10 strategieën voor kibbelende kids
12 sep 2017
Zo pak je die bengels aan
- Grijp niet te snel in. Ouders hebben de neiging om te snel tussenbeide te komen wanneer hun kinderen ruzie maken. Geef je kids een kans om hun probleem zelf op te lossen. Terwijl je kinderen het onder elkaar uitvechten, leren ze conflicten voorkomen, of oplossen. Als je ze als ouder steeds onderbreekt, leren ze de strijdbijl niet begraven en blijft het geruzie terugkomen.
- Als er fysiek geweld aan te pas komt, moet je wel ingrijpen. Haal de driftkikkers uit elkaar en berisp hen, want slaan, schoppen, bijten, krabben, aan de haren trekken, spuwen en andere lelijke dingen doen, dat kan écht niet.
- Luister naar het verhaal. Als er ernstige dingen gebeurd zijn, luister je best naar het verhaal van je kinderen, zodat ze niet met frustraties blijven zitten. Luister wanneer de gemoederen bedaard zijn naar elke kant van het verhaal, zonder partij te kiezen.
- Leer bemiddelen. Raken je kinderen er niet uit en dreigt de ruzie te ontaarden in een rel? Ga bemiddelen. Reik oplossingen aan. Zo pikken je kids goede onderhandelingsmethodes op. De volgende keer zullen ze de oplossing zelf naar voren schuiven.
- Het maakt niet uit wie de ruzie begon. Ruziemaken doe je steeds met 2 of meer. De oorzaak van een ruzie moet je vaak niet gaan zoeken in de 5 minuten voor de uitbarsting. Meestal moet je minstens een halfuur terug in de tijd, wanneer de frustraties zich zijn beginnen opbouwen. Het doet er ook niet toe hoe het conflict begon, maar hoe ze er samen mee omgingen.
- Straffen is geen must. Een straf is enkel nodig wanneer je kinderen elkaar bewust pijn doen of iets met opzet stukmaken. Strenge straffen bevorderen haat en nijd tussen broer en zus en zullen de zaken onnodig erger maken.
- De oudste moet niet altijd de flinkste zijn. We hebben de neiging om vaak partij te kiezen voor de kleinste in een conflict. Maar of je van de oudste kunt verwachten dat hij zich verstandig en flink gedraagt, hangt van zijn leeftijd en de fase waarin hij zich bevindt af. En het karakter van het kind. Soms is de jongste de aanstoker…
- Er zijn grenzen aan ruziemaken. Broers en zussen zullen altijd weleens ruzie maken, maar er zijn grenzen. Soms zijn er momenten waarop het écht niet gepast is: aan tafel, op bezoek, … Grijp op zo’n moment snel in. Nultolerantie is de boodschap.
- Ruzie vermijden is aandacht afleiden. Als een ruzie dreigt los te barsten op een ongeschikt moment, moet je de kinderen afleiden. Vraag een van hen om even te helpen met iets, terwijl de andere blijft verderspelen. Haal de kemphanen gewoon even uit elkaar!
- Opgepast met humor. Een ruzie kun je niet altijd ondermijnen met een grapje. Soms krijgen je kinderen het gevoel dat je hen uitlacht en gooi je zo olie op het vuur.