Financiële opvoeding: hoe zit dat bij jullie?
Eerst en vooral: de cijfers
VRT, De Tijd en Wikifin deden een grootschalige geldenquête en maken in de Week van het Geld (van 14 tot 20 maart) dit ‘laatste taboe’ bespreekbaar. Als het om financiële opvoeding gaat, blijkt uit het onderzoek dat:
- 9 op de 10 ouders met de kinderen over geld praat.
- 5 procent nooit met de kinderen over geld praat.
- 60 procent van de kinderen (tussen 6 en 19 jaar) niet exact weet hoeveel hun ouders verdienen.
- Bijna de helft van de kinderen voor het eerst zakgeld krijgt voor hun tiende verjaardag; bijna 1 op 5 krijgt regelmatig zakgeld voor de zevende verjaardag.
- De helft van de kinderen op 14 jaar een eigen bankkaart heeft.
- Driekwart van de ouders spaart voor de kinderen: 5% doet dat wekelijks, 40% maandelijks, 5% regelmatig en 24% zonder regelmaat.
En hoe zit dat bij jullie?
Anne (34)
Zo ging het bij mij.
“Op mijn 22ste ging ik het huis uit. Omdat we het niet breed hadden, ging ik werken om zelf mijn kot, studie en eten te betalen. Een goede leerschool. Mijn moeder is altijd erg open geweest over onze – soms moeilijke – financiële situatie en daar ben ik blij om. Al snel besefte ik hoe duur het leven kan zijn en hoe belangrijk sparen is.”
En zo doe ik het nu.
“De waarden die mijn moeder me meegaf, wil ik ook mijn kinderen – ze zijn nu 4 en 6 – bijbrengen. Ik wil hen leren dat je moet werken om iets te bereiken en dat je altijd aan de toekomst moet denken. Ik zou niet willen dat ze roekeloos omgaan met hun centen.”
Maaike (27)
Zo ging het bij mij.
“We hadden het vroeger niet zo breed: mijn mama moest elke euro drie keer omdraaien. Makkelijk was dat niet, maar het heeft me wél de waarde van geld bijgebracht. Zonder grote luxe kun je ook gelukkig zijn.”
Linda (51)
Zo ging het bij mij.
“Ik kom uit een doorsnee arbeidersgezin van zes en heb nooit iets te kort gehad. Niet dat we zomaar alles kregen, maar ik heb nooit gemerkt dat er ergens geen geld voor was. Bij mijn man ligt dat anders: zijn ouders scheidden en hij leefde bij zijn moeder. Ze hebben veel zwarte sneeuw gezien. Soms wisten ze niet of er ’s avonds iets te eten zou zijn. Hij is dus een stuk voorzichtiger op vlak van geld, maar dat vind ik net goed.”
En zo doe ik het nu.
“Bij mijn man zit de schrik er een beetje in dat zijn kinderen hetzelfde zouden moeten meemaken als hij. Ik vind het goed dat hij hen zijn ervaringen op vlak van geld meegeeft. Intussen zijn de kinderen het huis uit. Ze hebben nooit iets te kort gehad. Niet dat ze de nieuwste en duurste snufjes kregen, maar ze kregen wel wat ze wilden. Misschien zelfs iets té veel, als ik er nu op terugkijk. Anderzijds zijn het verstandige volwassenen geworden. Toen ze het huis uitgingen, hebben we hen aangespoord om zo snel mogelijk iets te kopen en geen geld te verspillen aan huur. Dat hebben ze ook gedaan.”
Valerie (29)
Zo ging het bij mij.
“Ik heb sinds mijn twaalf jaar een bankkaart en kreeg op mijn vijftiende een extra zakcent om kleren, gsm en uitgaan mee te bekostigen. Zo heb ik al heel vroeg mijn prioriteiten leren stellen en mijn uitgaven leren beheren.”
En zo doe ik het nu.
“Mijn dochter is nog maar twee jaar, dus veel finaniële opvoeding geven we haar nog niet. (lacht) Maar in de toekomst wil ik haar op het hart drukken dat het belangrijk is om altijd wat reserve te hebben en je uitgaven goed in de gaten te houden.”
Jenthe (30)
Zo ging het bij mij.
“Mijn vader geeft makkelijk uit, terwijl mama eerder spaarzaam is. Maar ze genieten allebei wel graag van het leven: op lekker eten of een leuke reis werd niet bespaard. Die filosofie volg ik.”