 1,5 en 2 procent. Die 2 procent is bovendien het wettelijke maximum voor tak 21-verzekeringen die de rente garanderen voor minstens 8 jaar en 1 dag. Daarbovenop kun je een variabele uitkering krijgen in de vorm van een winstdeelname, afhankelijk van de evolutie van de beurzen”, legt An Deneffe uit. “Het is de veiligste optie, want je kunt er geen geld aan verliezen. Je kiest bovenal zelf hoeveel je stort en of je dat maandelijks of jaarlijks in één keer doet.”
Sparen via een pensioenspaarfonds
Bij een pensioenspaarfonds speel je iets minder op zeker. Je belegt via financiële instellingen in een fonds met onder meer aandelen en obligaties. Het potentiële rendement ligt wel hoger dan dat van een pensioenspaarverzekering, maar het is niet gewaarborgd, net als het kapitaal dat je inbrengt. Je draagt hierbij dus zelf de risico’s. “Maar dat is natuurlijk wat kort door de bocht”, vertelt An Deneffe. “Omdat je een spaarrekening aangaat voor een langere tijd, vullen goede periodes de slechte aan. De kans dat het eindresultaat tegenvalt, is dus zeer klein.”
Er zijn ook verschillende spaarfondsen om uit te kiezen, waaronder een defensief, neutraal of dynamisch fonds:
- Defensief: je belegt minder in aandelen dan in obligaties;
- Neutraal: je belegt in evenveel aandelen als vast-rente-beleggingen zoals obligaties;
- Dynamisch: je belegt voor 80% tot 100% in aandelen.
Om te weten welke formule voor jou het meest interessant is, kun je best even langsgaan bij je bank of bij een verzekeringsmakelaar!
Het nadeel van pensioensparen?
Je spaarcenten staan vast tot aan je pensioen. Daar laat je ze best ook onaangeroerd staan. Wil je je spaarsom afkopen? Dan betaal je maar liefst 33% boetebelasting én extra gemeentebelastingen.
Tip van An Deneffe
“Vergelijk goed op voorhand de in- en uitstapkosten van je pensioenspaarformule. De instapkost voor een TAK 21 bijvoorbeeld, schommelt tussen 0% en 3.50% van je storting. In dit geval kies je het beste voor een pensioenspaarverzekering die het minste vraagt. Hetzelfde geldt voor je pensioenspaarfondsen.”
Een handige tool om verschillende verzekeringen en fondsen te vergelijken, is spaargids.be!
Met dank aan An Deneffe.
Bronnen: De Tijd & Knack.
Ook interessant:
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!