Als hij je na jaren plots verlaat: 3 vrouwen over hun gebroken hart
En toen was hij weg. Plots, zonder dat je het zag aankomen. Drie vrouwen over hoe ze verder moesten met een hart dat gebroken was en een toekomst die aan diggelen lag.
Elke (44) werd na 24 jaar verlaten door haar man. Ze hebben twee kinderen van 7 en 12.
“Alles wat ik vertrouwde, verdween, en ik verdween zelf ook. Mijn hele identiteit werd onderuit gehaald”
“Het was 3 januari, de start van een nieuw jaar. Ik had net voorgesteld aan mijn man om in relatietherapie te gaan. Het liep al even niet goed tussen ons, maar op een manier die wel vaker voorkomt als je al zo lang samen bent. Het was in ieder geval niet zo slecht dat ik dacht: hij gaat bij me weg. Dat deed hij dus wel. Toen ik die bewuste avond therapie voorstelde, antwoordde hij: ‘Ik wil helemaal niks, ik hou niet meer van je.’
Ik geloofde hem niet echt. Het was een midlifecrisis, dacht ik. Ik zou hem tijd geven, geduld hebben, vooral niks opleggen. Gewoon wachten tot het gevoel terugkwam. Ik ben schrijfster en kreeg toevallig op dat moment een column in de krant. En dus ging ik over ons schrijven: als ik onder woorden kon brengen hoe graag ik hem zag, zou hij zijn vergissing inzien, dacht ik.
Hij bleef uiteindelijk nog negen maanden thuis wonen, en al die tijd vertrouwde ik op een goeie afloop. Hij voedde mijn hoop: zijn lichaamstaal zei iets anders dan zijn woorden, we sliepen in één bed, vreeën nog. Er hing een harmonieuze sfeer in huis, de kinderen hadden niet echt iets door. Op een lentedag kwam ik thuis en zag ik hem op de stoep een picknicktafel in elkaar schroeven. Welke man die écht gaat vertrekken, zet eerst een picknicktafel in elkaar, dacht ik nog. Hij had gespeeld met het idee van een vrijer leven, maar zou inzien dat niemand van ons daar gelukkiger van werd.
Toen hij écht wegging, kwam dat als een volslagen verrassing, zowel voor mij als voor de kinderen. Hij verhuisde naar een appartement iets verderop in de straat. Alles wat ik vertrouwde, verdween, en ik verdween zelf ook. Mijn hele identiteit werd onderuit gehaald. Ik moest mezelf heruitvinden, na 24 jaar samen met hem. Ik vond het zo onwaarschijnlijk pijnlijk. Alles wat ik ooit had gelezen over liefdesverdriet en wat erover werd gezongen, bleek geen aanstellerij, maar waar. Weeën waren er niks bij.
Ik heb heel lang geprobeerd hem te begríjpen toen hij nog thuis woonde. Ik legde de oorzaak van de breuk bij mezelf – ik had vaker moeten zeggen dat ik hem graag zag, niet zo gesloten en introvert moeten zijn. Ik stopte mijn eigen verdriet weg, maakte hem mooier dan hij bleek te zijn. Ik vertrouwde hem zelfs meer dan ik mezelf vertrouwde. Dat was dus geen goed idee. De échte versie was veel gewoner, veel banaler. Want al jarenlang was er iemand anders, iets wat hij altijd ontkend had. Had ik dát geweten…
Daarom had hij dus geen zin meer in ons gezin, want er was al een ander leven dat lonkte. Ik heb maandenlang alle beste beentjes voorgezet voor een fantasieman die ik zelf gecreëerd heb. De waarheid is dat ie me koudweg verraden heeft.”
Van groot verdriet komt grootse literatuur. Elke Geurts goot haar scheiding en de vernietigende pijn van liefdesverdriet in een prachtig boek: ‘Ik nog wel van jou’ (Lebowski Uitgevers, € 19,99).
Na 23 jaar huwelijk ging Britts (50) man weg voor de buurvrouw. Ze hebben drie kinderen.
“Mark zei dat het onschuldig was, dat ze gewoon goed konden praten. Maar de hele buurt wist dat hij bij haar zat terwijl ik voor mijn leven vocht”
“Ik was aan het vechten tegen kanker toen Mark me zei dat het gedaan was. Mijn chemobehandelingen waren net achter de rug, ik moest alleen nog een borstreconstructie ondergaan. Op vrijdag ben ik uit het ziekenhuis gekomen, op maandag zei hij: ‘En nu ben ik weg, ik heb het gehad met jou’. Hij zag mij niet meer als vrouw, had een afkeer van wie ik geworden was na die kanker.
Wat ik op dat moment voelde, was pure radeloosheid. Ik had drie kinderen, leefde van een ziekte-uitkering, had drie maanden revalidatie voor de boeg, en mijn man ging bij me weg. Ik stond met mijn rug tegen de muur: dit kón toch niet?
Natuurlijk hadden we moeilijke tijden achter de rug met die kanker. Hij ging vaak fietsen om zijn hoofd leeg te maken. Ik begreep dat, want we konden er samen niet over praten. Ik heb toen wel gemerkt dat hij vaak met de buurvrouw optrok, maar Mark zei dat het onschuldig was, dat ze gewoon goed konden praten. Hij heeft lang ontkend dat zij iets te maken had met zijn vertrek. Maar uiteindelijk was het een andere buurvrouw die me aansprak over hun relatie. De hele buurt wist dat hij bij haar zat terwijl ik voor mijn leven vocht.
Mark en zijn nieuw lief hadden hun vertrek goed voorbereid. Hij had systematisch geld van onze gemeenschappelijke rekening gehaald en de hele omgangsregeling met de kinderen stond al op papier. Ik kreeg contracten onder mijn neus geduwd die ik moest tekenen, maar ik snapte niet wat er gebeurde. Met wat voor man was ik 23 jaar samen geweest? Hoe had hij die façade kunnen opzetten? Ik heb Mark altijd blindelings vertrouwd. Hij leefde heel royaal en maakte blijkbaar schulden, achter mijn rug om. Schulden die ík nu moet terugbetalen, terwijl ik geen frank heb. Die financiële onzekerheid hangt als een zwaard boven mijn hoofd. Ik neem al anderhalf jaar slaappillen, want mijn hoofd maalt voortdurend. Maar ik heb geen keuze, ik moet door, ook al is mijn bobijntje al een paar keer op geweest.
Mijn grootste verdriet was niet dat hij me verliet, want eigenlijk was ik niet gelukkig bij hem. Dat had ik al beseft toen ik kanker kreeg. Maar dat ik er niet in geslaagd ben om mijn gezin bij elkaar te houden, vind ik heel erg. Ik ben een kind van gescheiden ouders, ik zou nooit zijn weggegaan bij hem. Dat ik nu blijf vechten als een leeuwin voor ons huis en de financiën, is niet omdat ik hem de duvel wil aandoen. Wel omdat mijn kinderen moeten krijgen waar ze recht op hebben. Gelukkig zijn ze graag thuis bij mij, ook zonder hun papa.
Ze zeggen me geregeld: “Mama, je bent zoveel leuker dan vroeger, rustiger.” Want ja, ik maak weer plezier, ik kom af en toe eens buiten – van Mark mocht ik geen hobby’s of vriendinnen hebben, dat komt nu stilaan. Ik kan eindelijk zijn wie ik ben. Soms staan we met ons vieren karaoke te doen en dansen we door de living als vier gekken. Als ze me dan vastpakken en zeggen dat ze me graag zien, dan kan ik er weer een tijdje tegen.”
Nelly (65) heeft zes kinderen. Ze was 24 jaar getrouwd met een man die haar vier keer in de steek liet.
“Jonger, slanker, knapper, ik heb geprobeerd mezelf te veranderen. Maar het ging niet, ik hield het niet vol. Je bent ook maar wat je bent”
“Toen ik bevallen was van ons vierde kind, kwam mijn man me bezoeken met een grote bos rozen. Ik zie hem daar nog staan, met de drie andere kinderen aan het uiteinde van mijn bed. Iets voor mijn bevalling was uitgekomen dat hij een affaire had. Hij had spijt, zei hij. Hij hield van mij, het zou nooit meer gebeuren. Het leek een perfect beeld, toen die dag, maar diep vanbinnen wist ik: dit blijft niet zo.
Een half jaar later is hij de eerste keer vertrokken, op kerstdag. Een paar uur later was hij weer thuis. Er stond al iemand anders bij haar aan de deur, zei hij, hij was niet welkom bij zijn minnares. Ik hem ‘m terug binnen genomen. Ik zag hem graag, ook al deed het me vreselijk veel pijn dat we dat graag zien niet meer deelden met elkaar, maar dat hij dat voelde voor iemand anders.
Rustige periodes wisselden af met periodes dat hij affaires had. Nachten zat ik te wachten op hem als hij weer eens niet thuiskwam van zijn werk, mijzelf te kwellen met vragen: waar zit hij? Wat doet hij?
Intussen raakte ik opnieuw zwanger. Maar bij de bevalling liep het mis, Jonathan had zuurstoftekort. Hij stierf na drie maanden. Elke avond ging mijn man naar het ziekenhuis om afscheid te nemen, zei hij. Maar hij zat gewoon bij een andere vrouw. Iedereen wist het, behalve ik. Natuurlijk vóélde ik wel dat er iets mis was, hij was altijd weg. Maar wat kon ik doen? Er bestond nog geen gsm, hij was ervandoor met de auto, ik zat aan huis gekluisterd met vier kinderen en had zoveel verdriet om Jonathan. ‘Hij zal ooit wel beseffen dat zijn gezin belangrijk is’, dacht ik.
In die 24 jaar dat we getrouwd waren, is hij vier keer vertrokken. En elke keer kwam hij terug. Dan stond zijn auto plots weer voor de deur. De kinderen kwamen van school: ‘Mama, papa is terug thuis!’ Hij smeekte me: ‘Ik kan het niet meer aan, ik mis mijn gezin.’ En de jongens maar wenen… En zo nam ik hem altijd weer in huis, voor mijn kinderen.
Uiteindelijk heb ik er zelf een punt achter gezet. Ik ben er financieel niet beter van geworden, ik heb hard moeten knokken met de drie kinderen die toen nog thuis woonden. En het liefdesverdriet was verschrikkelijk, ook al was ik al 45 op dat moment. Mijn hart was gescheurd in de loop van de jaren, zo voelde het. Pas op, ik bén de concurrentie aangegaan met die andere vrouwen hé. Jonger, slanker, knapper, ik heb geprobeerd mezelf te veranderen. Maar het ging niet, ik kon het niet volhouden. Een mens is ook maar wat hij is.
Na de woede kwam het verdriet, veel verdriet. En pas veel later kwam de aanvaarding en de rust, het gevoel dat het beter was zonder hem. Met die aanvaarding ontmoette ik ook mijn nieuwe man, ook al was ik er niet naar op zoek. Zijn vrouw had hem ook in de steek gelaten met de kinderen, we hadden een klik vanaf het eerste moment. En 20 jaar later is hij er nog steeds, we zijn heel gelukkig samen. Mijn verhaal heeft een mooi einde, alleen jammer dat de 24 jaren daarvoor zo vreselijk lelijk zijn geweest.”
Relatietherapeute Rika Ponnet noemt het een trauma
“Hoe je het verwerkt? Eerst en vooral moet je als achterblijver een antwoord hebben op de waaromvraag. En dat krijg je vaak niet, dus maak je je eigen verhaal”
Rika, wat opvalt in de vijf verhalen: telkens was er een andere vrouw in het spel. Toeval?
Rika: “Er wordt vaak gezegd dat vrouwen weggaan uit ontgoocheling en mannen voor een andere vrouw, maar ik zou dat niet veralgemenen. Het feit dat er een ander is, vergemakkelijkt de beslissing, maar is niet de oorzaak. Wel de basisrelatie die mank loopt, en dat lees je ook hier. De vrouwen voelden dat de verbondenheid en intimiteit minder was, dat er minder gedeeld werd, dat de relatiekwaliteit achteruitgegaan was.”
Wat doet dat met een mens, om zo verlaten te worden?
“Een relatie die opgebroken wordt zonder dat je er zelf voor kiest, geeft altijd een hechtingstrauma. Het gevoel van afwijzing, van uitsluiting, is heel primair en maakt dat je overspoeld wordt door angst, pijn en verdriet. Mensen onderschatten dat, maar het is een heel ingrijpende ervaring die je je hele leven meeneemt. Het is een rouwproces met een litteken dat altijd blijft, ook al wordt het verdriet minder fel en kun je daarna opnieuw de liefde vinden.”
Zo’n trauma, hoe herstel je daarvan?
“Eerst en vooral moet je als achterblijver een antwoord hebben op de waaromvraag. En die krijg je vaak niet van de ander – die wil het niet zeggen, verdraait de waarheid om de schuld af te schuiven of weet het gewoonweg zelf niet. Dus je moet zélf een verhaal maken dat naar jouw gevoel klopt en waarmee je verder kunt.
Ten tweede moet je het kunnen afsluiten. Een lange twijfelfase is zéér destructief. Gaan en teruggaan maakt iemand emotioneel kapot. Hoe langer het afscheid, hoe langer de rouwperiode nadien. Want vaak besef je pas nadien hoe ver je bent gegaan voor de ander, hoe erg je jezelf verloren bent. Dus hoe moeilijk het ook is – en soms lukt het praktisch ook niet, als er kinderen zijn bijvoorbeeld: uit het oog uit het hart werkt het beste. En tot slot is er tijd die z’n werk moet doen.”
Heelt tijd dan alle wonden?
“Nee, daar geloof ik niet in. Maar ik denk wel dat de tijd ons leert om met het verlies om te gaan, het te integreren zodat we verder kunnen. Verdriet gaat eigenlijk nooit helemaal over. Soms kan het jaren erna je nog heel plots overvallen.”
En wat met de ander loslaten? Hoe begin je daaraan?
“Wel, je moet de ander niet per se loslaten. Het is zoals bij een overleden partner: alles wat jullie hadden, mag je koesteren. Veel vrouwen zeggen dat ze de ander niet meer herkennen, dat de relatie dus één illusie moet geweest zijn. Maar dat is niet zo. Die ander heeft wel degelijk met zijn hart in die relatie gezeten, maar daarna een andere weg gekozen.
Hij is de ‘eerste beslisser’ zoals dat heet, en staat al veel verder in zijn afscheidsproces. Vandaar het gevoel dat je als achterblijver op een koude muur botst. Hij heeft het contact als eerste afgesloten en dan treedt er heel gauw vervreemding op. Maar die goeie momenten die er wel waren, mag je koesteren en erop vertrouwen dat ze écht waren.”
Tekst: Annelies Dyck. Beeld: Getty Images
Lees meer:
- Mijn verhaal: Liesbeth vond de liefde bij de man van haar overleden vriendin
-
Openhartig: Noor werd seksueel en psychologisch misbruikt door haar nonkel