Dromer wordt podiumbeest: Alex Agnew
Als stand-upper vijf keer het Sportpaleis vullen: Alex Agnew deed het. En sinds kort is hij op tournee met een nieuwe show. Een babbel over humor, kwaadheid en taboes.
Lees het volledige interview met Alex Agnew in Libelle 4 (26 januari 2012).
Wow. Het zit vol, denkt Alex Agnew nog bij elke uitverkochte zaal. Tien jaar, drie systematisch uitverkochte zaalshows, een paar volle Sportpaleizen en nog vindt deze stand-up comedian het niet vanzelfsprekend dat mensen geld betalen om met hem te komen lachen. “Het heeft lang geduurd om te staan waar ik nu sta. Ik was 12 toen ik Eddie Murphy’s show Delirious zag. Het was een soort openbaring. Ik denk dat ik dat wil doen. Maar ik stapte pas een eerste keer op een podium toen ik 29 was. Dat zijn veel jaren van doelloos rondzwerven en twijfelen. Pas toen ik voor het eerst optrad, wist ik plots wie ik was. Een enorm bevrijdend gevoel.”
En wie ben je?
“Ik ben een stand-up comedian, want humor is mijn manier om naar de wereld te kijken. Altijd en overal. En ik ben ook een zanger in een band. Ik zong thuis voor de spiegel met een prei in de hand, nu doe ik het met een microfoon op een podium.”
Wist je op je twaalfde dat je grappig was?
“Ik was niet het soort kind dat het in de klas uithing om de lachers op mijn hand te krijgen. Ik was eerder stil. Maar niet op de speelplaats. Ik was niet populair, sportief of knap en had geen succes bij de meisjes. Een beetje een nerd, die comics las en naar metal luisterde. Maar ik hoorde erbij, omdat ik grappig was. Met mij kon je je amuseren. Geen grote rebel, in de zin van baldadig, maar het soort leerling dat een of andere huistaak uit principe niet maakte. (lacht) Ik had een probleem met autoriteit. Niet voor de show, maar omdat ik het moeilijk had als mensen me op een onsympathieke manier vroegen om iets te doen. Ik heb dat nog altijd, en roep zelfs tegen mijn gps, als die me zegt hoe ik moet rijden. Als je 'mijnheer' zegt, krijg je van mij alles gedaan. Met 'hé, manneke' niets.”
Je hebt geen probleem met autoriteit, maar met onbeleefde mensen?
“Met respectloze mensen zonder manieren, ja. Ik kan bijvoorbeeld niet om met zogenaamde BV’s die lelijk doen tegen de technicus van de zaal. Beleefdheid lijkt conformistisch, maar het zijn de enige echt nuttige regels, omdat ze een groot verschil maken in hoe mensen met elkaar omgaan. Daarom leer ik mijn dochter alsjeblieft en dankjewel zeggen. Ik wil niet dat ze een rotjong wordt.”