Kleine wasjes, grote wasjes: weg met je wasfrustratie!
“Kleine wasjes, grote wasjes. Doe ze in je wasmachine. Laat maar lekker draaien”. Was het allemaal maar zo eenvoudig, toch? De realiteit is anders… Want het ene kledingstuk heeft net dat tikje meer zorg nodig dan het andere. Zijn jouw diepgewortelde wasgewoonten wel correct? Met onze tips vermijd je kleine (en grote) wasprobleempjes.
Less is more
Veel kleren in je wasmachine? Dat betekent niet dat je moet overdrijven met de hoeveelheid wasmiddel. Dat extra scheutje wasmiddel maakt je kleren heus niet properder. Integendeel! Bij een teveel aan wasmiddel ontstaan er vlekken en strepen, bijvoorbeeld onder de kraag. Het wasmiddel gaat zich namelijk ophopen en kan zo zijn werk niet doen.
Als je niet zeker bent hoeveel je precies mag gebruiken, halveer je hoeveelheid dan. Merk je op dat je kleren niet proper zijn? Gebruik dan wat meer.
Weg met die vlek
Heb jij ook de neiging om hard te schrobben op die vervelende rode wijn- of moddervlek? Dit doe je beter niet. Je maakt de vlek erger én je beschadigt er zo de kleur van je stof mee! Behandel zo snel mogelijk de vlek op een zachte manier én met het juiste product.
SOS weessok
Gooi je kousen niet gewoon los in de wasmachine maar plaats ze onderaan en leg de rest van de was erbovenop. Zo vermijd je ‘weessokken’, kousen die verdwijnen in andere kledingstukken.
Ritsen maar
Zorg ervoor dat alle ritsen van je kledingstukken dichtgeritst zijn. De metalen tandjes van de rits kunnen je andere kleren beschadigen.
Losse knoopjes
Wanneer je knopen niet losmaakt, kunnen de knoopsgaten uitrekken. Neem dus even je tijd om alles netjes los te maken vooraleer je de kleren in je wasmachine gooit.
En wat met delicate stoffen?
Delicate stoffen zoals wol en zijde verdienen extra aandacht:
- Wol moet je niet zo vaak wassen. Als je kledingstuk enkel een ‘opfrisbeurt’ nodig heeft, kun je het gewoon buiten even laten uitwaaien.
- Zijde was je beter wél om geurtjes de baas te zijn.
- Beide stoffen kun je zowel met de hand als in de wasmachine wassen. Was je met de hand? Dan is het belangrijk om het kledingstuk in koud of lauw water te leggen. Zo voorkom je dat het kledingstuk zal krimpen. Na het wassen rol je het op in een schone handdoek, en knijp je het voorzichtig uit. Liever de wasmachine? Lees het etiket grondig vooraleer je je kledingstuk in de machine stopt. Let er ook op of je machine een speciaal wol- en zijdeprogramma heeft. Zorg dat het toerental van de centrifuge op de laagste stand staat.
- Was wol of zijde nooit warmer dan 20 à 30 graden (koud of lauw water).
- Kies voor een speciaal wol- of fijnwasmiddel en gebruik een kleine hoeveelheid. Laat wollen of zijden kledij niet inweken, maar was ze onmiddellijk. Je mag hier nooit wasverzachter of synthetisch wasmiddel gebruiken.
Hoe vaak wassen?
In alle eerlijkheid: hoeveel keer per week trek jij een schone beha aan? En hoe vaak moet je trouwens je kledingstukken wassen? We hebben het even voor jou opgelijst:
- alles van zijde: na 1 dag
- beha’s: na 3 tot 4 keer dragen
- onderbroeken: na 1 dag
- panty’s en sokken: na 1 dag
- rokjes: na 5 keer dragen
- hoeden, handschoenen en sjaals: 3 tot 5 keer per seizoen
- jeans: na 4 tot 5 keer dragen
- leggings: na 1 tot 3 keer dragen
- pyjama’s: na 3 tot 4 nachten
- truien: katoen en kasjmier na 2 keer dragen, wollen en synthetische stoffen na 5 keer
- T-shirts, hemdjes en tops: na 1 keer dragen
- jurkjes: na 1 tot 3 keer dragen
- jassen: 1 tot 2 keer per seizoen
- korte broeken: na 2 keer dragen
- zwemkleding: na iedere draagbeurt