Dolle pret op de achterbank
08 jul 2010
Op reis gaan met de auto is leuk, maar voor kinderen duurt zo'n rit soms erg lang. Hoe hou je ze leuk bezig én breng je de vakantiesfeer er al meteen in?
Saai wordt spannend
- Laat jezelf (en de kinderen) begeleiden door een vrolijke navigatiestem. Op www.navigatiestemmen.be vind je copiloten als Bassie (de clown) en de Kerstman.
- Maak voor je kind een speciaal ‘reiskoffertje’, dat tegelijk als tafeltje kan dienen voor tekeningen. Volgens de leeftijd pas je de inhoud elk jaar aan: van kleurpotloden en vingerpopjes tot autootjes, strips en tijdschriften.
- Met afwasbare stiften kunnen de kinderen gewoon op de ramen tekenen. Met een nat doekje vegen ze het later zelf gewoon weer uit.
- Pak op voorhand kleine cadeautjes in. Op vaste tijdstippen kun je de kinderen ermee verrassen. Stickers, potloden, een bellenblaaspotje… Hou wel nog iets achter de hand voor de terugreis.
- Bombardeer je kinderen tot copiloot. Laat hen mee volgen op een eigen wegenkaart, waarop je van tevoren met prentjes de bezienswaardigheden en stopplaatsen aangeeft. Kinderen houden van die ‘grote-mensen-verantwoordelijkheid’. Ook wordt de lange rit voor hen zo een pak overzichtelijker.
- Laat je kind een reisdagboek bijhouden. Tekeningen, verslagjes, collages van prenten uit reisbrochures… Goed voor een uniek souvenir!
Wie zoekt die vindt!
Met deze spelletjes ben je het land uit voor je het weet!
- ‘Wie ben ik?’: mama maakt briefjes waarop steeds รฉรฉn persoon staat (Mega Mindy, Lady Linn, Ronaldo…). Om de beurt trekt een kind blind een papiertje en houdt het tegen zijn voorhoofd, zodat enkel de andere spelers de naam kunnen zien. Nu maar vragen stellen: ‘Ben ik een zanger?’, ‘Woon ik in Belgiรซ?’ De anderen antwoorden met ‘ja’ en ‘nee’.
- ‘Auto-bingo’: maak op voorhand bingokaarten met tekeningen erop (een caravan, kerk, koe, vliegtuig…). Elk kind krijgt zijn eigen kaart. Diegene die onderweg als eerste al z’n tekeningen heeft gezien, wint. Bij twijfelgevallen is mama of papa scheidsrechter!
- ‘Woordslang’: zeg om de beurt een woord dat begint met de laatste letter van het vorige woord. Wie houdt het het langste vol? (Varieer de moeilijkheidsgraad met behulp van thema’s: gebruik enkel dieren, landen, vakantiewoorden…)
3 slimme pauzetips
1. Probeer niet langer dan twee uur aan een stuk te rijden, kinderen hebben afwisseling nodig.
2. Plan vooraf je route en kies voor rustplaatsen met speelgelegenheid.
3. Doe bij elke stop iets actiefs: balspelen of tikkertje zijn een leuke manier om de benen te strekken.