Behangen? Zo doe je dat!
Behangen lijkt een stuk moeilijker dan het is. Gewoon stap voor stap te werk gaan, en vooral… rustig blijven!
Voor je begint
Een goede ondergrond is belangrijk voor een perfect eindresultaat. Loskomend oud behang of afbladderende verf kun je beter eerst volledig verwijderen, poreuze (bijvoorbeeld nieuw gepleisterde of gipskartonnen) muren geef je best een aangepaste grondlaag. Herstel ook scheuren en barsten en behandel vochtige muren voor je met het echte werk begint.
Dit heb je nodig
- behangerstafel
- behang (koop liever een rol te veel dan te weinig)
- blokkwast (papborstel)
- behangersborstel
- behangersrolletje
- snijmes
- rolmeter en waterpas
- behangliniaal
- trapladder
- emmer
- behangerslijm (aangepast aan de ondergrond en soort behang)
Zo behang je stap voor stap!
Stap 1
Omdat muren of vensterkozijnen niet altijd volmaakt recht zijn, moet je zelf je vertrekpunt aflijnen. Meet hiervoor, vanaf het raam of de hoek van de kamer, de breedte van je behang en trek er 2 cm af. Zet een klein potloodstreepje.
Stap 2
Trek een loodrechte verticale lijn vanaf het streepje. Meet de hoogte van de kamer en tel hier 10 cm bij (om eventuele hoogteverschillen op te vangen). Let op: bij papier met een patroon moet de marge groter zijn om de tekening mooi te laten aansluiten.
Stap 3
Maak de lijm klaar (kijk op de gebruiksaanwijzing voor de juiste mengverhouding) en laat hem 10 minuten rusten voor gebruik.
Stap 4
Snij een aantal banen op maat. Rol hiervoor het behang uit op de tafel, plooi het terug op de gewenste lengte en snij het in de vouw door met een snijmes.
Stap 5
Leg de baan met het dessin naar beneden op de tafel en smeer ongeveer één derde in met lijm. Sla dit deel om naar het midden, strijk de rest van het papier in en sla dit ook om naar het midden. Wacht enkele minuten tot het papier goed doordrongen is van de behangerslijm.
Let op: Deze methode geldt voor het klassieke behangpapier. Bij speciale muurbekleding (zoals vinyl, textiel en glasvezel, en het zogenaamde ’smartpaper’) gebruik je speciale gebruiksklare lijm die je rechtstreeks op de muur aanbrengt.
Stap 6
Plooi één ingelijmd deel weer open (hou rekening met boven en onderkant van het dessin) en hang de baan netjes tegen de potloodlijn, met ongeveer 5 cm overlap bovenaan. Plooi nu ook het onderste deel open en druk goed aan.
Stap 7
Wrijf het behang goed aan met de behangersborstel. Werk van boven naar beneden en van het midden naar de zijkanten toe.
Stap 8
Breng nu de volgende baan aan, vlak tegen de eerste aan of met een kleine overlapping. Let erop dat de patronen mooi op elkaar aansluiten. Werk zo verder tot alles klaar is.
Stap 9
Wacht een tiental minuten en druk de naden aan met het behangersrolletje. Lijm die uit de naden komt, kunt u wegwrijven met een vochtige spons.
Stap 10
Snij het overtollige behang aan het plafond, de plinten, en aan de zijkant van de eerste en laatste baan weg met de cutter en een behangliniaal. Eventueel kun je ook een vouw maken in de naad, met de punt van een schaar. Snij het behang daarna op deze lijn af.