Fan van franjes in je borduurwerkje? Gebruik de franjesteek!
De franjesteek geeft schwung en textuur aan je borduurwerkje. De franjes komen los van de stof waardoor de bloemen uit de stof lijken te komen. Met enkele grote franjebloemen tover je in een wip de zomer op je borduurwerkje!
De franjesteek
De franjesteek wordt βTurkey work stitchβΒ ofΒ βplush stitchβ in het Engels genoemd. De naam is afgeleid van de techniek βTurkey workβ die vroeger werd gebruikt door professionele wevers voor het versieren van stoffen stoelen en tapijten.
βPlushβ verwijst dan weer naar het visueel effect dat de franjesteek heeft: als je heel veel franjesteken naast en boven elkaar borduurt krijg je een pluizige, harige textuur. In florale werkjes creΓ«er je de meest spectaculaire zomerse bloemen met deze mooie steek.
Hoe maak je deze steek?
De franjesteek bestaat uit een lusje dat met een hechtsteekje onderaan wordt vastgezet. Dit lusje wordt bovenaan doorgeknipt en de draadjes worden opengekamd tot franjes. Door een reeks franjesteken naast elkaar te borduren en meerdere rijtjes boven elkaar te borduren krijg je een mooie, volle franjestrook.
Aan de slag!
Benodigdheden
- Borduurring
- Stof
- Garen DMC
- Borduurnaald met scherpe punt
- Schaartje
- Verdwijnstift Prym
- Kam
Werkbeschrijving
- Teken het patroon: dit kan een rechte lijn (of meerdere lijnen boven elkaar) zijn voor een franjestrook of meerdere cirkels in elkaar voor een franjebloem.
- De eerste steek start aan de voorkant van de stof. Je maakt geen knoopje aan het uiteinde van het garen, waardoor dit eindje meteen een eerste franje wordt. Steek de naald in de stof in het eerste punt, trek het garen niet volledig door, maar laat een eindje van 1,5 cm.
- Zet het eindje onderaan, waar het in de stof gaat, vast door er een hechtsteekje (een klein stiksteekje) over te borduren.
- Kom terug boven uit de stof in het midden van het hechtsteekje en steek de naald in de stof 2 mm voorbij het hechtsteekje. Trek het garen niet volledig door, maar laat een lusje.
- Borduur vervolgens een hechtsteekje onderaan over het tweede been van de lus, daar waar de lus terug in de stof gaat.
- Kom terug boven uit de stof in het midden van de lus en steek de naald in de stof 2 mm voorbij het hechtsteekje van deze lus. Laat opnieuw een lus en zet deze onderaan weer vast met een hechtsteekje.
- Je borduurt een reeks lussen naast elkaar, elke nieuwe lus start in het midden van de vorige lus. De lussen maak je bij benadering allemaal even hoog.
- Borduur een tweede rijtje franjesteken onder het eerste rijtje voor een voller effect. Voor een cirkel (of franjebloem) borduur je eerst de buitenste cirkel, dan pas de binnenste cirkel. Om het borduren gemakkelijker te maken kun je de vorige rij lusjes steeds onder je duim klemmen, zodat de lusjes van deze rij niet verstrikt geraken in de nieuwe steken. Of kleef de lusjes tijdens het borduren met een stukje plakband tegen de stof. Let op! Laat de plakband niet te lang op de stof kleven om lijmresten te voorkomen.
- Knip de lusjes bovenaan open, kam de draadjes los en trim ze eventueel bij. Als je de draadjes allemaal op gelijke lengte trimt, doe het dan in meerdere keren, beetje per beetje. Of je kunt ze gewoon onregelmatig laten voor een speelser effect. Als je de lusjes mooi regelmatig hebt geborduurd, dan kun je er ook voor kiezen om de lusjes niet door te knippen bovenaan, dit geeft een fraai resultaat, nl. van echte bloemblaadjes.
- De geknipte eindjes laten gekleurde pluis achter op de stof, dit kun je gemakkelijk opdeppen met een dubbelgevouwen plakbandje.
- Ben je klaar? Steek je naald naar achter, keer je werkje om, splits je draden in twee groepjes en leg enkele knoopjes boven elkaar. Knip af.
Ken je deze steken al?
- De varensteek: de ideale afwerking voor je fleurige borduurcreaties
- Borduren: zo maak je het staafknoopje
- Zo borduur je de waaiersteek
Volg ons opΒ Facebook,Β Instagram,Β PinterestΒ en schrijf je in op onzeΒ nieuwsbriefΒ om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!