59% van de kinderen is bang voor de dood
De dood wordt aangehaald als één van de belangrijkste angsten bij kinderen van 8 tot 14 jaar. De dood van ouders (59%), de dood van grootouders (21%) en de dood in het algemeen (50%) zijn koplopers wanneer gevraagd wordt naar de angsten van kinderen. In de steek gelaten worden door de ouders (19%) en een ongeluk hebben (17%) sluiten het rijtje af.
Meisjes en jongens zitten ongeveer met dezelfde angsten. Meisjes zijn over het algemeen banger voor spinnen en insecten, terwijl jongens eerder bang zijn om achtergelaten te worden door hun ouders. Bang zijn voor het donker is dan weer enorm aanwezig bij kinderen tot 12 jaar (20%)
Halloween wordt door de meeste kinderen helemaal niet als “angst” beschouwd door kinderen. Het is eerder een leuke manier om met angsten te spelen.
Het onderzoek toont verder ook aan dat er een groot verschil is tussen de perceptie van de ouders en de werkelijkheid bij de kinderen. Ouders onderschatten de angst voor de dood, terwijl ze de pesterijen, de vrees om alleen te zijn, en het gebrek aan sociale integratie overschatten.
De meeste van deze angsten ontstaan natuurlijk, afhankelijk van de leeftijd van het kind. Bij jongere kinderen neemt de familie een prominente rol in bij de overdracht van angsten. Ouders onderschatten hun invloed hierop. Zij zouden een belangrijkere educatieve rol kunnen spelen als het op angsten aankomt. Vanaf 6 jaar wordt de invloed van de media en vrienden steeds belangrijker.
Hoe gaan ouders om met de angsten van hun kinderen? Moeders moedigen hun kinderen aan om hun angsten te uiten, vaders hebben dan weer de neiging om te rationaliseren.